We moeten het niet altijd ver gaan zoeken om grote, zeg maar heel grote kwaliteit te beluisteren. Klara en Et’cetera realiseerden als jongste cd een opname met het huisorkest, het Brussels Philharmonic en met pianist Liebrecht Vanbeckevoort.
Gouden Label Liebrecht Vanbeckevoort en Brussels Philharmonic
We moeten het niet altijd ver gaan zoeken om grote, zeg maar heel grote kwaliteit te beluisteren. Klara en Et’cetera realiseerden als jongste cd een opname met het huisorkest, het Brussels Philharmonic en met pianist Liebrecht Vanbeckevoort. Op de cd het eerste en tweede pianoconcerto van Franz Liszt en zijn enigste pianosonate.
In dit herdenkingsjaar van de 200ste geboortedag van de Duits/Hongaarse componist (geboren binnen de toenmalige Hongaarse grenzen uit Duitse ouders) krijgt deze opname een extra dimensie, die van de hulde aan de Meester. Enrique Mazzola leidt het orkest, dat weer in een uitzonderlijke hoogstaande doen is, zonder zich te mengen in de interpretatie van de pianist. Het is eigenlijk aan de solist om de muzikale leiding op zich te nemen en Van Beckevoort doet dit automatisch, heel natuurlijk en van een niveau waarbij zijn prestatie van de Kon. Elisabethwedstrijd in het niet verdwijnt. De rijping van deze pianist heeft een peil bereikt dat zonder meer kan wedijveren met de absolute top. Alleen al de pianoklank die hij uit het instrument haalt, is van de uiterste verfijning tot de magistraalste overheersing. Maar nergens hoor je dat er iets wordt opgedrongen, geforceerd wordt. Het loopt als vanzelfsprekend wat bij Liszt niet zo vanzelfsprekend is. Het eerste deel van het Concerto nr. 1 zegt eigenlijk al meteen alles waar deze opname voor staat. Een alles dat bij Klassiek Centraal een beloning krijgt…
Grote interpretatieve of opvallend pianistieke kunstgrepen moet je niet van deze uitvoering verwachten. De componist heeft ze er in verwerkt en het is absoluut onnodig, om niet te zeggen onzinnig en a-muzikaal om er zelf nog een schepje bovenop te doen. Liebrecht Vanbeckevoort is eerlijk, trouw aan het pianogenie en wil dat zo correct mogelijk weergeven. Hij wil dat niet alleen, hij doet het over heel de lijn en in elke frasering, in elk akkoord, in elke muzikale zin, in elk loopje hoor je zijn band die hij met Liszt heeft opgebouwd en zelf tot een groot Meesterschap komt. Het orkest wordt opgezogen in de leidende pianist en presteert in de vordering van de opname nog beter dan bij het begin waar je meteen al een orkest hoort van topniveau. Ons Brussels Philharmonic speelt schitterend, wat een eenheid toch! Wie durft nog te ontkennen dat dit het beste orkest is van ons land? Dat dit ensemble de verwachtingen die Gunther Broucke voor ogen had met het aanstellen van Michel Tabachnik als vaste dirigent, niet alleen gehaald heeft maar overtreft en gelijkschakelt met de andere orkesten met terechte naam en faam? De eenheidsklank is absoluut, de solisten spelen, hoe klein hun aandeel soms ook moge zijn en al is het maar om een klein aksentje een extra tint te geven, als ware solisten in een geheel.
Op zich is deze uniek eerlijke cd-opname al een opvallende prestatie, zeker in deze tijd van overprofilering. Het eerste concerto is een staaltje van muzikale perfectie en zo is het met het tweede concerto over heel de lijn eveneens met verbazing en voldaanheid in alle emoties denkbaar luisteren.
De sonate van Liszt is een zware noot om kraken. Je moet als pianist niet alleen het virtuoze laten horen. Dat beseft Liebrecht Vanbeckevoort en zo krijg je niet zozeer een pianistiek virtuozenwerk maar wel een stuk muziek dat een verhaal vertelt, omfloerst met ingrepen die je eigenlijk kan wegdenken. Liszt en Van Beckevoort zingen samen een mooi lied, een pianolied. Knap.
Franz Liszt, Pianoconcerto’s 1&2, Sonate in B minor – pinanist Liebrecht Vanbeckevoort, Brussels Philharmonic, dirigent Enrique MazzolaKlara en Et’cetera KTC 403
***** Benjamin Steens en Jacques-Antoine Bresch
Vandaag de dag is het clavichord herleid tot een prettig museumstuk, een klein klavierinstrumentje dat je amper hoort. Ooit was het van de middeleeuwen tot diep in de 19de eeuw, niet weg te denken als huis- én concertinstrument. Ik heb al, sinds de dag dat ik het ergens hoorde als tiener, zin om in huis te halen en meteen stel ik me de vraag waarom ik het dan nog niet deed… Onze aan veel te veel geluiden aller aard gewende (of overbelaste?) oren hebben het moeilijk met iets dat een stille klank produceert. En toch… Even aan stilte wennen doet je o zoveel meer horen. Het is als een bos dieper in trekken, en zoals de kluizenaar Remaclus in zijn Ardense grot de geluiden van de natuur beginnen waar te nemen waar ze anders aan je voorbijgaan. Door al het helaas meestal lelijke lawaai dat je onophoudelijk teistert met het geraas van het verkeer, sirenes van hulpdiensten die voorbijvliegen, altijd en overal onophoudelijk commerciëel minderwaardige oor- en gezonde geest verstorende muziek in winkels en centra, weet je soms niet wat je hoort als je denkt even niets of met moeite iets te horen dat doet denken aan het fijne zingen van een vogel, ergens ver weg, onbereikbaar.
Benjamin Steens, de Vlaamse klavierspeler (orgel, klavecimbel, pianoforte en clavichord) die in Frankrijk het mooi klavierweer maakt, nam eerder al een cd op met Buxtehude (orgel en bekroond met een Gouden Label van Klassiek Centraal) en een geprezen cd met de Goldbergvariaties op clavichord (5 sterren van Klassiek Centraal en andere bekroningen). Nu is de Bachfamilie aan de beurt waar Steens de traverso spelende Jacques-Antoine Bresch begeleidt. Ja, het vraagt wennen want er komt zoveel lawaai het huis binnen dat je pas na een aantal minuten realiseert wat er aan de hand is. Dan wordt je attenter, de klank wordt sterker zonder dat je aan de knop moet draaien en je hoort niet alleen een zuivere traverso maar een levend, dansend en vol nuances klinkend begeleidend instrument.
Er staan deze keer geen kaskrakers op de cd waar de naam Bach altijd weer mee vereenzelvigd wordt. Het gaat om soms heel eenvoudige kamermuziek die kan gespeeld worden door behoorlijk geschoolde maar daarom niet tot in de puntjes professionele muzikanten. De melodieën vloeien rustig verder, avondvullend, sfeerscheppend, romantiek hangt bij wijlen in de lucht net als speels stoeien. De beide rasmusici die voor deze realisatie het plaatje vullen, hebben zich ergens in de Ardennen ver van de lawaaihysterie verborgen en daar, midden de schoonheid en stilte van de streek, deze muziek in een huis vol sferen aan het werk, of is het genietend presteren?, gezet om dit stukje muzikale taart voor te schotelen aan al wie houdt van de kleine deugelijke dingen.
Zet de cd een tweede keer op en je ontdekt nog veel meer kleuren en hoe een vader en zijn zoons zowel het clavichord als de traverso wisten te doen samensmelten tot een geheel dat een rijkdom heeft die de gewone tafelmuziek overstijgt.
Een uitgave van EPR Classic EPRC 011
*** Daniel Barenboim en Staatskapelle Berlin
Muzikale globetrotter en polyglot Daniel Barenboim een keer op een podium aan het werk zien en horen in de concertzaal bij jou thuis? Het kan met de twee pianoconcerto’s van Chopin. Een concert van het Ruhr Piano Festival 2010 live uit de Philharmonie Essen.
Andris Nelsons leidt de Staatskapelle Berlin met een concert dat begint met de symfonie De Morgen, van Joseph Haydn. Het orkest huppelt zonder enige inzet of visie door de symfonie heen met een dirigent die showt dan wel dirigeert en met Haydn in het hoofd zit. Hij ziet die ‘simpele’ Haydn duidelijk als een typische ‘inspeler’ voor het grote werk: Frédéric Chopin zijn twee pianoconcerto’s en meent met zijn theatraal optreden het publiek op zijn hand te krijgen.
Chopins tweede pianoconcerto komt eerst, een juiste keuze van want het is feitelijk Chopins eerste concerto. Wat speelt Daniel Barenboim toch verrukkelijk! Wie niet de vlinders in de buik voelt van die eerste grote verliefdheden, is niet van deze wereld. Een geluk dat Barenboim opnieuw Chopin is gaan spelen. Hij maakt er niet iets van zichzelf van, integendeel, hij leeft zich met grote overgave in Chopin in, hij wordt als het ware de verliefde jongeling al is er iets vaderlijks in zijn spel. Sierlijk als een koppel zwanen op een parkmeertje komen de klanken uit de piano. Ik zou er uren naar kunnen luisteren. Het concert nr 1 is al even rijk aan pianistiek meesterschap en wordt niet minder edel – Chopin had iets van een nobelman – vertolkt door een buitengewoon geconcentreerd pianist die dan wel in de concertzaal zit maar feitelijk heel dicht bij Chopin verblijft. Minder ben ik, zoals u uit de inleiding meteen kan opmaken, in de wolken van de dirigent die vergeet dat bescheidenheid siert. De pianist verdient eingelijk een Gouden Label, het orkest door toedoen van de dirigent hooguit twee sterren. Daniel Barenboim presteert zo sterk dat je het mindere snel vergeet.
Gouden Label voor Barenboim, ** voor het orkest en geen quotering voor de dirigent. Door de minderwaardige prestatie van de dirigent kan het Gouden Label niet toegekend worden aan deze dvd.
Een uitgave van Arthaus Musik 101 577