Zoek
Sluit dit zoekvak.

Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Pelléas et Mélisande van Claude Debussy, transparante uitvoering in Opéra Royal de Wallonie

Na zestien jaar is het een uitstekend idee van de Opéra Royal de Wallonie om dit sublieme en subtiele werk van begin twintigste eeuw op het repertoire te nemen. Bovendien biedt ORW een veelbelovende bezetting met de Belgische bariton Lhionel Lhote in de fascinerende rol van Pelléas en de beroemde Britse bariton Simon Keenlyside als het dwingend-rivaliserende personage Golaud.

muziek in de kapel partner van Klassiek Centraal

Fin de siècle

Debussy was geboeid door het stuk van Maeterlinck vooral omdat “de tekst de dingen half verwoordt en ruimte laat om mijn droom op de zijne te enten”. Pelléas et Mélisande is een mysterieus stuk met een eenvoudig verhaal. Niet het verhaal zelf is van belang maar alles wat erachter schuilgaat. Niets is duidelijk omschreven, niet wie de personages zijn, niet de plaats “Allemonde”, niet de tijd. De opera is opgebouwd rond symbolen: de bron, de toren, de droom. Ook de mensen lijken irreëel, alleen Golaud behoort tot de realiteit. Dit zou een korte inhoud kunnen zijn: “Man vindt vrouw bij een bron – hij neemt haar mee naar zijn paleis en trouwt met haar – zij wordt verliefd op de halfbroer van haar man, Pelléas. Haar jaloerse man vermoordt Pelléas en de vrouw sterft bij de bevalling van hun dochtertje.”

Met een precies  verwoorde beschrijving kondigt ORW de opera aan: « Dans un royaume imaginaire, les regards complices cachent les secrets inavoués d’une passion interdite. » Een frase waarin zowat alle kenmerken van de opera vervat zijn: een denkbeeldig koninkrijk, medeplichtige blikken, niet toegegeven geheimen en vooral een verboden passie. De opera baadt in melancholie en dromerigheid. Niets is duidelijk bepaald of omschreven. Wat telt in deze opera, is de sfeer, de symboliek en het ondoorgrondelijke onderbewuste van de personages.

Suggestief decor

Het decor biedt een perfect kader voor de sombere en irreële inhoud. Het is gebaseerd op het symbolistische schilderij van Arnold Böcklin, Die Toteninsel. Een bron ligt verborgen tussen herfstige bomen waarvan vooral de onderaardse wortels te zien zijn en enkele dorre kruinen. De donkere bruine kleur en de slingerende wortels geven een indruk van doodsheid en verval. De hangende wortels suggereren op een gegeven moment een gelijkenis met Mélisandes uit de toren hangende haar. De enige boom met een kruin is slechts een witte wolk: illusie. De verschijning van enkele gesluierde vrouwen in de eerste scène evoceert een tafereel uit een symbolistisch schilderij, genre Dante Gabriel Rossetti. Het kasteel waar Golaud Mélisande mee naartoe neemt, duikt als een luchtspiegeling op. De kamer met de sterfscène van Mélisande wordt vooral geëvoceerd door leegte en sfeervolle belichting.

Weinig intense personenregie

Hoe evocatief het decor ook is voor de sfeer en de symboliek van het stuk, de personages slagen er niet in de spanning van de innerlijke roerselen tot uiting te brengen, zeker niet in het eerste deel. In hun hoofdzakelijk witte, sierlijke kledij lijken ze zonder inleving doorheen de scènes te bewegen. Of moet die afstandelijkheid het ondoorgrondelijke van de karakters beklemtonen? Het draagt er in elk geval niet toe bij als toeschouwer meegesleept te worden. De ontmoeting tussen Mélisande en Golaud komt onverschillig over en geeft geen vermoeden van de tragiek die nog volgt. Zelfs van de scène als Pelléas met Mélisande de trouwring gaat zoeken in de grot en Mélisande opgeschrikt wordt door de blinden, gaat geen angst uit. De passage als Golaud Yniold verplicht Mélisande en Pelléas aan het raam te bespieden, grenst aan het belachelijke, met de miniatuurladder en het onhandige omhoog heffen van Yniold. Dat Yniold vertolkt wordt door een jonge sopraan, maakt bovendien van de jongen Yniold een weinig geloofwaardig figuur.

In het tweede deel van de voorstelling is de personenregie sterker en zijn er passages die aangrijpen, zoals de brutaliteit van Golaud als hij Mélisande beschuldigend bij het haar trekt. Hartverwarmend is ook de gevoeligheid van Geneviève en zeker die van de oude Arkel die zich over Mélisande ontfermen. De jonge zanger Inho Jeong, laureaat van de KEW zang van 2023, zingt niet alleen met warme diepe stem, maar vertolkt ook zijn rol met gepast charisma. Arkel wordt zo een van de meest beklijvende personages van de voorstelling. Gekleed ook in zijn met dorre bladeren beklede jas hoort hij thuis in de bevreemdende locatie van het tijdloze woud.

Muziek voor het onuitsprekelijke

Pelléas wordt vertolkt door de regelrechte Belgische ster-bariton van het moment, Lionel Lhote. Voor deze partij die door een tenor of door een bariton bezet kan worden, koos het team van Opéra Royal de Wallonie voor een bariton, trouw aan de voorkeur van de componist. Met zijn soepele en vooral lyrische bariton is Lhote vocaal beslist een droombezetting voor Pelléas. Zelfs de lijnen die bijna meer als spreeklijnen in de partituur staan, (vb c’est le dernier soir) geeft hij nog kleur. Ondanks de uitstekende vocale prestatie kon hij toch niet overtuigen. Hij lijkt zich niet echt thuis te voelen in de sensibiliteit van Pelléas. Jammer, want uitgerekend van Pelléas verwacht je een aparte vorm van gevoeligheid.

Nina Minasyan vertolkt een fragiele Mélisande met een waas van mysterie rond haar frêle figuur. Zij overtuigt met haar lichte sopraan en legt een zekere weemoed in de stem. Hun liefdesbekentenis in het vierde bedrijf is dan ook een van de mooiste momenten in de voorstelling.

Simon Keenlyside brengt duidelijk zijn ervaring als liedzanger mee als Golaud. Hij vertolkt de rol vrij statisch maar met veel tekstexpressie en beantwoordt daarmee zeker aan de bedoeling van Debussy, die een “spreekdrama” wilde schrijven met “toverachtig bezwerende taal”.

Marion Lebègue speelt Geneviève met veel empathie en geeft de slotscène met de dood van Mélisande een aangrijpende invulling. Al zingt Judith Fa de rol van Yniold met frisse en speelse sopraan, het is een weinig overtuigende jongensvertolking.

De jonge Franse dirigent Pierre Dumoussaud is al bekroond met diverse prijzen en heeft ook al een opname van Pelléas et Mélisande op zijn repertoire. Zijn uitvoering hier met het orkest van ORW maakt zeker duidelijk dat hij niet voor niets geprezen wordt als “Révélation, chef d’orchestre”. In de vloeiende doorlopende harmonie van Debussy’s partituur haalt hij heel mooi de motieven (motief van Golaud, motief van Mélisande). Hij laat de strijkers verfijnd klinken en geeft solopassages met harp, hobo en piccolo geraffineerde accenten. Jammer dat het orkest soms te luid klinkt en de zangers  overstemt. Toch levert Pierre Dumoussaud een mooie en transparante orkestrale uitvoering, die ervoor zorgt dat we genoten hebben van een mooie Pelléas et Mélisande, een opera die als enige opera van Debussy een mijlpaal vertegenwoordigt in de muziekgeschiedenis en door zijn aparte sfeer en prachtige muziek onverwoestbaar is!

  • WAT: Claude Debussy Pelléas et Mélisande
  • WAAR : Opéra Royal de Wallonie
  • WIE :Barbe et Doucet, regie, decor, kostuums – Guy Simard, belichting – Pierre Dumoussaud, dirigent – Orchestre, Chœurs van Opéra Royal de Wallonie-Liège
  • STEMMEN : Lionel Lhote, Nina Minasyan, Simon Keenlyside, Marion Lebègue, Judith Fa, Inho Jeong, Roger Joakim
  • WANNEER : Geziene voorstelling zondag 14 april 2024 (Voorstellingen tot 23.4.2024)
  • FOTO’S: © J.Berger ORW Liège

Nieuwsbrief

Meer Lezen

© Klassiek Centraal – build & hosted door Kyzoe.be

Join Us

Subscribe Our Newsletter

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.Consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo. ex ullamcorper bibendum. Vestibulum in mattis nisl.