Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Elk jaar worden de Caecilia prijzen uitgereikt voor de vorig jaar verschenen cd’s en DVD’s. 

Tijdens de buitengewone Algemene Vergadering van 3 november 1974, besloot de Vereniging van de Belgische Muziekpers om jaarlijks enkele prijzen uit te reiken aan de beste muzikale opnames, ongeacht de muzikale drager of de verkoopcijfers op de Belgische markt van het afgelopen jaar.

De prijsuitreiking van de Caecilia Prijzen Vond plaats op 25/03/2022 in de Flagey te Brussel het programma werd ingeleid met een optreden van het Duo Goggles, Wim Pelgrims & Esther-Elisabeth Rispens, de winnaars van de Supernova wedstrijd waar we eerder al een interview mee deden u leest het in dit  artikel.

De jury kiest ook een Jonge musicus van het jaar, dit keer is dat Sarah Defrise, in dit artikel leest u meer over Sarah.

(c) Roger Creyf

Hoe beslist de Vereniging van de Belgische Muziekpers over de toewijzing van de prijzen?

  1. Elk lid van de Vereniging van de Belgische Muziekpers stuurt een lijst op van zijn/haar favorieten – cd en dvd -, die in de loop van het afgelopen jaar uitkwamen (in dit geval van 15 december 2020 tot en met 31 december 2021), met een minimum van 10 en een maximum van 40 opnames.
  2. De jury neemt de stemmen op en klasseert ze. De jury neemt nadien bedenktijd om informatie aan te vullen (bestellen, verspreiden en beluisteren van genomineerde opnames die sommigen eventueel nog niet ontvangen hebben).
  3. Tijdens een tweede vergadering wordt beslist aan welke 10 opnames (zowel cd als dvd) een Caecilia Prijs wordt gegeven. Daaraan kan worden toegevoegd: de Snepvangersprijs voor een Belgische productie, een speciale prijs voor een ‘coup de coeur’ van de jury en de Albert De Sutter Prijs voor een historische opname. Zonder grote internationale  prestigeproducties te willen uitsluiten, tracht de jury van de Caecilia Prijzen nieuw talent, uitzonderlijke repertoires en gedurfde projecten in de kijker te zetten.

Samenstelling jury

De laureaten 2021 – CD /DVD


Josquin Desprez

Desprez: Josquin the Undead

Josquin Desprez verging het zoals Rembrandt. Toen hij stierf was hij zo beroemd dat hij, zoals een tijdgenoot schreef, “nu hij dood is meer werken produceert dan bij leven”. Niets was beter om een mis, motet of chanson populair te maken dan ze toe te schrijven aan Josquin. Precies met die onzekerheid gaan Björn Schmelzer en zijn ensemble Graindelavoix aan de slag in hun bijdrage tot het Josquinjaar 2021. In de uitgave die de Antwerpenaar Tielman Susato vijfentwintig jaar na diens dood verzorgde delven zij naar de late werken van de “meester van de noten” (Luther), die hij schreef na zijn roemrijke carrière. Hun consequent ‘anti-historicistische’ aanpak, die “de diepe tegenstellingen weergeeft van de tijd waarin het repertoire is ontstaan”, transformeert die tot ijle meditaties. Muziek van een bijna dode voor de doden van toen en de levenden van nu. (Stephan Moens)

Rameau: Achante et Céphise

Al mag Achante et Céphise niet tot de grootste werken gerekend worden, is dit het werk van een muzikale reus. Er bestond tot nu toe geen enkele integrale opname van deze pastorale die echter meer inventie en theater biedt -zoals in de ongelooflijke intensiteit van bepaalde delen van het Derde bedrijf- dan wat men in menig opera van kleine meesters die men vergeefs uit de vergeethoek van de muziekgeschiedenis gehaald heeft vindt. Eender welke opname zou onze dank verdienen, maar deze uitvoering doet de partituur alle eer aan. Onder de even zwierige als verfijnde leiding van Alexis Kossenko laten Les Ambassadeurs-La Grande Écurie het opulente orkest van de Parijse Opera zoals men het in de jaren 1750 kon horen herleven, waarbij ze op een geschikte cast kunnen rekenen die de tekst helder en met gevoel voor de subtiele retorica articuleert. (Bernard Schreuders)


Jean-Philippe Rameau 

Carl Philipp Emanuel Bach

Bach, C. Ph. E.: Beyond The Limits

Wat een geluk dat Gottfried van Swieten niet alleen de oude Bach (Johann Sebastian) bij Mozart en Haydn aanprees maar ook diens zoon Carl Philipp Emanuel vroeg om wat symfonieën voor hem te schrijven. Bij van Swieten, dat wisten alle componisten, mocht je je laten gaan. Technisch moeilijk, harmonisch gewaagd, vormelijk vernieuwend: het kon allemaal. De eerste critici waren dan ook al onder de indruk van de “originele, gedurfde stroom van ideeën en de grote verscheidenheid en nieuwigheid in de vormen en modulaties”. Van deze strijkerssymfonieën zijn al heel wat opnames beschikbaar maar die van Amandine Beyer en haar ensemble Gli Incogniti treft misschien wel het best van allemaal de spitante contrasten in tempo en dynamiek en de onvoorspelbare grilligheid van deze muziek. Mendelssohn is niet veraf. (Stephan Moens)

El Nour

De pogingen om Oost en West in de muziek samen te brengen zijn weliswaar talrijk maar zelden geslaagd. Al blijft dit waar, steekt de blijkbaar moeiteloze manier waarop de Egyptische zangeres Fatma Said en haar musici -van alle slag- dit repertoire met virtuositeit en naturel aanpakken met hoofd en schouders boven alles wat er in de discografie tot nu bestaat uit. Combineer Schwarzkopf met Oum Kalsoum met daarbovenop een schepje sprankel à la Jodie Devos (om maar een voorbeeld te geven). Voeg er een tessituur van twee en een halve octaaf aan toe, plus een onweerstaanbare chic en sensualiteit. (Martine D. Mergeay)


Abd al-Rahïm, Hector Berlioz, Georges Bizet, Fernando Obradors, Maurice Ravel, etc.


Franz Liszt

Liszt

Er bestaan weliswaar meer demonische of filosofische versies van Liszts Sonate, maar deze opname van Benjamin Grosvenor getuigt van een zelden gehoorde intelligentie en fijnzinnigheid. Fenomenale techniek en intellectuele helderheid zorgen voor een uitzonderlijke uitvoering van een werk dat al zo vaak is opgenomen. De zelden gespeelde Berceuse, de Drie Sonnetten van Petrarca en Liszts bewerking van Schuberts Ave Maria worden met onvervalste poëzie en finesse weergegeven. Grosvenor schittert in Réminiscences de Norma en laat verbluffende virtuositeit in deze waanzinnig moeilijke partituur horen. (Patrice Lieberman)

Lassen: Lieder – Mélodies

Deze onverwachte uitgave zorgt voor een dubbele ontdekking, zowel van een onterecht vergeten Belgische componist als van werken van een verrassend hoog niveau. Edouard Lassen (1830-1904) werd in Kopenhagen geboren maar het gezin vestigde zich al in 1833 in Brussel. Lassen studeerde piano en compositie aan het Brussels Conservatorium. Liszt nam hem onder zijn vleugels en hielp hem aan een functie als dirigent in Weimar waar hij als Kapellmeister bijna 40 jaar lang een hoog aanzien genoot. Dit belette hem evenwel niet om te blijven componeren, waarbij zijn meer dan 260 liederen zich op een grote populariteit konden verheugen. Reinoud Van Mechelen en Anthony Romaniuk bieden ons een mooie selectie uit dit omvangrijk oeuvre aan. Zo kunnen wij een fijnzinnige en gevoelige componist ontdekken, een kunstenaar met een uitgesproken melodische gave in de lijn van Schumann en Mendelssohn. (Patrice Lieberman)


Édouard Lassen


Sergei Lyapunov

Lyapunov: 12 Études d’exécution transcendante

Soms zit het geluk van de ontdekking in het herkennen : alles is nieuw, maar eigenlijk bestond het al en ging gepaard met het felste lang vervlogen geluk. Zo zit de wereld van Sergei Lyapunov (1859-1924) eruit, een wereld waar buitensporige virtuositeit in pure poëzie, droom of epos verandert. De Belgische pianist Florian Noack brengt het er met een verbluffende techniek vanaf, en weet evenzeer met een natuurlijk en ongedwongen spel vol licht en kleur te bekoren. (Martine D. Mergeay)

Ives: Complete Symphonies

Het na elkaar beluisteren van Ives’ vier symfonieën is een snelcursus in de evolutie van de Amerikaanse muziek volgen. De Eerste – geschreven voor zijn eindexamen compositie aan Yale- staat nog sterk onder de invloed van Dvořák en Brahms. Dit geldt nog eveneens voor de Tweede, hoewel Ives hier al afstand van zijn Europese modellen neemt in een poging om tot een eigen Amerikaanse muziektaal te komen. Na de Derde met haar intiem en sereen karakter, volgt de buitengewone Vierde – zeker de grootste Amerikaanse symfonie ooit. De grootsheid en diepgang van het werk gaan vaak achter een merkwaardige sfeer van vrolijke anarchie schuil. Gustavo Dudamel leidt het uitstekende Los Angeles Philharmonic met vaste hand. (Patrice Lieberman)


Charles Ives


DVD: Erich Wolfgang Korngold

Korngold: Die tote Stadt

Korngolds opera Die tote Stadt is al enige tijd bevrijd uit het odium van “klinkt als filmmuziek”. Bij ons werd dat ten laatste bewezen sinds de opvoering ervan in de Munt, midden in de Covid19-pandemie. De dubbele hoofdrol ervan, Marie/Marietta, was in handen van Marlis Petersen: een ideale bezetting (ze is een even sterke Lulu of Salome). In München stond zij tegenover de stertenor van het ogenblik, Jonas Kaufmann, die zich in de al ietwat oudere maar nog steeds overtuigende, hyperrealistische enscenering van Simon Stone ontpopte als een geëngageerd acteur. Maar misschien het sterkste element was de muzikale interpretatie van Kirill Petrenko. Niks geen filmmuziek maar een tegelijk luxueus en helder, glinsterend en modernistisch ‘Weens’ klankbeeld dat meer deed denken aan Mahler of de vroege Berg dan aan Puccini. Korngold als de Klimt van de muziek? (Stephan Moens)

And Love Said…

Jodie Devos verlaat Offenbach om met deze English Songs een nieuwe muzikale wereld te verkennen. De Belgische sopraan is al sedert haar studies in Londen met dit poëtisch universum vertrouwd en kiest hier voor een brede waaier aan componisten van beider kunne. Twee monodrama’s van Patrick Leterme -opgedragen aan de zangeres en vriendin- vullen het programma aan. In nauwe samenwerking met pianist Nicolas Kruger geeft Jodie Devos hier blijk van zowel verbeelding als loepzuivere techniek in een schitterende aaneenrijging van topstukken van Benjamin Britten tot Freddie Mercury. (Martine D. Mergeay)


DVD: Patrick Leterme, Ralph Vaughan Williams, William Walton, Freddie Mercury, etc.

Snepvangersprijs: Voor een uitstekende Belgische productie


Édouard Lassen

Lassen: Lieder – Mélodies

Deze onverwachte uitgave zorgt voor een dubbele ontdekking, zowel van een onterecht vergeten Belgische componist als van werken van een verrassend hoog niveau. Edouard Lassen (1830-1904) werd in Kopenhagen geboren maar het gezin vestigde zich al in 1833 in Brussel. Lassen studeerde piano en compositie aan het Brussels Conservatorium. Liszt nam hem onder zijn vleugels en hielp hem aan een functie als dirigent in Weimar waar hij als Kapellmeister bijna 40 jaar lang een hoog aanzien genoot. Dit belette hem evenwel niet om te blijven componeren, waarbij zijn meer dan 260 liederen zich op een grote populariteit konden verheugen. Reinoud Van Mechelen en Anthony Romaniuk bieden ons een mooie selectie uit dit omvangrijk oeuvre aan. Zo kunnen wij een fijnzinnige en gevoelige componist ontdekken, een kunstenaar met een uitgesproken melodische gave in de lijn van Schumann en Mendelssohn. (Patrice Lieberman)

Prijs Albert de Sutter: Historische opname

Poot: Symphonies Nos. 1-7

De herinnering die men nu aan Marcel Poot (1901-1988) bewaart is die van de man die gedurende meer dan een halve eeuw een ware pijler van het Belgisch muziekleven was, onder meer als directeur van het Brusselse Conservatorium en als langjarige juryvoorzitter van de Koningin Elisabethwedstrijd. Als componist geraakte Poot helaas in de vergetelheid en wij kunnen Naxos voor deze integrale heruitgave van zijn symfonieën zeker dankbaar zijn. De twee eerste zijn het werk van een jonge, speelse en enthousiaste kunstenaar, terwijl de drie laatste ons een musicus tonen die het vak perfect beheerst en soms een beetje academisch overkomt. De Derde en Vierde symfonieën geven blijk van een opmerkelijke diepgang en soberheid. De uitstekende vertolkingen worden door verschillende orkesten en dirigenten verzorgd. (Patrice Lieberman)


Marcel Poot

lees onze recensie over deze cd hier