Festival 20·21 is toe aan haar laatste week, en die werd alvast ingezet met een klepper van een duo recital rond ritmische exploratie met artist in residence Brecht Valckenaers en gerenommeerd pianist Jan Michiels. Valckenaers is voor het tweede jaar op rij artist in residence, en de komende twee jaren mag hij dat nog eens doen. Gedurende dit vierjarige traject focust hij op het pianorepertoire van Ligeti. Vorig jaar was het vertrekpunt Ex Nihilo, componeren vanuit het niets, met als centraal werk Ligeti’s Musica Ricercata. Dit jaar nemen Valckenaers en Michiels werken voor twee piano’s onder handen met als pilaar de Drei Stücke für zwei Klaviere (1976).
Het duo bracht een vijfluik aan werken waarin de ritmische gewaarwording van de luisteraar — en zeker van de pianisten — zwaar op de proef wordt gesteld. Gelukkig werd voorafgaand aan het recital een zeer interessante en verhelderende inleiding verzorgd door artistiek leider Pieter Bergé.

Op het programma stonden niet louter werken van Ligeti. Conlon Nancarrow (1912–1997), een Amerikaans-Mexicaanse componist, experimenteerde — net als Ligeti, maar geheel onafhankelijk — met ritmiek en schuwde daarbij de uiterste grenzen niet. Sommige van zijn pianostudies zijn zelfs niet meer speelbaar door één individu. Om zijn muzikale ritmische ideeën vorm te geven, schakelde hij over op een origineel notatiesysteem dat via zelfspelende piano’s tot klinken kon worden gebracht. Later ontmoette Ligeti Nancarrow, en de wederzijdse bewondering was groot. Nancarrow schreef als bedanking zelfs een stuk voor Ligeti’s 65ste verjaardag: For Ligeti (1988). Naast Nancarrow en Ligeti stond ook een eigen werk van Valckenaers op het programma. Net zoals vorig jaar verweefde hij dit intelligent met de gevestigde stukken.
Het recital opende met lichter ritmisch werk van Ligeti: de sonatina uit Fünf Stücke für Klavier zu vier Händen (1950). Dit geestige werkje werd gevolgd door twee studies voor player piano van Nancarrow: Studie 20, gearrangeerd voor pianoduo door Helena Bugallo, en Studie 6, gearrangeerd door ritmisch tovenaar en pianist Thomas Adès. In Studie 6 speelde Valckenaers een continu transformerende boogiewoogiebasfiguur, terwijl Michiels de bovenstem voor zijn rekening nam — een charmante kleine parel.
Speciaal voor dit recital bereidde Valckenaers een aartsmoeilijke transcriptie voor van For Ligeti, een werk dat nooit eerder werd gespeeld door twee “echte” pianisten. Een waar unicum dus, en een uniek werk is het zeker. Er is moeilijk vat op te krijgen, maar zoals Bergé het treffend verwoordde in zijn inleiding: soms is het beter om uit te zoomen op de muziek en ze eerder te ondergaan — een echte open mind en open ears-mentaliteit.
States of Matter (Valckenaers, 2025) vormde het derde luik van de avond. Net zoals hij vorig jaar zijn vijf ritmische studies intelligent verweefde in het programma van Ex Nihilo, gaat hij hier verder op dat elan met drie stukken voor twee piano’s. Valckenaers slaagt erin een brug te bouwen tussen ritmisch experiment en toegankelijkheid. In de voetsporen van Nancarrow en Ligeti vertrekt hij van een ritmisch zeer kwalitatief kernidee en bouwt dat gestaag uit. Zijn aanpak is orenschijnlijk minder radicaal, minder “wetenschappelijk” dan die van Ligeti bijvoorbeeld, wat het geheel een menselijker kantje geeft. Bovendien hanteert hij zijn eigen harmonische taal. States of Matter (aggregatietoestanden) bestaat uit drie delen: het sensitieve Liquid, het schertsende Gas en het imposante Solid. Vooral Solid zindert nog na, met de haast rituele, galmende boventonen in de coda.
Het voorlaatste luik van de avond liet ons opnieuw kennismaken met werk van Nancarrow: een fris, jeugdig en melodisch getint werk dat bevattelijk en speels blijft — de sonatina uit 1941, in een arrangement voor twee piano’s door Yvar Mikhashoff.

Een monument om mee te eindigen? Absoluut. Michiels en Valckenaers vertolkten in het vijfde en laatste deel van de avond Ligeti’s Drei Stücke für zwei Klaviere. In dit imposante werk vinden we drie fantastische stukken, geënt op ritmische ideeën van Ligeti zelf, maar ook op die van de minimalisten Reich en Riley, die hij zo bewonderde. Zelfs Chopin komt even piepen. Michiels en Valckenaers weten dit werk te overwinnen en geheel eigen te maken — een waar huzarenstukje van hyperfocus. Dit drieluik vormde een fantastische afsluiter van de avond, verzorgd door twee ritmische grootmeesters, maar vooral twee topmuzikanten.
Later dit jaar verschijnt er bij de podcastreeks RECITATIVO een aflevering in het teken van Brecht Valckenaers en zijn muziek. Hij gaat onder andere dieper in op zijn compositiemethodes en bespreekt in detail twee werken van eigen hand.







