Het Gentse muziekcentrum De Bijloke organiseert elk jaar twee festivals, Côté Jardin in juni en het meerdaagse festival Wonderland einde augustus: concerten en evenementen op de hele Bijloke-site, buiten in een tent, in grote concertzaal en in het Kraakhuis.
Breng je picknick mee! staat er op de aankondiging. Niet alleen een muzikaal, het is ook een sociaal gebeuren voor jong en oud. Een ouder publiek en ook jonge ouders met peuters en kleuters die de concertzaal binnendringen.
Gekke bende
Het begint om 11 uur in de tent met het orkest de Ledebirds uit de Gentse randgemeente Ledeberg. Deze gekke bende is een gek gebekt ensemble met strijk-, blaas- en slaginstrumenten onder leiding van klarinettist Mattias Laga. Ze spelen wereldmuziek, vaak nummers uit de Balkan. Nummers, geen stukken. Een motief wordt in die nummers, liederen en litanieën soms eindeloos herhaald in verschillende bezettingen. Eenmaal de Ledebirds van wal steken kan het lang duren …
Op Côté Jardin speelden ze samen met componist en arrangeur Dirk van der Harst. Die heeft zijn strepen verdiend als muzikale duizendpoot, en past bij de Ledebirds als een dekseltje op een potje. Op hun violen, fluiten, klarinetten, trommels spelen en zingen de Ledebirds de weide in opperste stemming. Mattias Laga is een gepassioneerd aanvoerder, met zijn klarinet vuurt hij zijn troepen aan. De Ledebirds zijn ook een sociaal project, een laagdrempelig initiatief om muzikanten samen te brengen en het multiculturele Ledeberg een stem te geven.
Eén symfonie, vier dirigenten.
Om 12.30 uur is er het centrale event op Côté Jardin, toch wat betreft klassieke muziek. Het Symfonieorkest Vlaanderen speelt de Zesde van Beethoven in de grote concertzaal. De Pastorale, een knipoog naar de weide en de muzikale picknick, zoals Côté Jardin ook wordt gepresenteerd. Er treden maar liefst vier dirigenten aan. Niet tegelijk, maar per deel van de symfonie.
Ze hadden een week dirigeerles van de Duitse maestro Christian Ehwald. Achtereenvolgens treden de Britse Tess Jackson, de Italiaan Giovanni Fanizza, de Venezolaan Elvis Pérez en de Duitser Friedrich Praetorius aan. Ze halen uit het orkest wat er in zit, een nobele, strakke, soms wat ijle klank bij de strijkers, die in betere concertzalen voller klinkt. In deze middeleeuwse ziekenzaal, de oudste maar geenszins beste concertzaal ter wereld, klinkt het soms zo schraal als een madrigaal …
Het orkest speelt in de zgn. Weense opstelling, met de tweede violen niet naast maar recht tegenover de eerste violen. Hoog boven ons zien we het houten gewelf uit de dertiende eeuw. Een omgekeerde scheepsromp, denk ik wanneer het in het eerste deel wiegt als in een boot. Ook bij de Venezolaan Pérez hoor ik verrassende crescendi in het scherzo. Niet alleen zijn Derde of Vijfde, ook Beethovens Zesde symfonie moet in zijn tijd behoorlijk choquerend hebben geklonken. Met dit jonge talent en hun dirigeerstokjes komt dat heel goed uit de verf. Ik verlaat de zaal met een heerlijk herderlijk gevoel, klaar om mijn schapen te tellen in de weide.
In de namiddag is die weide goed volgelopen. Overal staan tafels en stoelen, er wordt geklonken en geschranst, gelachen en gedanst. Er zijn verschillende bars op de site, maar velen slepen een koelbox mee. Er heerst een ontspannen, uitgelaten sfeer. Ook voor de kinderen zijn er optredens, het vliegend tapijt van Le Contrevent of straattheater Kagoels.
Stemmen op, naast, achter en boven de scène
Dan is het tijd voor opera, voor vijf zangers van de IOA (International Opera Academy), die hier op de Bijloke-site is gevestigd. Ze zingen Italiaanse aria’s en recitatieven van Händel tot Puccini. Vijf vrouwen en één man, begeleid door twee pianisten. Baryton Alexander Van Goethem en sopranen Klara Vermeer en Marjolein Appermont delen samen met hun buitenlandse collega’s Lucy Gibbs (UK), Marianna Giulio (Italië) en Mathilda Sidén Silfver (Zweden) de scène.
Ze zingen samen in verrassende ensceneringen waarbij ze niet alleen op, soms ook naast, achter en op de koorbanken boven het podium staan te zingen. Vandaag geen doorsnee concertpubliek in de zaal, ook heel wat jonge gezinnen. Achter mij hoor ik een kirretje, peuters beseffen niet hoe hun stemmetje de stilte breekt.
Opera is niet alleen zingen, het is ook acteren. Opera is niet alleen muziek, het is een verhaal over het leven. Liefde, hoop, haat en nijd, we krijgen het hele gamma in een verrukkelijk uur. Met hun in de Academy gevormde en gesmeerde stemmen vullen ze de machtige zaal. Gouden stemmen van de jeunesse dorée !
Doodgewone Gentenaren
Côté Jardin is niet alleen klassiek, het is ook jazz, folk en wereldmuziek. En er is ook plaats voor een experiment, out of the box. In het Kraakhuis, de kleine concertzaal van De Bijloke, is er vandaag twee keer Petites Histoires. In de aankondiging staat “Doodgewone Gentenaars zingen hun bijzondere ‘Petites histoires’ samen met B’Rock-muzikanten en Paul Griffiths’. Die doodgewone Gentenaars zijn burgers uit de kansarmoede die hun lot, hun zorgen, hun woede uitzingen in hun zelf geschreven verzen. In koor en soms ook individueel gezongen, gesproken en geroepen:
“Wij zijn Gent. Wij zijn de mensen van Gent. Wij zijn reuzen, draken, buffalo’s. Onze herinneringen zijn bitterzoet”.
“Wij zijn rebellen die vechten tegen het systeem, vluchtend van ons verleden en zoekend naar de zonsopgang”.
“We zijn vechters, dromers, weerbarstig en veerkrachtig”.
Vechters tegen het systeem
Eigenlijk zijn het geen ‘petites histoires’, het zijn grote verhalen van moedige mensen die de eindjes niet elkaar kunnen knopen op het einde van de maand. Mensen die in de schaduw van de maatschappij leven, die nooit op de podia stralen. In dit project mogen ze schitteren in het Kraakhuis, begeleid door drie topmusici met barokinstrumenten, onder leiding van gitarist Paul Griffiths.
Wat een prachtig initiatief. Alhoewel we natuurlijk niet mogen vergeten dat “ons systeem”, waar ze tegen vechten, een systeem is met een uitstekende sociale zekerheid. Daar hebben vorige generaties ook voor gevochten. We zijn allemaal burgers van een stad en een land waar de rijkdom behoorlijk herverdeeld wordt. Een land waar er opvangnetten zijn voor werklozen, waar er verzekeringen en hulp is voor de zwakken en de zieken. Maar dat mocht ik tegen die doodgewone Gentenaren niet gezegd hebben.