Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Regie rijdt Norma in de prak

De Muntschouwburg heeft dit seizoen enkele niet stuk te krijgen meesterwerken uit het operarepertoire op het programma. Het begon met Verdi’s Falstaff in september (zie KC 30-9-25), nu is Bellini’s Norma aan de beurt en op het einde van het seizoen is er  Puccini’s Tosca.  

Norma is zowat de enige opera van Bellini die ècht populair is. Dat heeft uiteraard veel – zo niet alles – te maken met hét belcanto-vehikel bij uitstek, de aria Casta Diva die vooral dank zij de legendarische vertolking van Maria Callas het icoon van belcanto geworden is. Maar de opera heeft natuurlijk meer te bieden dan enkel deze sublieme aria: er is de meeslepende orkestrale inleiding, het dramatische trio dat het eerste bedrijf besluit en het intense duet tussen Norma en Adalgisa in het tweede bedrijf.  

Jammer genoeg kwamen niet al deze troeven even goed uit de verf in de voorstelling die de Munt presenteert. De meeslepende orkestrale inleiding laat al meteen horen dat dirigent George Petrou weinig subtiliteit in de instrumentatie aan de dag legt. Dit blijft jammer genoeg zo tijdens de hele voorstelling. Het orkest klinkt vooral te luid en biedt nauwelijks verfijning. De intense melancholische momenten komen niet tot hun recht, zo geeft de dirigent bij voorbeeld de heerlijke klarinetpartij in het ontroerende duet tussen Norma en Adalgisa in het tweede bedrijf te weinig kans. De klemtoon ligt vooral op de militante en felle passages. Die zijn er natuurlijk ook, met als topper de Guerra, guerra -passage in het tweede bedrijf, waar het koor zich van zijn beste kant laat horen, maar de intiemere confrontaties gaan wat orkestrale finesse betreft de mist in.   

Autokerkhof bezocht door zangers 

Het decor is sober gehouden met een egaal blauw getinte achtergrond met één “litteken”-reliëf (zo interpreteer ik het). Geregeld is er een verdeling van de scène in niveaus. Voor het overige komen de effecten vooral van de belichting en van de auto’s, die op de scène geduwd of opgehangen worden. Dat Bellini’s opera zich niet meer hoeft af te spelen in het woud van de druïden is voor de hand liggend, maar de regie van Christophe Coppens, die van ouderwetse en aftandse auto’s het belangrijkste decor-en rekwisiet-ingrediënt maakt, komt zinloos over en biedt vooral geen aangrijpende beelden. Bovendien botsen de zangers geregeld op hun limieten en missen ze de kans om hun emotionele complexiteit te beleven. De verleiding bij voorbeeld tussen Pollione en Adalgisa in de tweede scène van het eerste bedrijf, komt over als een dovemansgesprek tussen pubers op een afgelegen parking, in een auto op een verdieping die geen uitweg biedt…. met wat goede wil te interpreteren als een discussie die inderdaad geen uitweg biedt. Net zoals het kluwen van vernielde auto’s symbool kan zijn voor de vernielde passie van Norma als ze van Adalgisa over haar relatie met Pollione hoort. Maar de emotionele verwikkelingen, waaraan de twee vrouwelijke hoofdpersonages ten prooi zijn, verzinken in dit decor jammer  genoeg in het niets. De lege dorpskroeg, is een steriele omgeving, waarin de bekentenis van Adalgisa helemaal niet de impact heeft van een nochtans essentiële vriendschapscrisis. Dat decor wordt trouwens met enige aanpassing in het eerste toneel van het tweede bedrijf hernomen als treinwagon (met een irriterende achtergrond van passerende landschapsbeelden), waarin de kinderen zogezegd naar Rome reizen, als Norma ingezien heeft dat ze haar kinderen niet kan doden. Dat Adalgisa bewust afziet van haar liefde voor Pollione, leidt dan uiteindelijk naar de ontknoping waarbij Norma zichzelf als schuldige aangeeft en haar taak als priesteres opnieuw wil opnemen. Uit grootmoedigheid sterft Pollione met haar samen op de brandstapel, hier dus in een met benzine overgoten brandende auto.  

Paradepaardje van lyrische sopranen 

Gelukkig brengen de stemmen soelaas. Raffaella Lupinacci bewees zich vorige week al in een mooi recital met Enea Scala in belcantoliederen. Ze is een heerlijke Adalgisa, stijlgetrouw, met een soepele, net niet te donkere mezzo om te matchen met de sopraan van Sally Matthews. Vocaal spelen ze mooi op elkaar in, maar spijtig dat de enscenering niet gunstiger is voor hen zodat je hen ook als personages sterker in de emotionele verwikkelingen van verdriet en tederheid kunt ervaren. Sally Matthews zingt Casta Diva met veel zorg en soepele coloraturen, al hadden de extreme pianissimi beter mogen uitkomen, misschien ook op conto van de dirigent te schrijven. Of zichzelf wat sparend voor de nog zware aria’s en duetten die volgen. Het grote duet met Adalgisa waarin ze niet als rivalen tegenover elkaar staan maar als vrouwen verbonden in diepe vriendschap is een hoogtepunt van intimiteit en verbondenheid. En net daar weer gaat de enscenering dwars met plots sneeuw te laten dwarrelen, waardoor de magie verbroken wordt! Toegeving aan de kerstperiode waarin de opera geprogrammeerd staat?  

Enea Scala zet een overtuigende Pollione neer. Als vertolker van de heldhaftige consul zet hij zijn stem stevig in en hij klinkt beslist als de passionele minnaar. Hij kan gerust doorgaan als een zanger met knappe belcantoglans.  

Norma van Bellini is inderdaad een opera die niet kapot te krijgen is, al hadden we de intense melancholie en de passie van de tweestrijd tussen liefde en plicht graag in een overtuigender uitvoering ervaren. 

Details:

Titel:

  • Regie rijdt Norma in de prak

Wie:

    • Regie: Christophe Coppens Dirigent: George Petrou Symfonieorkest en koor van de Munt Met: Enea Scala, Sally Matthews, Raffaella Lupinacci, Alexander Vinogradov, Lisa Willems, Alexander Marev

    Waar:

      • De Munt, Brussel

      Wanneer:

        • 22 december 2025

        Foto credentials:

          • Simon Van Rompay

          Blijf op de hoogte

          Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

          – advertentie –