De Oostenrijkse gitarist en componist Florian Palier behoort tot de boeiendste stemmen van de hedendaagse Europese gitaarwereld. In zijn muziek versmelten orde en spontaniteit, vakmanschap en verbeelding. Klassiek Centraal sprak met hem naar aanleiding van het Antwerps Gitaarfestival over klank, stilte, reizen, lesgeven en de kunst om binnen een structuur vrij te blijven.
Muziek als moedertaal
Florian Palier groeide op in een wereld waarin muziek even vanzelfsprekend was als ademhalen. Zijn vader, Johann Palier, is zelf een gevierd gitarist en componist. “Mijn vader oefende vaak terwijl ik als kind in slaap viel,” vertelt Florian. “Voor mij hoorde muziek gewoon bij het leven – ik moest op school zelfs leren dat niet elk kind thuis muziek maakte.” “Er zijn nauwelijks jeugdherinneringen zonder muziek,” zegt hij. “We speelden en zongen voortdurend als familie. Muziek was gewoon deel van het dagelijkse leven.”
Zijn vader bleef jarenlang zijn leraar, en die intensieve samenwerking was zowel een geschenk als een uitdaging. “Op een bepaald moment moest ik me natuurlijk losmaken om mijn eigen stem te vinden.” Die vroege vertrouwdheid met klank heeft hem gevormd, maar ook uitgedaagd. “Ik heb lang met mijn vader gestudeerd, en hij was een geweldige leraar. Toch moest ik, zoals elke jonge muzikant, op een bepaald moment mijn eigen weg vinden.” Die zoektocht bracht hem ver buiten de klassieke paden. Als tiener ontdekte hij jazz en rock, later reisde hij maandenlang door Indonesië, Maleisië en Marokko, waar hij zich verdiepte in Gamelan en de Gnawa-traditie. “Elke nieuwe stijl die ik leer, verrijkt me. De gitaar is daarvoor het perfecte instrument – ze spreekt alle talen van de wereld.” Vandaag herhaalt de geschiedenis zich: “Mijn zoon Emilio is tien maanden oud, en ik speel veel voor hem – vaak Bach. Het is bijzonder om te zien hoe muziek ook in hem een vanzelfsprekende plaats krijgt.”
De componist: architect van emotie
Palier componeert regelmatig, en ook daarin zoekt hij het samenspel tussen intuïtie en constructie. “Componeren is tegelijk creatief en technisch. Inspiratie en organisatie moeten in evenwicht zijn.”
Zijn ideeën kunnen ontstaan uit een enkel geluid, een beeld of een literaire indruk. “De roep van een vogel, de wind, een zin van Proust – alles kan een vertrekpunt worden.” “Ook Rilke heeft me sterk beïnvloed, en in de beeldende kunst vooral de verstilde wereld van Jan Vermeer. Hun manier om tijd en licht te vangen inspireert mijn muzikale vormtaal.”
Hij beschouwt structuur niet als een beperking, maar als een kader dat vrijheid mogelijk maakt. “Vormen kunnen de vrijheid ondersteunen. Kijk naar componisten uit de Renaissance, zoals Luys Milán – zij bewogen zich vrij binnen zeer strenge regels. Dat vind ik fascinerend.” Wanneer een werk voltooid is, is voor hem zelden een kwestie van gevoel alleen. “Vaak is er een deadline,” lacht hij. “Maar uiteindelijk weet ik rationeel wanneer de architectuur klopt. Toch behoud ik als uitvoerder van mijn eigen stukken het recht om later nog dingen te veranderen.”
Improvisatie: de kunst van het ogenblik
Improvisatie is bij Palier geen bijzaak, maar een essentieel onderdeel van zijn muzikale denken. Zijn fascinatie ontstond via de jazz, en groeide uit tot een fundamentele overtuiging: “Improvisatie is vrijheid. In de muziek als tijdskunst bestaat er in elk moment precies die ene juiste toon.” Hij citeert Goethe: “Nur was der Augenblick erschafft, das kann er nutzen.” Soms is het improviseren een innerlijke dialoog, soms een reactie op de ruimte of het publiek. “Alles kan. Soms is het een kleur, soms een gedachte. De improvisatie leeft van het nu – wat ze zegt, kan nooit herhaald worden.” “In zekere zin is improvisatie als het gesproken woord, terwijl compositie meer op doordachte proza of poëzie lijkt,” zegt hij. “Beide zijn onmisbaar.” De scheidingslijn met compositie vervaagt dan ook. “In sommige stukken laat ik passages open, en als ik ze publiceer, noteer ik later mijn eigen improvisatie als suggestie voor andere uitvoerders.”
De zoektocht naar klank
Paliers toon is opvallend helder en warm – nooit op effect gericht, maar rijk aan nuance. “De klank is een innerlijke voorstelling die ik via mijn lichaam probeer te realiseren. Dat blijft een eindeloze ontdekkingstocht.” “De toon ontstaat in een complex samenspel van lichaam, nagelvorm, snaar en ruimte,” legt hij uit. “Het belangrijkste is altijd de innerlijke klankvoorstelling – het beeld dat ik wil realiseren.”
Hij werkt nauw samen met gitaarbouwer Michael Cadiz, een Amerikaan die in Graz woont. “Het is wonderlijk om te zien hoe zijn instrumenten zich ontwikkelen.”
Ook experimenten met stemming en speeltechniek horen daarbij. “Vooral in hedendaagse muziek gebruik ik alternatieve stemmen – het opent nieuwe werelden.”
De opnamepraktijk heeft hem geholpen zijn klank verder te verfijnen. “Mijn broer Benedikt is geluidsingenieur; samen hebben we uren geëxperimenteerd. Maar de zoektocht naar een eigen toon is een levenslang proces – met elke nieuwe ervaring verandert je idee van klank.”
De leraar die blijft leren
Naast zijn concertleven is Palier een gepassioneerde docent aan verschillende conservatoria, onder meer in Graz en Klagenfurt. “Lesgeven verrijkt mij enorm. Elke student vraagt om een andere aanpak, en dat houdt mij alert.” Dat is zeker van toepassing op zijn ervaring aan de Musikuniversität Wein. “Ieder student heeft een eigen pad, en om iets op verschillende manieren uit te leggen, moet ik zelf blijven leren. Dat maakt lesgeven zo waardevol.” Hij probeert zijn studenten een evenwicht bij te brengen tussen technische beheersing en persoonlijke expressie. “Techniek is geen doel, maar een middel om te kunnen zeggen wat je wilt zeggen. De mooiste momenten zijn die waarop iemand zijn eigen stem vindt.” Op zijn reizen merkt hij hoe cultuur de muzikale beleving beïnvloedt. “Een student in Azië of Zuid-Amerika benadert muziek anders dan iemand in Europa. We dragen allemaal ons klanklandschap in ons mee.”
Het podium als ontmoetingsplaats
Hij besteedt veel aandacht aan dramaturgie: “Een goed programma vertelt een verhaal. De programmatie hangt ook sterk af van de context – sommige werken passen beter op bepaalde plaatsen dan andere. En ik speel enkel stukken waar ik echt in geloof.” Hij besteedt veel aandacht aan dramaturgie: “Een goed programma vertelt een verhaal. En ik speel enkel stukken waar ik echt in geloof.” De sfeer van het publiek heeft directe invloed op zijn spel. “Of ik het publiek zie of niet, verandert alles. Ook de akoestiek speelt een grote rol – ze bepaalt hoe de muziek ademt.” Een optreden in Taipei is hem bijzonder bijgebleven. “Na het eerste stuk begroette ik het publiek in het Mandarijn, en vijfhonderd mensen antwoordden tegelijk. Die warmte en discipline waren indrukwekkend.”
Inspiratie en toekomst
Paliers inspiratie reikt ver buiten de gitaar. Muzikaal bewondert hij onder meer Mendelssohns Vierde symfonie, Bergs Wozzeck, Zemlinskys Lyrische Suite en de stem van Omara Portuondo.
Hij vertelt enthousiast over een recente uitvoering van Die Fledermaus in het Theater an der Wien. Onlangs bezocht hij ook de tentoonstelling Gotik und Moderne in de Wiener Albertina: “De expressieve kracht van Käthe Kollwitz en Edvard Munch heeft me diep geraakt, net als de verfijnde symboliek van Lucas Cranach.” In de literatuur zijn Proust en Thomas Mann blijvende gidsen.
Over de toekomst van de klassieke gitaar denkt hij genuanceerd. “Ik hou van het klassieke repertoire, zeker als het met nieuwe blik wordt gespeeld. Maar ik verlang ook naar vernieuwing. Beide kunnen naast elkaar bestaan – als het goed gedaan is.” “Er is bovendien zoveel prachtig repertoire uit het verleden dat te weinig gespeeld wordt,” voegt hij toe. “Ik hoop dat we ook daarin meer durf tonen.” Zijn volgende project is al in voorbereiding: een vijfde soloalbum, gewijd aan muziek die hem als kind heeft gevormd. “Nu ik zelf vader ben, krijgt dat een bijzondere betekenis. Alsof de cirkel zich sluit.”
Een leven in ontwikkeling
Wanneer Palier terugkijkt op zijn weg als musicus, noemt hij zijn studietijd in Wenen en zijn docentschappen in Graz en Klagenfurt als beslissende momenten. “Daar heb ik geleerd dat muziek niet alleen een vak is, maar een manier van denken,” zegt hij. Als hem wordt gevraagd wat hij hoopt dat een luisteraar na zijn concert ervaart, glimlacht hij: “Dat iemand zegt: ‘Ik wist niet dat dat zo’n mooi stuk is.’ Dan heb ik iets geopend.”
De kracht van stilte
Aan het einde van ons gesprek komt Palier terug op iets wat zijn muziek doordrenkt: de stilte. “Stilte is de witte doek waarop ik mijn muzikale beeld schilder.” In zijn spel klinkt die gedachte door: de rust tussen de tonen is nooit leeg, maar geladen met betekenis. Het is precies daar, in de ruimte tussen structuur en vrijheid, dat zijn kunst ademt.
Florian Palier is op zaterdag 8 november te gast op het Antwerps Gitaarfestival, waar hij zijn unieke klankwereld zal delen – een evenwicht tussen denken en voelen, tussen orde en improvisatie. Een muzikale stem die ons eraan herinnert dat stilte soms de diepste toon is.