800 jaar Brugs Begijnhof, jaren genoeg op de teller om feest te vieren. En dat met alle huidige bewoonsters en de kleine zustergemeenschap die er nog altijd is – allemaal vrouwen dus- én met het koorensemble Psallentes, ook allemaal vrouwen. Vandaag waren hier trouwens nog een pak “nieuwe-begijnen” samengekomen om zich te bezinnen over hun toekomst: wat verstaan we nu nog onder het begrip “begijn. ” Vertegenwoordigers van die nog bestaande begijnengemeenschappen uit meerdere landen dachten na over de hedendaagse invulling van dat begijnenleven: als vrouw in gemeenschap leven, liefdevol dienstbaar zijn voor de medemans en dat in volle vrijheid, met respect voor mekaar maar zonder kloostergeloften.
Bij het begin van dit feestjaar, op 6 juni was er zelfs koninklijke belangstelling voor dit Begijnhof, ook Unesco werelderfgoed trouwens. Koningin Mathilde knipte het lintje door van het feestjaar en Psallentes mocht toen 3 minuutjes voor haar zingen. Bij het slotweekend zit de begijnhof kerk twee keer goed vol telkens voor een concert van 70 minuten. Bijna allemaal gezangen uit handschriften van begijnen die bewaard gebleven zijn in het archief van het Brugs Begijnhof, zowel psalmen als gelegenheidsliederen.
Dirigent Hendrik Vanden Abeele: “Opgebeld worden en ze zeggen: “Binnen twee jaar is het 800 jaar begijnhof Brugge. Kunt u daar iets rond doen? We hebben hier in de bibliotheek van het klooster, dus het Begijnen archief een hele reeks 16e 17e, 18e 19e -eeuwse bronnen kom daar eens naar kijken”. Dat is nu het wonder van artistiek onderzoek en creatie , zou ik durven zeggen. Dat is eigenlijk voor mij altijd het mooiste aspect van nieuwe projecten. En je begint dat dan te doorbladeren en veel van die dingen herken je want het is vaak universeel repertoire. Maar plots duikt daar iets op dat je ofwel nog nooit gezien hebt of er met nieuwe ogen naar kijkt en dan als bij wonder begint zich zo een creativiteit te ontwikkelen. En ja, voordat ik het wist, zat ik met een project van 70 minuten.”
Niet enkel een cyclus van 11 liederen, maar een heel concept met bijpassende film vol klank en beeld, opgenomen in en rond dat Begijnhof en alles ondersteund door een percussioniste met grote handtrom. Een wondere combinatie. Je zag een zuster de klok van het kerkje luiden, toeristen die binnenstroomden, maar je kon je ook via dat klank- en beeldlandschap perfect inleven in de rust van die uitzonderlijke plek, met de bloeiende gele paaslelies en de ruisend wuivende bomen op dat Hofplein. Een gezongen verhaal over het leven in het begijnhof, van zonsopgang tot zonsondergang. Het was een welluidend, meestal gregoriaans concert met hier en daar een laagje polyfonie er bovenop, Latijnse teksten, prima ook in het Nederlands te volgen via het verzorgde programmaboekje. Met toch ook een paar origineel oud-Nederlandse liederen, met bv. dat prachtige minnelied van onze Hadewijch en een geestig verhaaltje over een begijn die haar katje kwijt raakt en het dank zij een noveen terugvindt.
De Psallentes (“zij die zingen”) -vrouwen brachten dat alles hoofs en verfijnd tot hemelse klanken. Je hoorde er doorleefd de zorg en de samenhorigheid in doorklinken, essentiële begrippen in het begijnenleven. Het klonk als een evocatie van langgerekte processie waarbij de voorkant van de processie niet gelijk zingt met de achterkant en dan krijg je vanzelf een canon en dan ontstaat er eigenlijk een soort polyfoon effect. Het programma droeg de naam “Sauvegarde”, dat staat in gouden letters boven de toegangspoort van het Begijnhof. Hendrik Vanden Abeele: “Het betekent bescherming, maar het is meer dan het thema van deze avond, het vormt het kloppende hart van dit project , het nodigt uit tot vertraging en tot stilstaan bij wat bescherming en intimiteit kunnen beteken, toen en nu.”
Als een ritueel van muziek en mystiek bracht Psallentes deze boodschap perfect ten gehore.