De Koninklijke Chorale Caecilia, ook bekend als deCHORALE, is meer dan een oratoriumkoor – het is een levende erfenis die teruggaat tot de 19de eeuw en vandaag nog steeds een vaste waarde vormt in het Vlaamse koorlandschap. Met meer dan 120 zangers brengt het koor grote koorwerken tot leven en zoekt het voortdurend naar een evenwicht tussen traditie en vernieuwing.
Een uniek verhaal van oorsprong en groei
De officiële oprichting van het koor dateert uit 1916, maar de wortels reiken veel verder terug – tot midden 19e eeuw, met Constance Teichmann, de ‘Engel van Antwerpen’, als inspirerende grondlegger. In 1916 transformeerde Lodewijk De Vocht haar dameskoor tot het gemengde Chorale Caecilia, dat onder zijn leiding internationale faam verwierf. Het eerste optreden was een a cappella-programma met Vlaamse Renaissancemuziek, een passend begin voor wat een rijke muzikale traditie zou worden. Na De Vochts afscheid in 1967 richtten enthousiaste koorleden het Nieuw Ceciliakoor op onder leiding van Frits Celis. In 1971 nam Frans Dubois het dirigeerstokje over en bouwde verder aan de artistieke groei, onder andere met jaarlijkse uitvoeringen van Bachs Johannes-Passion. In 1988 kreeg het koor de naam Koninklijke Chorale Caecilia. Sinds 2002 leidt Paul Dinneweth het koor met een vernieuwende aanpak die historisch respect combineert met hedendaagse presentatie.
Inspiratie uit grootmeester Bach
Bach blijft de componist die het koor het meest inspireert. Zijn passies worden nog steeds met groot enthousiasme ontvangen en uit een enquête onder koorleden kwam hij naar voren als de meest geliefde componist. Andere werken blijven evenzeer uitdagen: van Händels Messias en Verdi’s Requiem tot Vlaamse composities zoals de Passie volgens Rubens van Herman Roelstraete. Dirigent Paul Dinneweth haalt zijn grootste voldoening uit het werken met getalenteerde amateurs: “Bij professionelen is het evidenter, maar ook lastiger, omdat ze veel kritischer zijn. Bij amateurs duurt het allemaal wat langer, maar je kan emotioneel dieper gaan en ze gooien zich helemaal op het laatste moment. Een uniek gevoel om dat te kunnen bereiken.”
De keuze van het repertoire wordt geleid door de artistieke visie van de dirigent én praktische haalbaarheid. Elk project begint met een zorgvuldige begroting, waarbij wordt afgewogen of een stuk – met de benodigde solisten, musici en repetitietijd – binnen de middelen past. “Zo vinden we telkens de balans tussen ambitie en realiteit, zonder in te boeten op kwaliteit of artistieke impact,” aldus voorzitter Terry Janssen. De afgelopen jaren heeft het repertoire een evolutie doorgemaakt. Naast de traditionele passies en requiems brengt deCHORALE nu ook werken van componisten als Goodall, Blackford en Theodorakis, evenals filmmuziek van Zimmer, Morricone en Williams. Deze diversificatie heeft niet alleen de muzikale horizon verbreed, maar ook een breder publiek aangesproken.
Eigentijdse presentatie van tijdloze werken in een koorfamilie schept memorabele belevenissen
Het huidige succes van deCHORALE is te danken aan het creëren van eigentijdse concerten door bescheiden regie, aangepaste belichting, creatieve opstellingen en de durf om buiten de lijntjes te kleuren. Het koor werkt bijna altijd samen met een regisseur die meehelpt het artistieke concept uit te werken waardoor zelfs vertrouwde werken een frisse interpretatie krijgen. Deze aanpak heeft geleid tot een keerpunt in de loopbaan: het moment waarop deCHORALE haar missie volledig omarmde om betekenisvolle artistieke belevenissen te brengen die zowel koorleden als publiek raken. Door klassieke koormuziek toegankelijk te maken en samen te werken met professionele musici zijn de uitvoeringen naar een steeds hoger niveau gegroeid.
DeCHORALE is een bonte mengeling van geschoolde en minder geschoolde stemmen uit alle lagen van de maatschappij. Die diversiteit geeft een fijne dynamiek en een rijk klankbord. Elk nieuw lid krijgt een warm welkom, want het koor ziet zichzelf echt als een familie. De dynamiek is er één van gedeelde passie en toewijding waarbij iedereen bereid is het beste van zichzelf te geven. Naast wekelijkse repetities organiseert het feestcomité allerlei activiteiten die het groepsgevoel versterken: informele samenkomsten, feestjes en een heuse koorreis. Na elke repetitie is er gelegenheid om samen na te praten in de bar. Ook worden er regelmatig repetitiezondagen en een jaarlijks koorweekend georganiseerd om intensief op een project door te werken.
Om ervoor te zorgen dat ieders stem gehoord wordt, werkt het koor met stemafgevaardigden per stemgroep. Zij vormen een brug tussen de koorleden en de dirigent of het bestuur. Daarnaast is er een ombudsvrouw bij wie leden terecht kunnen met zorgen of problemen. Door wisselende opstellingen en partiële repetitiemomenten wordt de groep muzikaal versterkt, terwijl sociale initiatieven de onderlinge band verstevigen. Het koor beschikt over de luxe van een professionele dirigent, een geweldige repetitor en een fantastische stemcoach – een privilege dat niet veel koren zich kunnen veroorloven. Deze begeleiding helpt niet alleen om technische vaardigheden te verbeteren, maar ook om als koor verder te groeien.
Een van de meest onvergetelijke optredens was de uitvoering van Beethovens Negende Symfonie samen met Ballet Béjart Lausanne in Vorst Nationaal. Het koor zong uit het hoofd, vier keer voor een uitverkochte zaal, en droeg de originele kostuums uit Béjarts legendarische choreografie. “Als ik terugdenk aan die opvoeringen en het overweldigende applaus, krijg ik nog steeds kippenvel,” vertelt Janssen. “Alle koorleden zijn het er roerend over eens: dit was absoluut een hoogtepunt in de geschiedenis van deCHORALE.” De opening van het Havenhuis en de heropening van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) blijven bijzondere herinneringen. Het is een enorme eer om bij zulke prestigieuze evenementen te mogen zingen.
Uitdagingen die versterken
De grootste uitdaging die deCHORALE heeft overwonnen, was zonder twijfel Canto General van Mikis Theodorakis. Door de complexe ritmes en de Spaanse taal was dit een bijzonder veeleisend werk. Het koor repeteerde er enorm intensief op en organiseerde extra workshops waarbij koorleden per stemgroep samen kwamen oefenen. Die gezamenlijke inzet heeft niet alleen het muzikale resultaat versterkt, maar ook de onderlinge band nog hechter gemaakt. De Korensymfonie van De Vocht behoorde tot de grootste uitdagingen – een werk dat zowat alle andere composities van De Vocht door ‘zijn’ koor werden gecreëerd, net als de jaarlijkse Mattheüspassie van Bach die een begrip was in Antwerpen en ver daarbuiten.
Een blijvend aandachtspunt is de verjonging van het koor. Gelukkig merkt deCHORALE dat er leven zit in de organisatie. Twee keer per jaar worden er audities georganiseerd, en daar komen telkens gemotiveerde zangers op af. Het ledenaantal blijft groeien, wat vertrouwen geeft in een duurzame toekomst. De muzikale doelen voor de komende jaren blijven nauw verbonden met de missie: muzikale uitvoeringen van oratoria en andere vocale werken brengen die een betekenisvolle artistieke belevenis bieden. Het koor wil blijven zoeken naar een evenwicht tussen traditie en vernieuwing, met bijzondere aandacht voor Vlaamse muziek. Voor het De Vocht-jaar 2027 plant het koor onder andere zijn Te Deum en zijn Korensymfonie. Op de wensenlijst staan nog het Requiem van Peter Benoit, het Magnificat van Vic Nees en misschien ooit de Dream of Gerontius van Elgar. “Als we de koorleden hierover bevragen, zouden we waarschijnlijk genoeg ideeën hebben om onze programmatie voor de komende tien jaar in te vullen,” lacht Janssen.
DeCHORALE heeft nog niet zoveel ervaring met elektronica of multidisciplinaire projecten, hoewel het koor al met dans heeft gewerkt. Misschien biedt game-muziek een unieke kans om klassieke muziek te combineren met moderne technologie en interactieve elementen, wat zowel voor het koor als voor het publiek een spannende uitdaging kan zijn. Het zou een interessante manier zijn om een jonger publiek aan te spreken.
Impact en erfenis
DeCHORALE ontvangt regelmatig feedback van het publiek, zowel direct na concerten als via e-mails en reacties die koorleden krijgen van hun achterban. Al deze feedback wordt verzameld en gepubliceerd op de koorblog. Luisteraars delen vaak dat ze ontroerd en geraakt waren, en die reacties versterken het besef dat de muziek echt aanspreekt. Als oratoriumkoor lijkt deCHORALE misschien niet meer van deze tijd – het is één van de laatste in Vlaanderen. Toch blijft het koor vechten voor een plaats in het culturele landschap door de muziek van vroeger op een manier te brengen die het publiek van vandaag aanspreekt. Het wil laten zien dat klassieke werken, ondanks hun leeftijd, nog steeds krachtig kunnen communiceren en emoties kunnen oproepen. Waar mogelijk biedt deCHORALE jonge muzikanten graag een podium zodat ze waardevolle ervaring kunnen opdoen. Ze kunnen daarbij rekenen op de jarenlange ervaring van het koor, zowel muzikaal als organisatorisch. Het is belangrijk om niet alleen muziek te delen, maar ook kennis en passie door te geven aan de volgende generatie.
Blijven geloven in grote werken
Terugkijkend zijn de dirigent en het bestuur vooral trots op de evolutie van het koor, zowel qua ledenaantal als op kwalitatief gebied. De uitvoeringen van de laatste jaren getuigen hiervan met memorabele producties van de passies van Bach, Messias van Händel, het Requiem van Verdi, de Canto General van Theodorakis en vele anderen. Het trotst is deCHORALE op het succesvol afronden van grote producties, zowel muzikaal als financieel. Daarnaast is het ook bijzonder om grote zalen zoals de Elisabethzaal in Antwerpen of het Concertgebouw van Brugge uit te verkopen. Deze mijlpalen bevestigen niet alleen de muzikale groei, maar ook het vertrouwen en de steun van het publiek.
De boodschap aan jonge muzikanten is helder: blijf geloven in onze eigen componisten en maak die ook bekender bij een breed publiek. Door af en toe minder bekend werk te brengen, leert het koor een publiek kennis maken met goede, soms onbekende muziek die ertoe doet. DeCHORALE blijft vechten voor een toekomst waarin er altijd plaats is voor de uitvoering van grote werken. De intensiteit van het repetitieproces, de voldoening van de uitvoeringen, de vele contacten naast het repeteren – het zijn allemaal belevingen die het in-een-koor-zingen zo uniek maken. En dat unieke gevoel wil deCHORALE ook de komende jaren blijven doorgeven, aan zowel zijn leden als zijn publiek.














