Als slotstuk van formaat bracht de Munt afgelopen vrijdag – voor de eerste keer sinds de jaren zeventig – Giacomo Puccini’s legendarische Turandot (1926). De ijsprinses, die romantiek wegslaat met dodelijke hand, kwam tot leven in een productie van Christophe Coppens. Dit onder leiding van Ouri Bronchti.
De gekozen weg was een representatie van het moderne matriarchaat, een hedendaagse vertaling van een volkstragedie. En was het een geslaagde keuze? Deze recensent denkt zeker van wel.
Nessun Dorma
“Niemand zal slapen,” zingt Calaf (tenor Stefano La Colla). Turandot (sopraan Ewa Vesin) heeft tot de ochtend om zijn naam te raden, om zo haar vrijheid te behouden. In de eerste helft van de twintigste eeuw, bij de heel late uitlopers van de romantiek, was een veroverde prinses nog een droombeeld.
In de productie van de Munt wordt gekozen voor een vertolking met iets meer eigenheid. De keizer wordt een keizerin – een schaduwkeizerin à la de legendarische douairière Cixi (1835-1908). Ze roept qua kostumering het beeld van een Hollywoodiaanse Dragon Lady op. De productie bracht een clash tussen glitterende rijkdom en de arme bedienden. Het is een enscenering weggelopen uit Dynasty, met een hint van Crazy Rich Asians ernaast.
Soms wordt vergeten dat China’s verleden krachtige – maar soms kille en ijzersterke – vrouwen als Cixi en keizerin Wu Zetian (624-705) hebben voortgebracht. Dat de prinses Turandot in beeld komt van begin tot einde als meedogenloos, wordt hier versterkt met het idee van vrijheid en ongebondenheid. De Munts legendarische ijsprinses breekt pas bij de offerdood van een vrouw: de dienstmeid Liù (sopraan Venera Gimadieva). Dit in tegenstelling tot haar gevoelens bij de zoveelste verlangende man die faalt in haar raadselspel.
In Puccini’s verhaal wordt het volk de speelbal tussen de veroveringsstrijd van Calaf en Turandot. De Munt brengt een modern sprookje door de toevoeging van het conflict tussen arm en rijk en tussen de onafhankelijkheid van de vrouw ten opzichte van de man. Je zou bijna medelijden krijgen met Turandot, want de geschiedenis geeft weer dat een vrouw vaker twee keer zo hard heeft moeten vechten voor macht en vrijheid. De Munts Turandot is niet alleen een angstaanjagend plotpunt in het verhaal, maar een tragisch meedogenloze vrouw van vlees en bloed.
Popolo di Pekino!
Ik zal alvast enthousiast meegeven dat deze productie gezien moet worden. De manier waarop er met koorplaatsingen gespeeld wordt in de opstelling van de Munt tilt deze uitvoering ver boven de standaard uit. Want vergis je niet, alhoewel Nessun Dorma, Calaf’s centrale aria – wereldgeliefd en legendarisch gemaakt door stertenor Luciano Pavarotti (1935-2007) – gedurende deze productie met gevoel gebracht is geweest door La Colla, blijft Turandot een operaproductie van het volk. De sterren zijn hier dus de koorzangers.
Dit heeft zijn voor- en nadelen. Koorstukken kunnen snel eentonig worden. De spanning kan snel verloren gaan als iedereen steeds op dezelfde manier op het podium staat, maar de Munt brengt ons het zichtbare en onzichtbare. Ze brengt klanken die recht voor onze neus ontstaan en die verborgen achter de schermen lijken te rijzen als geesten uit een fles. We horen onschuldige kinderen, we horen een angstig volk dat beseft – zwevend op een prachtige romantische melodie – dat ze Calaf’s naam moeten raden om te overleven. De Munt levert boven verwachting de essentie van Puccini’s compositie. Turandot was al legendarisch, maar de standaarden liggen vanaf nu nog hoger.
Vesin als Turandot was een tour-de-force: een krachtige en dominante klank, overweldigend en vocaal helder. Daartegenover stond Gimadieva als Liù. Deze had gemakkelijk een simpel offer kunnen zijn, maar hier was ze een gevoelig contrast. Haar opoffering bracht ook het nodige conflict in de hardvochtige Turandot. Dit was de crux, en niet een (onnodige) slotkus tussen Calaf en de prinses. Gimadieva was helder, haar stem had iets tragisch. De perfecte controle tussen haar dynamische overgangen zal hier zeker iets mee te maken hebben gehad. Deze twee vrouwen droegen, samen met de koren, deze operaproductie.
Turandot… wat een slotopera, en veelbelovend voor het komende jaar. De operahuizen binnen België lijken op hun opperbest. Gaan ze dit kunnen overstijgen? Wie weet. Deze recensent wil alvast graag verrast worden door gelijkaardige kwaliteitsspektakels in de toekomst. Bravo, en tot het volgende seizoen!