In het Duitse Essen vond van 9 tot 12 mei HER:VOICE, een vierdaags Komponistinnenfestival, plaats. Op het veelzijdige programma stond een tiental componistes, waarbij het vooral uitkijken was naar het orkestrale werk van Missy Mazzoli, Lera Auerbach en Florence Price en de recentelijk teruggevonden opera Fausto van Louise Bertin. Mocht dat nog nodig zijn, dan ontkrachtten die werken definitief de mythe dat vrouwen ‘zachtaardiger’ of ‘lyrischer’ zouden schrijven.
Als de melomaan al composities van vrouwen kent, dan zijn dat meestal kleinschaliger werken, zoals liederen en kamermuziek. Die stonden met o.m. parels van Clara Schumann, Pauline Viardot-García, Augusta Holmès, Lili Boulanger en Germaine Tailleferre ook wel op het programma van het eerste Komponistinnenfestival in Essen, maar wellicht met opzet niet als eerste of prominentste. De Essener Philharmoniker liet onder leiding van de Estse dirigente Anu Tali het festival groots en krachtig van start gaan. De toon werd gezet met River Rouge Transfiguration, een kort werk waarvoor de New Yorkse Missy Mazzoli (1980) zich liet inspireren door… de industrie in Detroit. Het River Rouge-complex is het immense en intussen vervallen auto-assemblagecomplex van Ford, aan de gelijknamige rivier. Veel beton en grauwe fabrieken dus, met hoge schoorstenen – waarin de componiste graag orgelpijpen ziet. In de paukenslagen en in het repetitieve/minimalistische karakter van de muziek kun je moeiteloos de industriële bedrijvigheid herkennen. Evenzo hoor je de rivier stromen. Overigens is ook de harp prominent aanwezig. Mazzoli verwerkte er zelfs wat techno in, want ook dat is Detroit. Kortom, een boeiend klanktapijt. Mazzoli kreeg al twee keer een compositieopdracht van de Metropolitan Opera en was in 2022 Musical America Composer of the Year. Om maar te zeggen hoe ver haar roem reikt – terwijl ze in onze contreien nog maar nauwelijks bekendheid geniet.
Droom
De achtergrond van het pianoconcerto van Lera Auerbach, het volgende werk op het programma van de Philharmoniker, is anders, hoewel ook niet helemaal. Het begint en eindigt zacht en voorzichtig, maar bijwijlen hoor je er ook sirenes in loeien en vaak gaat het er bijzonder heftig aan toe. Voor de eveneens in New York woonachtige maar uit de Oeral afkomstige Auerbach (1973) begon het werk met een bijzondere melodie die ze als veertienjarige hoorde in een droom. Vanaf toen zocht ze er een gepaste vorm voor. Van een sonate voor fluit groeide het werk uit tot een pianoconcerto, dat ze ook nog eens herwerkte. 25 jaar lang beschouwde ze het als een work in progress, maar nu zou het toch af zijn, vertelde ze in een interview tijdens het festival. Het pianoconcerto is haar reflectie over de tijd en veranderingen, over de postapocalyptische puinhopen van de mensheid ook. Auerbach, die ook dirigente en beeldend kunstenares is en (Russische) poëzie en (Engelse) kinderboeken schrijft, presenteerde zich in Essen als een virtuoze pianiste. Als het de Koningin Elisabethwedstrijd was geweest, zou men met open mond hebben zitten kijken en luisteren. En hoorden we daar een streep Prokofiev of Rachmaninov? In ieder geval verloochende ze de Russische school niet. Indrukwekkend!
Meow Gallery: The gallery is empty.
De eerste
Met het derde orkestwerk keerden we terug naar Detroit. Daar ging in 1939 de derde symfonie van Florence Price (1887-1953) in première. Deze componiste geldt als ‘de eerste Afro-Amerikaanse vrouw van wie werk uitgevoerd werd door een gerenommeerd Amerikaans orkest’ (c.q. haar eerste symfonie door het Chicago Symphony Orchestra in 1933). Ondanks dat succes was ze zich ten zeerste bewust van haar ‘gebreken’ en de vooroordelen waarmee ze bekeken werd. Ze had ‘twee handicaps – die van sekse en ras’, schreef ze aan een dirigent die ze probeerde te overtuigen om werk van haar (waarschijnlijk deze derde symfonie) uit te voeren. ‘Ik ben een vrouw en ik heb wat negerbloed (sic) in mijn aderen.’ Na haar dood sukkelde Florence Price volkomen in de vergetelheid. Daar kwam pas recentelijk verandering in, wellicht ook geholpen door de Black Lives Matter-beweging en een létterlijke herontdekking van haar werken. In 2009 werd namelijk in een vervallen vakantiehuis een 30-tal dozen vol partituren van haar hand teruggevonden. Sindsdien geniet ze, geheel terecht, een revival – meer daarover leest u hier. Onder meer in Yannick Nézet-Séguin vond ze een vurig pleitbezorger. De Canadese dirigent tekende met het Philadelphia Orchestra in 2018 voor de allereerste en met een Grammy Award bekroonde opname van de eerste en de derde symfonie. Het was een plezier die derde met haar karakteristieke Juba Dance ook eens live te kunnen horen in een prima uitvoering door de Essener Philharmoniker.
Pact met de duivel
Voor een andere, nog recentere herontdekking verhuisde het festival van de Philharmonie naar het naastgelegen Aalto Musiktheater. Daar genoot ik voor de tweede keer in twee maanden tijd van Fausto van de Franse componiste Louise Bertin (1805-1877). Een opera die in 1831 in Parijs drie bejubelde uitvoeringen kende, maar vervolgens bijna 200 jaar als verloren werd beschouwd. Tot hij enkele jaren geleden werd teruggevonden in de Bibliothèque national de France. Gelukkig maar! Het straffe aan dit werk is dat de toen nog maar 26-jarige Bertin de eerste was die van het Faust-verhaal, over de geleerde die een pact sluit met de duivel, een opera maakte, vóór de wel overgeleverde versies van Hector Berlioz en Charles Gounod dus. Bovendien gaf ze voor het libretto dat ze zelf schreef een eigen draai aan Goethes toen razend populaire verhaal. Elders zette ik al uiteen waarom Bertin en Fausto om nog meer redenen zo bijzonder zijn. Deze ongemeen sterke opera verdient het hoe dan ook om in het ‘repertoire’ te worden opgenomen – daarover was men het in de debatten op het Komponistinnenfestival volkomen eens. Vermoedelijk neemt het Aalto Theater Fausto volgend seizoen opnieuw op het programma. Maar laten we hopen dat Louise Bertin ook elders alle kansen krijgt. Tatjana Gürbaca, die tekende voor de productie in Essen, werd in 2013 door het vermaarde magazine Opernwelt uitgeroepen tot ‘regisseur van het jaar’, nota bene voor haar enscenering van Parsifal in Antwerpen. Dus Opera Ballet Vlaanderen, waarop wachten jullie om haar opnieuw naar ons te halen voor Fausto?
Weggeschreven uit de muziekgeschiedenis
In een van de zeer interessante lezingen die het festival omkaderden, zette de Weense professor Melanie Unseld helder uiteen hoe het kon gebeuren dat vrouwen weggeschreven werden uit de muziekgeschiedenis, terwijl hun werk in hun tijd – anders dan we misschien denken – wél geregeld te horen was. In de eerste plaats moesten de partituren voorhanden zijn én gearchiveerd worden. Maar hoe voorkomen dat ze vervolgens in die archieven vergeten werden? Daarvoor is de medewerking van vele actoren nodig: het muziekonderwijs, musici, programmatoren, (radio)presentatoren, uitgeverijen en een publiek. Er moet ook een ‘gemeenschappelijk gedragen interesse’ zijn. Die nieuwsgierigheid lijkt er de jongste jaren dan toch geleidelijk te komen. Mede dankzij initiatieven zoals HER:VOICE in Essen. In de ons omringende landen vinden dergelijke evenementen steeds vaker plaats, ook al omdat de muziekwetenschap daar al veel langer aandacht heeft voor de vrouwelijke stem. Het Komponistinnenfestival kondigt zelfs al een tweede editie aan (20 tot 23 maart 2025), met nog veel meer ontdekkingen. Ook bij ons groeit de belangstelling voor vergeten componistes, maar het blijft veelal beperkt tot kleinschalige initiatieven. Laten onze grote cultuurhuizen een voorbeeld nemen aan dit welgekomen en geslaagde initiatief van de Essener Philharmoniker en het Aalto Musiktheater. Het concert van de Essener Philharmoniker (Mazzoli, Auerbach en Price) is nog te herbeluisteren op WDR3. De opera van Louise Bertin valt te ontdekken op een onlangs uitgebrachte dubbel-cd in een mooie uitgave met tekstboek van Bru Zane (ook integraal te vinden op Spotify en fragmenten op YouTube).