In het seizoen 2022-23 is het Koninklijk Concertgebouworkest in residentie in de Philharmonie in Essen (Duitsland). Het orkest zal drie verschillende symfonische programma’s uitvoeren en daarnaast concerten presenteren van drie verschillende ensembles uit het orkest.
Met drie symfonische concerten en drie kamermuziekconcerten opent het Concertgebouworkest seizoen 2022/2023 in residence bij de Philharmonie in Essen. De bijzondere samenwerking gaat van start op 10 september met een feestelijk programma onder leiding van Alain Altinoglu. De solisten zijn de respectievelijke artists in residence van het orkest en de Philharmonie: de Zweedse klarinettist Martin Fröst en de IJslandse pianist Víkingur Ólafsson, twee eigenzinnige solisten uit het hoge noorden.
Het programma vol energieke dansritmes gaat van start met John Adams’ uitbundige Short Ride in a Fast Machine. De Noorse dansen in het slotdeel van Griegs Pianoconcert anticiperen op de muziek na de pauze: een mozaïek van dansen voor klarinet en orkest. Ruim baan, ten slotte, voor Bernsteins stralende muziek uit West Side Story, terecht een publieksfavoriet.
Op 27 januari dirigeert Sir John Eliot Gardiner het orkest in de Vierde Symfonie van Brahms en het Tweede Pianoconcert met Stephen Hough als solist. De volgende avond zal Camerata RCO in Essen werken van Brahms, Nielsen en Eisler ten gehore brengen.
Op 15 april staat het Concertgebouworkest onder leiding van Matthias Pintscher. Bartóks Wonderbaarlijke Mandarijn zal tot leven komen dankzij de levensechte danspoppen van de Duda Paiva Company. Pintscher dirigeert ook delen uit Nina Senk’s Concerto voor Orkest en twee delen uit zijn eigen cyclus shirim. Het laatste deel is een nieuw gecomponeerde opdracht van het orkest, met vocale bijdragen van het Nederlands Kamerkoor en de Nederlandse bariton Thomas Oliemans.
De volgende ochtend, op zondag 16 april, zal het GoYa Kwartet, bestaande uit strijkers van het Concertgebouworkest, muziek van Debussy, Webern en Grieg ten gehore brengen.
