Piano en Alfred Brendel (Wiesenberg (nu Vizmberk) 5 januari 1931 – Londen, 27 juni 2025), het waren levende synoniemen. Hij en het instrument waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Brendel veroverde de wereld na WOII met zijn pianospel waar hij zich specialiseerde en uitblonk in de classicistische en romantische geniale componisten van het Duits / Oostenrijkse cultuurveld.
De zeer veel gelauwerde pianist – welke prijzen kreeg hij niet? – brak snel door, eigenlijk al meteen na zijn eerste grote recital waar hij onder meer een eigen compositie vertolkte, maar vooral na het winnen van de Busoni pianowedstrijd (1949) kon hij meteen van een internationale carrière spreken. Van het componeren kwam al snel niet veel meer in huis, Brendel concentreerde zich op het uitvoeren en hij zou een stempel drukken op het pianospel tussen +- 1950 en 2008, het jaar dat hij zich terugtrok uit het actieve concertleven.
De in toenmalig Sudetenland (toen onder Tsjecho-Slowakije) geboren pianist zijn ouders verhuisden naar toenmalig Joegoslavië om er wat we nu een B&B noemen te openen in Krk (nu Kroatië). Als zesjarig jongetje leerde hij van Joegoslavische leraars piano en nadien ook harmonie in Zagreb. Midden WOII verhuisde de familie Brendel naar Graz (Oostenrijk) waar hij zich verder muzikaal schoolde. Begin de jaren 1970 vestigde hij zich definitief in Londen.
Beethoven
Beethoven was zowat de rode draad doorheen zijn pianistieke leven. Meer dan wie ook heeft Alfred Brendel zich sterk gemaakt met het uitvoeren van zowat elke pianopartituur die Ludwig Van Beethoven componeerde. Het aantal opnames voor meerdere (grote) labels is niet te tellen. Brendel zonder Beethoven was Brendel niet. Zijn opnames gelden als referenties voor de interpretaties die mooi weer maakten in de ruime tweede helft van de 20ste eeuw en eigenlijk nu nog steeds.
Hij speelde Beethoven, maar ook veel meer, als solist in recitals en met de bekendste orkesten ter wereld, maar ook als liedbegeleider was hij opvallend actief. Hij poogde zo partituurgetrouw te vertolken en duidde als volgt wat zeker niet kon/mocht: “…zu verstehen geben, was er (de componist) eigenlich hätte komponieren können”.
Brendel, die geen ‘wonderkind’ was – sommigen noemen hem zelfs eerder een ‘laatbloeier’ – laat als pianist een voetafdruk na die niet zal noch kan uitgewist worden. Naast het pianospel maakte hij zich verdienstelijk als dichter en essayist. Meerdere bundels zijn uitgegeven. En niet te vergeten, hij was niet van humor los te koppelen. Wie hem niet heeft zien lachen, heeft hem nooit gezien. Twee keer huwde hij en hij werd vader van vier kinderen.
Laten we hier even, in de maneschijn, Alfred Brendel herinneren en gedenken met een opname in de volle fleur van zijn bijzonder rijke loopbaan.