Transit, het jaarlijkse festival van hedendaagse klassieke muziek, stond dit jaar in het teken van verplaatsing. Op drie verschillende locaties in Leuven werd een overzicht geboden van nieuw klassiek werk, met als hoogtepunten een concert voor klavecimbel en viool naast nieuwe stukken van Daan Janssens en Annelies van Parys. Van de 14 stukken die deze recensent heeft gehoord, begonnen er 13 in pianissimo. Nieuwe bescheidenheid?
Een voorbeeld van een perfect op elkaar ingespeelde combinatie bleek Goska Isphording (klavecimbel) en Alicja Pilarczyk (viool) te zijn. Vooral in de compositie Minimum Movement van de Poolse componiste Anna Sowa nam Isphording de luisteraar mee in onvermoede toepassingen van het klavecimbel: toonloze passages, verrassende ritmiek, met een lint aanstrijken van de snaren, kloppen op de klankkast. Daar kwamen vernuftige toepassingen van elektronica bij die de anders droge sonoriteit van het instrument verlengde en verwarmde. En dit alles in verfrissende dialoog met de viool, waarbij de bewegingen tot het uiterste minimum werden teruggebracht.
In (…presque pas.) van Daan Janssens werd Isphording de gelegenheid geboden haar virtuositeit breed uit te meten. Dit stuk (2015) verkent de mogelijkheden van het klavecimbel in vijf korte stukjes variërend van contrapuntische polyfonie (deel 1), via een waterval van noten (deel 4) naar een herkenbaar arpeggio (deel 5). Een kort, maar gebald en overtuigend gebracht werk.
Violiste Alicja Pilarczyck bracht het solostuk While she was dreaming (2012) van de Zweedse componiste Jetty Hettne met gevoel en variatie. De compositie is gebouwd rond een Zweeds volksdeuntje (polska) waarbij hedendaagse technieken zoals ringmodulatie worden toegepast. Trillers, al dan niet in dubbelgreep, droge pizzicati en lang doorgetrokken harmonieën vormden een dromerige interpretatie van donkere Scandinavische winternachten.
© Evy Ottermans © Evy Ottermans
Akoestiek
Deze editie van Transit speelde zich af op verschillende locaties in Leuven omdat de vaste stek, het STUK, midden in een renovatieproject zit. Daarom moest worden uitgeweken naar o.a. Studio Manhattan, een voormalige megadiscotheek die nu hoofdzakelijk dienst doet als tv-studio. Het gerenommeerde Italiaanse strijkensemble Quartetto Maurice heeft moeten ervaren dat de akoestische mogelijkheden van Studio Manhattan beduidend achterblijven op de subtiliteiten die een strijkkwartet eeuwigheidswaarde kunnen geven. Zelfs de elektronica in het String Quartet No. 4 (2003) van de Britse componist Jonathan Harvey was maar terloops in staat zijn stuk in evenwicht te houden. De stille delen, bijvoorbeeld wanneer alle musici de randen van hun instrument aanstrijken, kwamen niet verder dan de eerste rij. Weliswaar werden de meeste nuances via live-electronics van effectieve echo’s voorzien, maar uiteindelijk bleef het verhaal vlak en zo nu en dan zelfs langdradig.
Dit betekende ook dat de wereldcreatie van Daan Janssens’ Nymphes des bois niet de overtuiging meekreeg die het verdiende. Zijn stuk was het enige dat in dit concert zonder elektronica werd uitgevoerd, en dan laat de akoestische malheur zich extra voelen. Desondanks kwamen de solostukken van de altviool fraai door, maar de stem van de eerste viool bleef wat op de achtergrond. Gelukkig bleken de citaten en verwijzingen naar de muziekgeschiedenis, zoals geschreven door Josquin Desprez, herkenbaar en functioneel.
Séverine Ballon
Een verrassing was het optreden van de Franse celliste en componiste Séverine Ballon. Zij beet de spits af met de wereldcreatie Shades of light van de Belgische componiste Annelies van Parys. In dit stuk staat elektronica centraal. Een gevolg is dat de cello via vervorming en spatiale uitbreiding in een nieuw instrument wordt getransformeerd. Op die manier wordt een inkijk gegeven in de relatie tussen de mens en zijn digitale omgeving. Het stuk ontwikkelt zich na een pianissimo begin tot een opzwepende serie harmonische motieven, waarbij de elektronica steeds meer plaats op. Knallende pizzicati tekenen nog wat verzet aan maar geleidelijk verdwijnen de celloklanken in vriendelijke maar dwingende klokgeluiden. Een onvermijdelijke uitkomst van een goed opgebouwde spanningsboog.
Het delicate evenwicht tussen toonhoogte en ruis was het thema van wereldcreatie instabilités van de Britse componist Sam Hayden, specialist in computergestuurde compositietechnieken. Het stuk, speciaal geschreven voor Ballon, beoogt een uitbreiding van de klankkleuren die specifiek zijn voor de cello zoals harmonieën, tremolo’s, extreme sprongen, zweepslagen, glissandi en toonladders op basis van microtonen. Opvallend was de nauwe band die de componist wilde handhaven tussen de cello en de computer gegenereerde uitbreidingen. In plaats van ver doorgevoerde samplingtechnieken heeft de componist ervoor gewaakt dat de oorsprong van de elektronica dicht bij huis bleef, namelijk de vertrouwde akoestische cello.
Séverine Ballon sloot haar concert af met de wereldcreatie Temps étendus voor cello en elektronica, waarin zij de wisselwerking tussen zingen en spreken onderzoekt. Via korte dalende en stijgende motieven met sobere harmonieën belandt het stuk in een klankwereld met fluiten en toeters, eindigend in een heftige cadenserende beweging naar een toonloos einde. Een kort maar gespierd verhaal.
© Evy Ottermans © Evy Ottermans © Evy Ottermans
Elektronica
Transit werd dit jaar afgesloten met een gezamenlijk concert van HERMESensemble en ChampdAction onder leiding van Koen Kessels. Verrassend was de opening met Lichtbogen, een stuk uit de vorige eeuw (1986) van de Finse componiste Kaija Saariaho. Lichtbogen is geïnspireerd op het noorderlicht van de poolcirkel, waarin Saariaho de computer inzet als een volwaardig onderdeel van instrumentale muziek. Twee verschillende computerprogramma’s voor harmonie en ritme komen eraan te pas. Het mysterie van het noorderlicht wordt aanschouwelijk gemaakt met een waaier van trillers, aangevuld met dansende lichtpuntjes vanuit de piccolo. De elektronica beperkt zich tot een ondersteunende rol, als een ijle zwevende onderlaag. Het stuk klinkt vooral overtuigend in de pianissimo motieven, met een beklemmend fraaie dwarsfluit. Wegens ruimtegebrek was de percussie gedeeltelijk weggestopt achter geluidsboxen en dat was merkbaar.
Van Daan Janssens werd een derde compositie ten gehore gebracht: (…sans rien dire…) voor cello, vijf instrumenten en elektronica. Ook bij Janssens emancipeert de elektronica zich van een neutrale onderlaag tot een zelfstandige entiteit. Het stuk begint met een confrontatie tussen enerzijds de cello en anderzijds een groep lage registers zoals de basklarinet, basfluit, altviool, piano en percussie. Naarmate het stuk vordert nemen de hoge registers over en verdwijnt de cello naar de achtergrond, plaatsmakend voor steeds meer elektronica. Tegen het einde heeft de elektronica de hoofdrol stevig te pakken en geven fluit en piano voorzichtig ondersteuning. Maar de laatste noot van het stuk is uiteindelijk weer voor de cello, waarmee de cirkel rond is.
Les Nymphéas digitales van de Belgische componist Serge Verstockt was de hekkensluiter van dit Transit-festival. Deze relatief lange compositie (40′) beoogt de spanning tussen rationaliteit en natuurlijke driften in beeld te krijgen. Citaten van de Duitse filosoof Immanuel Kant en Franse kinderliedjes wisselen elkaar af maar het wordt niet duidelijk of het een potpourri dan wel een parodie betreft. Mezzo Mireille Capelle heeft voor een gedateerde stijl gekozen, met veel theatrale uithalen en vibraties waardoor de luisteraar zich rond de Eerste Wereldoorlog waant. De impressionistische klankwolken en enige citaten van Debussy aan het slot sluiten daarop aan maar de relatie met de digitale wereld was ver te zoeken. Al met al leek de luisterervaring veel op een bezoek aan een rommelmarkt, charmant maar niet heel spannend.
© Evy Ottermans © Evy Ottermans © Evy Ottermans © Evy Ottermans © Evy Ottermans
WAT: Transit – the sound of tomorrow
WAAR: Leuven, diverse locaties
WANNEER: 28 – 30 oktober 2022