Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Rossini : Guillaume Tell in de Opéra Royal de Wallonie

Grand Opéra als aangrijpend drama

Rossini’s Guillaume Tell verenigt de historische realiteit van de vrijheidsstrijd van de Zwitserse kantons met het legendarische gegeven van de verzetsstrijder Willem Tell, die de appel van het hoofd van zijn zoontje schiet. Opéra Royal de Wallonie presenteert een sobere maar sfeervolle productie. Van tafereel tot tafereel wordt telkens de juiste emotionele impact weergegeven. Het maakt de lange voorstelling tot een aangrijpend en boeiend geheel.

De opera waarmee Rossini zijn opera-oeuvre afsloot is een regelrecht buitenbeentje. Rossini schreef Guillaume Tell in Parijs in het Frans en deed er meteen een gooi mee naar de Grand Opéra, het genre dat op dat moment in Parijs in opmars was met componisten als Halévy en Auber. Dat wil zeker niet zeggen dat hij zijn belcantostijl verloochent. We krijgen ook hier heerlijke melodieën die het uiterste van een zanger/es vragen, bij voorbeeld het duet tussen Guillaume Tell en Arnold, de aria Sombre forêt van Mathilde of Asile héréditaire van Arnold – misschien een van de bekendste aria’s van deze opera die het grote publiek vooral kent van de ouverture.

Negentiende-eeuws operafresco

Regisseur Jean-Louis Grinda, die van 1996 tot 2007 artistiek directeur geweest is in Luik, kiest voor een donker decor maar maakt ook duidelijk dat de natuur een grote rol speelt in deze opera. De scène bestaat uit een grote kamer met zwarte wanden, die de gevangenschap van de landelijke gemeenschap in het Zwitserse kanton Uri symboliseert. Aan het begin van de opera staat op de achterwand in bloedrode letters “Liberté” geschreven. Meteen is de harde strijd van de landelijke gemeenschap tegen de onderdrukker duidelijk gemaakt. De cirkel wordt rondgemaakt als op het einde na de moeilijke strijd en de legendarische overwinning van Guillaume Tell opnieuw die letters op het doek verschijnen, nu als teken van bevrijding. De zwarte achterwand wordt vervangen door prachtige beelden die de natuur aan het vierwoudstedenmeer evoceren: bossen en riviertjes en in het laatste bedrijf als een apotheose een prachtig berglandschap. De prachtige kostuums plaatsen het verhaal in de negentiende eeuw, de periode waarin de nationale revoluties de Italiaanse operascène beheersen.

Vanaf het eerste bedrijf focust de enscenering scherp op het contrast tussen de landelijke idylle en de politiek getinte intrige. Het tweede bedrijf zet de problematische liefde tussen Arnold en Mathilde op scherp. Het derde bedrijf biedt ronduit beangstigende beelden. De militante bezetters die vanuit kijkvensters het volk gadeslaan, hebben fascistische trekken en de Habsburgse soldaten die de bewoners opjagen, gaan tekeer als geweldenaars. De suggestie van de brutaliteit grijpt bij de keel. De scène bouwt mooi op naar het fameuze legendarische schot van de appel en als Tell dan toch gevangen genomen wordt, volgt het eigenlijke happy end met de dood van de tiran Gessler in het vierde bedrijf, bij een prachtig berglandschap en opnieuw de – nu terechte – leuze: Liberté.

Geraffineerde vocale kunst

Rossini componeerde met Guillaume Tell een belcanto-opera met de grootse allures van een grand opéra. Dit laatste stijlkenmerk vinden we vooral terug in de uitgebreide koren die in de Opéra Royal de Wallonie met veel verve vertolkt zijn. Maar ook de belcanto-vereisten voor de solisten zijn uitstekend ingevuld. De ORW slaagde er voor deze productie in enkele van de bekendste zangers voor de hoofdrollen te engageren. Te beginnen met Nicola Alaimo die niet aan zijn eerste Guillaume Tell toe is en de partij niet alleen zong met vaste en warme stem maar ook een autoritaire en charismatische présence gaf. Ook John Osborn heeft Arnold al diverse keren gezongen (en opgenomen op CD). Hij zong met heldere lichte tenorstem en had geen moeite met de duizelingwekkende hoge noten. Zijn grote aria in het vierde bedrijf “Asile héréditaire” werd dan ook op luid applaus onthaald. Zijn verliefdheid was absoluut geloofwaardig, net als zijn vertwijfeling door het maatschappelijke dilemma waar hij in zit. Zijn geliefde Mathilde werd vertolkt door Salome Jicia, een ideale sopraan voor de rol, die trouwens al meer in ORW in belcantopartijen te horen was. Haar vloeiende lyrische lijnen nemen de luisteraar gewoon mee vanaf haar mooie “Sombre forêt” maar ze blijft even stemvast waar dramatische kracht vereist is. Ook de andere partijen waren uitstekend bezet, waarvan we toch nog de indrukwekkende Gessler van de jonge Inho Jeong willen vermelden.

Dirigent Stefano Montanari had in het begin wat moeite om het orkest op gang te krijgen, maar eens op dreef, vond het voor elk aspect van de opera de gepaste toon, het lokale coloriet, de lyrische liefdestoon en het strijdvaardige.

Als geheel was de voorstelling van deze prachtige en wegens zijn veeleisendheid niet zo vaak opgevoerde Rossini-opera beslist een voltreffer.

Details:

Titel:

  • Rossini : Guillaume Tell in de Opéra Royal de Wallonie

Wie:

  • Stefano Montanari, dirigent Jean-Luois Grinda, regie Met: Nicola alaimo, John Osborn, Salome Jicia, Elena Galitskaya, Emanuela Pascu, Inho Jeong, Patrick Bolleire, Ugo Rabec

Waar:

  • Gioacchino Rossini: Guillaume Tell

Wanneer:

  • 18 maart 2025

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –