U kent Rossini in zijn buffo-opera’s als een meester in verwarring, verrassing en absurde situaties? Nino Rota evenaart hem ruimschoots! Il cappello di paglia di Firenze is een hilarische opera met her en der een knipoog naar de ensembles en virtuoze coloraturen van het belcanto.
De naam Nino Rota associëren we onmiddellijk met de films van Federico Fellini. Maar Nino Rota componeerde niet alleen voor de cinema. Het is dan ook een goed idee van de Opéra Royal de Wallonie om eens zijn opera voor het voetlicht te brengen.
Wie is Nino Rota?
Nino Rota (3 december1911 – 10 april 1979) volgt compositieles bij o.a. Ildebrando Pizzetti en Alfredo Casella maar ondergaat zeker de invloed van baanbrekende componisten uit het begin van de twintigste eeuw zoals Igor Stravinsky en Manuel de Falla. Ook de harmonische klanken van Debussy en Ravel zijn hem niet vreemd en als Toscanini hem in 1931 aanbeveelt bij het Curtis Institute in Philadelphia staat hij als collega naast Gian Carlo Menotti en Samuel Barber. In de Verenigde Staten leert hij ook Gershwin, Copland en de jazz-scène kennen. Terug in Italië ontpopt Nino Rota zich vooral als componist van filmmuziek voor Fellini, Visconti en Zeffirelli om maar de belangrijkste te noemen.
Hij wordt professor aan het Conservatorium Piccinni van Bari, waar hij niemand minder dan dirigent Riccardo Muti onder zijn leerlingen telt, die hem in zijn biografie looft voor zijn raadgevingen en genegenheid. Muti getuigt dat Nino Rota zich niet vastpinde op één stijl, zijn techniek is veelzijdig en beperkt zich niet tot avant-garde.
Il Cappello di paglia di Firenze is gecreëerd in het Teatro Massimo van Palermo op 21 april 1955. De componist baseerde zich op de komedie van Eugène Labiche Un chapeau de paille d’Italie en schreef het libretto samen met zijn moeder Ernesta Rota Rinaldo. René Clair had er in 1927 ook al een stomme film op gemaakt. In de jaren 50 van vorige eeuw kent de opera succes in de Piccola Scala in Milaan in de enscenering van de beroemde regisseur Giorgio Strehler.
La Folle journée de Fadinard
Het verhaal van “Il cappello di paglia di Firenze” is gewoonweg hilarisch. Een bruidegom, Fadinard, is op weg naar zijn huwelijk, maar het paard van de koets peuzelt de strooien hoed op van een dame in het gezelschap. De opera is dan eigenlijk vier bedrijven bezig met: de bruidegom op tijd op zijn huwelijk te doen geraken, de schoonvader in spe kalm houden, een strooien hoed te pakken krijgen “uit Firenze” om te voorkomen dat de echtgenoot van Anaide, de dame van de hoed, haar verdenkt van ontrouw. We duiken van de ene verrassing en verwarring in de andere, nevenpersonages (modiste, soldaten) en dwaze toestanden (spannende schoenen) stuwen het verhaal uiteindelijk naar het happy end: bruid en bruidegom zijn verenigd!
Damiano Michieletto interpreteert Il Cappello di paglia di Firenze terecht als een “folle journée” à la Nozze di Figaro van Mozart. Hij zorgt in zijn regie voor verrassing en vaart en het decor is daar perfect aan aangepast. Het verhaal is op zich kleurrijk genoeg om het kraak witte decor te verdragen. Belangrijkste kenmerk is de wendbaarheid en beweeglijkheid van de wanden en de vele deuren. Soms neemt het stuk de stijl van een deurenkomedie aan. De personages gedragen zich zeer vlot en levendig. Hoe verscheurd Fadinard bij sommige gebeurtenissen ook is, hij verliest er de moed niet bij en blijft een naïeve hoop koesteren dat hij met het kleine restje van de hoed, uiteindelijk de juiste strooien hoed “van Firenze”! zal vinden.
We kennen Michieletto als een meester van de komedie op de operascène en ook hier slaagt hij erin de personages hun dwaasheid als echt te laten beleven en de stupiede details (de oranjeboom die als symbool van huwelijksliefde meegaat van scène naar scène, de te kleine schoenen, de soldaten) aanvaardbaar komisch te laten overkomen en nooit als ongeloofwaardig ridicuul. De zangers dragen zeker bij tot het slagen van het geheel: het is een totale equipe die zowel de zangpartijen als het acteren met verve en in de juiste stijl realiseert. Misschien heeft Pietro Spagnoli als schoonvader de juiste “spirit” in de cast doen ontspringen. De jonge dirigent Leonardo Sini voelt zich thuis in de vlotte en kleurrijke partituur en legt de ironische accenten fijntjes in de zanglijnen waar het over “Firenze” gaat. Een subtiele verwijzing van Nino Rota naar Puccini’s Gianni Schicchi ?
Het publiek heeft alvast de kennismaking met deze charmante komische opera geapprecieerd!















