Klara-presentatrice Sylvia Broeckaert is van vele markten thuis. Muziek is haar passie met oog voor vrouwelijke artiesten met een interessante en opmerkelijke levensloop. Wat ze niet in haar radioprogramma’s kwijt kan vertrouwt ze toe aan papier. In 2018 schreef ze het non-fictieboek ‘Iedereen Opera’ en in 2023 volgde haar roman ‘Aria’.
Op 22 mei 2025 was het precies 125 jaar geleden dat de Gentse en internationaal gevierde operadiva Vina Bovy geboren werd. Exact op die dag werd haar biografische roman ‘Malvina’ (bij Borgerhoff & Lamberigts) voorgesteld in Oostende. Vina Bovy had een band met de koningin der badsteden en trad er geregeld op in het Kursaal en zong er als eerste een lied in het Nederlands. We schrijven 1929.
Met ‘Malvina’ neemt Sylvia Broeckaert de lezer mee in het boeiende en avontuurlijke leven van deze Vlaamse operadiva (1900-1983). Deze Gentse dame had alles wat een artiest nodig heeft om een spoor na te laten in de geschiedenis: talent, een gouden stem, schandalen en een glitzy lifestyle. Met haar stem en uiterlijk wist ze het publiek en menige man te bekoren. De biografische roman loopt over twee sporen. De auteur bijt haar met enige verbeelding vast in het getormenteerde leven van Vina Bouvy. Spoor twee: bedlegerig in een Gents ziekenhuis, oud en eenzaam, probeert de operadiva de banden met haar enige zoon weer aan te halen. Brieven waarin ze herinneringen ophaalt en mee haar levensverhaal schetst. Ze schrijft hem keer op keer. Hij had zich van zijn moeder gedistantieerd omwille van haar gokverslaving waardoor hij na haar dood vele miljoenen misliep. Hij was daarenboven getrouwd met een rancuneuze vrouw die hem alle contact met zijn moeder verbood.
Het succes kwam niet uit de lucht gevallen. Als wees werd Malvina Bovy opgevoed door haar grootouders. Simpele volksmensen die in de cité woorden. De Opera Gent stond begin 20ste eeuw gekend als het Théâtre Français. Haar grootvader nam haar als klein meisje mee naar de Opera. Helemaal boven in de engelenbak, plaatsen voor het plebs, keek en luisterde ze vol bewondering naar ‘Faust’ van Gounod. De muziek en het schouwspel betoverden het kleine meisje. De Eerste Wereldoorlog speelde in haar voordeel. Onder de Duitse bezetting waren alle scholen gesloten, alleen het conservatorium bleef open. Bij gratie van het toeval kwam ze er via, via terecht. Men ontdekte er haar mooie sopraanstem en stond versteld van haar vocale mogelijkheden. Een uitzonderlijk talent. Men spoorde de tiener aan om solfègelessen te volgen. Al snel werd duidelijk een meisje met karakter, vocaal ambitieus, een eigen willetje en moeilijk in te tomen.
Terzijde snijdt de auteur ook de Gentse kunstscène aan. Een nieuwe wereld opent zich voor het meisje uit de cité. Al snel start een internationale carrière die haar naar Frankrijk, Italië en Buenos Aires voert. ‘Mimi’ in Puccini’s La Bohème is haar droomrol. Grote componisten geraken helemaal flabbergasted van haar stem en vertolking. Het arme meisje krijgt ‘le goût de luxe’. Het zijn evenwel sterke schouders die de weelde kunnen dragen. Vina Bovy wist heel goed wat ze wilde en wat ze waard was. Ze wordt verliefd op haar tegenspeler André Bordino. Die verwacht evenwel, eens getrouwd, dat ze zich wijdt aan haar gezin. Ze kiest echter voor haar carrière. Zingen was haar passie en roeping. Ze ademde muziek. Een artieste in hart en nieren. Tijdens een verblijf in Frankrijk kruist de steenrijke Italiaanse legerofficier Norberto Fischer haar pad, 20 jaar jonger. Ze sluit een verstandshuwelijk. Hij was lang de rechterhand, vertrouwenspersoon en minnaar van prinses Maria Letizia Bonaparte. Zij laat hem haar prachtige villa na. In villa Cyrnos aan de Côte ‘d Azur kan ze een prinsheerlijk leven leiden. Beroemdheden zoals Churchill zijn er vaak te gast. De auteur verdiept zich ook in het wel en wee van gekroonde hoofden: de Spaanse, Franse en Italiaanse adel.
Na de geboorte van haar zoontje Umberto geniet ze even van het moederschap, maar blijft ondertussen met een stemcoach haar stem trainen. Daarna leidt ze een nomadisch bestaan en trekt van het ene gerenommeerde operahuis naar het andere. Ze heeft alles : een carrière waar ze van droomt en een luxeleven. Het moederschap is een bonus, een onverwachte bron van vreugde.
In 1929 passeerde Vina Bovy in Oostende, de stad waar artiesten en intellectuelen ‘met een hoek af’ zich thuis voelden. Ze zong er liederen en aria’s in zes verschillende talen en vond het niet meer dan normaal dat er ook een Vlaams lied werd aan toegevoegd. Zeer tegen de zin van de directeur van het Kursaal zette ze haar willetje door. Het werd ‘Ik ken een lied’ van Willem De Mol op tekst van Gentil Antheunis, de schoonzoon van Hendrik Conscience. Een lied over het gemis van een moeder, over de jeugd en de liefde, over eenzaamheid in de oude dag. Har stoute ingeving om ook een Vlaams lied te zingen raakte een gevoelige snaar.
Op het toppunt van haar carrière wordt W.O. II de grote spelbreker. In het najaar van 1938 en voorjaar 1939 zou ze met Toscanini een concertreis maken in de Verenigde Staten. Op het hoogtepunt van haar carrière wordt alles stilgelegd toch op groot internationaal niveau. Ze richt zich dan op Frankrijk en België. Zeer geliefd bij het operapubliek van Gent vraagt men haar om directeur te worden en de opera uit het slop te halen. Ze tilde het repertoire naar een hoger niveau en hield het drie ambtstermijnen vol. Haar laatste levensgezel wordt zwemkampioen Henri De Pauw. Operarecensente wijlen Erna Metdepinnghen behoorde tot haar intimi. Ze was de dochter van haar secretaris in de Gentse opera.
‘Malvina’ een interessant boek dat vlot weg leest.