Achttien toneelspelers vormen samen een nieuw participatief project ‘STAMPPOT’ in Mechelen. Regisseur Maja Westerfeld is de bezielende kracht.
Schrijfster en theatermaakster Maja Westerfeld (1985) is gefascineerd door enkelingen, zonderlingen en in het bijzonder van het doodnormale. Voor haar tellen niet alleen mooie intenties waar de wereld bol van staat. Ze gaat al jarenlang in het verweer tegen de waan van de schijn. Wat haar typeert is daadkracht en ondernemingszin. Armoede en sociale uitsluiting kelderen het zelfbeeld van de mens. Volgens de Italiaanse kunstenaar Michelangelo Pistoletto (hij situeert de kunst en de kunstenaar in de maatschappelijke werkelijkheid) staat een kunstenaar aan de top van de maatschappelijke piramide: dat verschaft hem een enorme vrijheid, maar juist daarom kan hij zijn verantwoordelijkheid niet ontlopen.
Gangmaker
Als huisartiest van kunstencentrum nona zijn dit geen loze woorden voor haar. Achter de façade kijken is belangrijk. Het gaat niet alleen om financiële armoede, maar ook om geestelijke armoede. STAMPPOT is een toevluchtsoord, een plek waar schoonheid, rust en steun te vinden is. Cultuur is de bindende factor. Regisseur Maja Westerfeld stimuleert en bevraagt ze. Lokt hen uit hun comfortzone laat hen acteren, bewegen wat resulteert in hartverwarmende voorstellingen. Bij STAMPPOT ontwikkelen deze mensen een artistieke taal. Niet alleen kunst voor de elite, maar ook voor de massa, het volk. Mauriacs spreuk indachtig: “Travail, opium unique” speelt hier: ze kunnen iets, tellen mee door hun artistieke en creatieve gen aan te boren. Mensen die op hun schoonst en op het ruwste te zien zijn op de scène.
De betovering van het theater. Het blijft een fascinerend medium. Er is niet veel nodig om geboeid te geraken.
Op de scène staan Ann, Chris, Daan, Erik, Guy, Lei, Leo, Miek, Nataliia, Roksolyana, Roos, Stijn, Susan en Tom. Sommigen waren elkaar al tegengekomen, anderen kenden elkaar van haar noch pluim. Er is ook respect tegenover elkaar. Op het toneel bloeien ze open begeleid door zorgcoöordinaten Marthe Vandervorst en Maya Versteele én door regisseur Maja Westerfeld. Voor haar hebben we enkele vragen:
- Wat jullie hier doen is een beetje in het voetspoor van Tutti Fratelli (Reinhilde Decleir) in Antwerpen?
M. W.: Ja en neen, in die zin dat ik graag theater maak met niet-professionele spelers. Dat doen zij ook, maar ik kan het alleen op mijn eigen manier. De voorstellingen zien er anders uit dan die van Tutti Fratelli. - De mensen waarmee u werkt zijn niet uit eigen initiatief naar u toegekomen. Hoe is dat in zijn werk gegaan?
M.W.: Dat gaat eigenlijk heel lang terug. Tien jaar geleden heb ik voor het eerst een voorstelling gemaakt met liefhebbers in Mechelen. Dat heette ‘Miserie’ met een man of twintig. Daar is eigenlijk een groep spelers uit gekomen en die zijn meegestapt in een volgend project. - Hoe staat Maja Westerfeld eigenlijk in het leven?
M.W.: Goed! Nou ja, wat er momenteel in de wereld gebeurt is niet normaal, het is spannend. Het noopt tot een zekere alertheid. - De mensen waarmee u werkt komen uit diverse achtergronden.
M.W.: De voorbije jaren ben ik in Mechelen op zoek gegaan naar mensen die wilden meespelen in een voorstelling. Toen ben ik langs volwassenenonderwijs gegaan en inderdaad ook de armoede organisaties. Daar zijn heel veel spelers uit naar boven gedreven. We zijn een werking begonnen. Ik heb dat altijd ad hoc gedaan. Omdat het toen op een sporadische basis was kon je geen continuïteit garanderen. Als je een jaar lang repeteert, groeit er een sociaal vangnet. Daar ontstond het verlangen een sociale werking op te starten die dat vangnet kan doortrekken. Om de spelersgroep uit te breiden hebben we elk jaar een andere partner. Dit jaar is dat De Loods. Dat is een kunstencentrum verbonden aan een psychiatrisch ziekenhuis. Mensen met een psychische kwetsbaarheid kunnen er terecht. We hebben de oproep voor spelers gelanceerd in hun achterban. Daar zijn dus ook een paar mensen gerecruteerd. - Prova Nostra’ betekent ‘Onze repetitie’. Er wordt binnengevallen in een repetitie van de Toneelkring Prova Nostra. Het pure theater zonder crossmediale toestanden.
M.W.: Vooral het plezier primeert. - Werd er gewerkt vanuit een script of vanuit improvisatie.
M.W.: Ik begin met een idee. Omdat de mensen graag toneel spelen bedacht ik: ik maak een voorstelling rond mensen die toneel spelen omdat het heel dicht bij hun plezier ligt. Wat we gedaan hebben is een jaar lang improviseren op de vloer. Tijdens het improviseren koppel ik heel de tijd terug naar het oorspronkelijke idee. Daaruit ontstaat het materiaal. Er is een wisselwerking tussen wat ik graag wil zien en zij laten zien. Er wordt enorm veel plezier gemaakt. Plezier in iets beleven geeft ook mentale rust. - Was het moeilijk om hen begrippen als verhaal, personage, dramatische opbouw, conflicten, catharcis bij te brengen?
M.W.: Sommige hebben ervaring, andere staan voor het eerst op de scène maar zijn allemaal zeer ontvankelijk voor suggesties. - Kunnen ze makkelijk om met opbouwende kritiek en discipline?
M.W.: Dat is niet direct mijn inzet. Wat primeert is een mooie voorstelling maken. Dat is hard werken voor mij en voor hen. Het is niet heel anders werken dan met professionele spelers. - U heeft een fantastische bezetting bij elkaar gekregen zo te horen.
M.W.: Ik heb twee collega’s met een zorg achtergrond. Zij staan in voor de zorg van de spelers buiten de vloer, wat ze heel consequent doen. Zodat er een back-up is. - Een sociaal-artistieke werkplaats staat voor leren, maken en tonen. Het is een vitale kunstbeleving.
M.W.: Allemaal waar én niet vergeten: plezier maken. De ambitie is altijd artistiek. Ze krijgen heel wat te verstouwen. Het is een heel hechte en warme groep. Een veerkrachtig collectief dat elkaar steunt door dik en dun. - We staan er meestal niet bij stil hoe ver armoede, ziekte kan reiken. Hoe sociaal geïsoleerd mensen kunnen geraken. Merkte u tijdens het repetitieproces een verandering: wij tellen mee, worden gezien!
M.W.: Het gemakkelijkste is dat ik niet weet wat hun achtergrond of diagnose is. Mijn collega’s in dit project weten dat uiteraard wel. Wanneer mensen het gevoel krijgen dat ze niet meetellen in een maatschappij, dat schrijnt. Nu ze hier tweemaal per week komen repeteren is dat voor hen een reden om toch naar de kapper te gaan, te eten. Het is een bijkomstigheid, niet de inzet van dit project. Het is wél een gevolg van dit project en een heel belangrijk gevolg. - Het ontbreekt onze samenleving aan liefde, aan mededogen, aan intelligentie, eerlijkheid en ethiek! Inclusief theater beukt daar tegenin!
M.W.: Ik hoop het. Er bestaat sociaal-artistiek werk en ik heb daar heel veel respect voor. Maar ik ga niet aan de slag met het verhaal van de mensen. Dat doe ik bewust niet. Er is tijdens de repetities wel heel veel ruimte voor hun verhalen. Die komen spontaan naar boven. We luisteren daar ook naar. Ze helpen elkaar. Dragen zorg voor elkaar onderling. We hebben een spelerspotentieel tussen 17 en 74. Heel divers ook. - Een intergenerationele cast.
Wat ze zo fijn vinden: we mogen eindelijk een rol spelen. Ze kunnen zichzelf even achterlaten. We doen de deur dicht, het gordijn gaat open, de theaterspot gaat aan en ze betreden een nieuwe wereld. Ze hoeven zich even niet te verhouden tot de buitenwereld. Opgaan in het moment, samen spelen en genieten. Ze voelen zich opgetild. Deelnemen aan dit project is eigenlijk zorg dragen voor deze mensen. Ik hoop daarmee een beetje bij te dragen aan een betere wereld.