Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Franse finesse – Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen 193 jaar successtory

De Koningin Elisabethwedstrijd, 88 jaar een successtory, een symbolische naamswijziging niet te na gesproken. Geen twee zonder drie. De derde successtory was het galaconcert in Bozar waarmee Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen o.l.v. Yves Segers traditioneel de naamdag van de koning vierden, samen met pianist Valère Burnon, Derde Prijs in de recente Koningin Elisabethwedstrijd.

Nu geen Rach 3 of Tsjaikovsky 1! Wel het Pianoconcerto van Maurice Ravel, die dit jaar 150 zou geworden zijn. Reden genoeg om het hele concert een Frans parfum te geven. Klara-presentatrice Katelijne Boon zette de toon in haar knalrode jurk met dito ‘truc en plumes’. Het programma was dan ook een palmares van het Franse Impressionisme, waarvan Ravel het middelpunt was. Het leidde van Chabrier, idool en sprituele leraar van Ravel, via Fauré, leraar en leidraad van Ravel, naar de ster van de avond en één van de inspiratiebronnen in de lange geschiedenis van De Gidsen, Maurice Ravel.

‘Esprit français’

Chabrier was niet alleen in de ban van Ravel, ook Wagner en Adolphe Sax begeesterden hem. En daar was de Ouverture tot de in De Munt gecreëeerde Opera ‘Gwendoline’ een overtuigend bewijs van. Niets beters dan het kleurenpalet van De Gidsen om met epische expressie en intense lyriek de heldhaftige maar tragische liefde van een Deense koning voor de Saksische prinses Gwendoline te verklanken. De elegante Sicilienne, die Fauré schreef op verzoek van zijn leraar Camille Saint-Saëns, leidde naar de ‘pièce de resistance’, het Pianoconcerto in G van Ravel.

Die was eerst van plan dit sprankelende werk ‘Divertissement’ te noemen. En die visie benaderde het dichtst de interpretatie die Valère Burnon ervan gaf. Geen krachtpatserij, geen percussie-toestanden voor de piano. Burnons aangeboren passie voor muziek, zijn voortdurende zoektocht naar lyriek en expressie, zijn diepe verbondenheid met de viool en met het kamermuziekgenre maakten van het begin-Allegramente een virtuoze en tegelijk poëtische aanloop naar het sublieme middendeel en naar een duivelse Presto finale. Glissandi, trillers, tegentijden, gerepeteerde aanslagen, jazzy effecten, het was er allemaal. Maar ook heerlijke legato’s, markante contrasten en die ondefinieerbare ‘esprit français’.

Valère Burnon is een waardige laureaat van het Concours. Dat zat er van jongsaf aan te komen. Want toen hij als achtjarige Anna Vinnitskaja de eerste prijs zag wegkapen, wist hij het: “Ooit zal ik meedoen aan de Koningin Elisabethwedstrijd”. Achttien jaar, vijf Conservatoria (Huy, Ciney, Luik, Köln, Imola), drie jaar artiest-in-residentie aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth in Waterloo, talloze Masterclasses, een massa optredens, twee CD’s met sterke Franse inslag, verbeten arbeid, een halve Finale met Mozart KV 271 en Prokofiev Sonate 7 en een Finale met Rachmaninov 3 later, was het zo ver: “Derde Prijs, Prijs graaf de Launoit, Publieksprijs RTBF en VRT, Valère Burnon”. Toevallig Derde, net als zijn mentor Jean-Claude Vanden Eynden in 1964. Even toevallig: als om de cirkel rond te maken, zat Anna Vinnitskaja in de jury!

Geluksbrengers

Ook zijn eerste Internationale wedstrijd-succes in Épinal 2019 blijft Valère altijd bij. “Ik ben altijd wat vergeetachtig geweest en toen ik me klaarmaakte voor de eerste ronde, realiseerde ik me dat ik mijn schoenen in België had laten liggen. Er restte me niets anders dan op zwarte sneakers te treden en de volgende dag nieuwe schoenen te kopen. En die brachten me geluk want ik won de eerste prijs! En tijdens het gala met de juryleden na de prijsuitreiking, gaven sommigen toe dat mijn sneakers niet onopgemerkt waren gebleven… Nu helpen mij een degelijke organisatie, alles opschrijven en een heel goed geheugen als het om muziek gaat.”

Van de door Diaghilev bestelde balletmuziek ‘Daphnis et Cloé’ maakte Ravel ‘twee orkestsuites voor uitgebreid symfonieorkest met driedubbel bezette houtblazersgroep, vierdubbel bezette koperblazersgroep, grote slagwerkgroep en een woordloos koor’. Deze ritmisch verfijnde dansenreeks, afgewisseld met poëtische intermezzi, zag Arthur Prevost wel zitten voor het eliteharmonieorkest dat hij van 1918 tot 1945 leidde. In zijn bewerking is plaats voor heerlijke crescendi en decrescendi, een lange, subtiele fluitsolo en speelse motiefjes die als balletjes rondgeslingerd worden. Reeds in 1932 dirigeerde Prevost ‘Daphnis et Chloé’ tijdens een ‘Ravel Festival’ in Brussel en Ravel zelf zijn Pianoconcerto, met Marguerite Long als soliste.

Brug tussen twee werelden

Nog Parijs, nog Ravel maar beleefd door George Gershwin. Die ontmoette Ravel tijdens zijn eerste reis naar Parijs in 1928 en beschreef zijn indrukken met een overvloed aan ‘couleur locale’ en met effecten die De Gidsen op het lijf geschreven zijn.  De overhandiging van twee cheques voor de Sociale Werken gesteund door Defensie en de traditionele marsen rondden de avond feestelijk af.

Details:

Titel:

  • Franse finesse - Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen 193 jaar successtory

Wie:

  • Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen o.l.v. Yves Segers, pianist Valère Burnon

Waar:

  • Bozar, Brussel

Wanneer:

  • 18 november 2025

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –