Van 20 tot 22 juni vond in Oostende de tweede editie plaats van het FLOW Festival, een initiatief van het vocaal ensemble Dionysos Now!. Na een eerste, compacte editie in 2024, spreidde het festival dit jaar de vleugels iets breder uit. Het programma werd uitgebreid naar drie dagen en vond plaats op verschillende locaties in de stad. Zonder zichzelf groots te willen opstellen, bood FLOW 2025 een doordachte reeks concerten en nevenactiviteiten die polyfonie op verrassende manieren in context plaatsten.
De openingsavond in de Petrus- en Pauluskerk zette meteen de toon: geen vrijblijvend eerbetoon aan de oude muziek, maar een gedurfde confrontatie tussen renaissanceklank en elektronische puls. Dionysos Now! en Maxime Denuc brachten een concert in totale duisternis, waarbij het publiek met oogmaskers luisterde naar de dialoog tussen stem en midi-gestuurd kerkorgel. Die oogmaskers voelden de eerste momenten wat beklemmend aan, maar riepen tegelijk iets vertrouwds op: de bijna automatische reflex om bij intense muziek de ogen te sluiten. Dat maakte deze ervaring niet alleen bijzonder, maar ook uitzonderlijk intens — alsof luisteren even niets anders hoefde te zijn dan dat.
Zaterdagochtend leidde het ensemble Psallentes, onder leiding van Hendrik Vanden Abeele, het publiek terug naar de besloten sfeer van een middeleeuwse vrouwenabdij. Hun uitvoering van gregoriaanse gezangen uit de abdij van Notre-Dame du Vivier wist door zijn sobere helderheid en subtiele spanningsopbouw te overtuigen. Zowel de zangeressen als hun dirigent brachten de ingetogen, bijna meditatieve muziek op een manier die je als luisteraar even losweekte uit de dagelijkse tijd. De zachte contouren van de melodieën en het natuurlijke verloop van het ritme voerden je ongemerkt mee naar het Val des Viviers en de stilte van een verdwenen kloostergemeenschap.
Meteen daarna bood Kurt Van Eeghem in het Kursaal een geslaagde lezing over het Oostendse muziekleven tijdens de Belle Époque. Met flair en historische scherpte wist hij, ondersteund door korte pianofragmenten van Iskander Moens, een verdwenen wereld op te roepen.
In De Grote Post kreeg het publiek die namiddag de kans om polyfonie van binnenuit te ervaren. Tijdens Who’s afraid of polyphony? ontmantelde Dionysos Now! op speelse wijze de bouwstenen van meerstemmigheid. Tore Tom Denys, ondersteund door korte zangfragmenten van het ensemble, lichtte niet alleen het ontstaan en de ontwikkeling van de polyfonie toe, maar liet het publiek ook ontdekken waar het beroemde “ut re me” — “do re mi” — vandaan komt. Het publiek ging gretig in op de uitnodiging om enkele passages mee te zingen, en leerde ter plekke hoe een eenvoudige cantus firmus kan worden gezongen — zelfs in canon. Zowel de professionele zangers als de mensen in de zaal waren verrast hoe vlot dat ging, en hoe natuurlijk het voelde om deel uit te maken van een meerstemmig geheel. Aansluitend volgde het debat Polyfonie, Filosofie en Democratie, waarin meerstemmigheid als metafoor voor het publieke gesprek werd onderzocht. Onder leiding van Anne Laure Léger wisselden Petra De Sutter, Christophe Busch, Katia Segers, Jean-Claude Burgelman en anderen ideeën uit met een aandachtig publiek. Het gesprek bleef verrassend concreet en betrokken.
Zaterdagavond vormde de Kapucijnenkerk het decor voor een van de meest beklijvende momenten van het festival: de uitvoering van de Old Hall Ladymass door Trio Mediæval en Catalina Vicens. Gebaseerd op het beroemde Engelse koorboek uit de 15de eeuw, brachten de drie zangeressen een selectie motetten en misdelen die ze aanvulden met hedendaagse composities van onder meer David Lang. Hun samenzang was opmerkelijk precies, glashelder en emotioneel geladen; op sommige momenten had je als luisteraar het gevoel dat je naar een veel groter ensemble luisterde dan het drietal dat voor je stond. Catalina Vicens begeleidde hen op organetto, maar beperkte zich niet tot ondersteuning: in een aantal solo-interventies toonde zij een krachtige, expressieve muzikaliteit die perfect aansloot bij het vocale materiaal. Oude en nieuwe klanken gingen naadloos in elkaar over in een programma dat niet alleen historisch geïnspireerd was, maar ook getuigde van eigentijdse zeggingskracht.
Het festival sloot zondag af in het Thermae Palace met Apero Poëzie, een combinatie van muziek, tekst en live-illustratie. In de gesprekken tussen acteur Tijmen Govaerts, schrijver Hans Depelchin en Tore Tom Denys over de zee, muziek en smaken zat een lichte ironie die de ernst van de muziek op een prettige manier relativeerde. De poëzie van Bart Moeyaert en fragmenten uit de Ode aan de verwondering van Caroline Pauwels, voorgelezen door actrice Louise Bergez, vormden een natuurlijk geheel met de muziek van Adriaen Willaert. De live-tekeningen van Gerda Dendooven voegden een poëtische laag toe die het publiek zichtbaar wist te raken.
FLOW 2025 wist niet alleen door zijn muzikale kwaliteit te overtuigen, maar vooral door zijn coherente visie: polyfonie werd hier niet als monument benaderd, maar als levend principe. Een festival dat de meerstemmigheid niet enkel uit de partituur haalde, maar ook vertaalde naar gesprek, context en ervaring. Subtiel, bedachtzaam, en precies daardoor overtuigend.
De volgende editie is gepland op 19, 20 en 21 juni 2026. Wij zullen alvast van de partij zijn.