Opera Ballet Vlaanderen werd de laatste zes jaar muzikaal geleid door dirigent Alejo Pérez die nu afscheid neemt en elders (waar is nog even een onbekende) aan de slag gaat. Met een concert in Gent, herhaald in Antwerpen werd hij met een staande ovatie ‘dank u wel’ uitgewaaid.
Voor dit afscheidsconcert koos de dirigent om Ludwig Van Beethoven zijn zesde symfonie en Gustav Mahler zijn ‘Lied von der Erde’ uit te voeren. Het volle orkest van OBV en de solisten tenor Christopher Sokolowski en mezzosopraan Dshamilja Kaiser vulden de Koningin Elisabethzaal met rijke orkestrale klanken en volle stemmen.
Beethovens Zesde
Een aanbidding van de natuur in al zijn rijkdom, is elke keer je de symfonie hoort een ontdekking van details die je denkt van achter naar voor te kennen. Beethoven is, wat mij betreft, de muzikale evenknie van Rubens en is het niet zo dat je bij elk schilderij telkens weer wat anders ziet, afhangende vanuit welke hoek je kijkt, hoe het werk belicht is? Zo is het precies ook met, onder meer, Beethovens zesde. Persoonlijk ben ik niet die ‘puritein’ die altijd gaat voor de absolute zo historisch mogelijke uitvoering. Een modern orkest, zoals dat van de opera, kan dan gewoon al niet in aanmerking komen en zeker geen groot symfonisch orkest. En ja, in zo’n ruime zaal zou de historische uitvoering niet tot haar recht komen. Het compromis kan en mag, het werk blijft hoe dan ook oneindig mooi en betovert in alle vormen de luisteraar.
Dirigent Pérez leidde het orkest met vlotte handen en vloeiende armbewegingen door een expressieve zesde Beethoven. De verhaallijnen tekenden zich begrijpelijk af en wie de ogen sloot, voelde zich zeker in de bossen en weilanden waar Beethoven nog vrij kon van genieten vlakbij Wenen, daar waar nu alles volgebouwd is en het verkeer raast in de plaats van vogels te horen zingen, kikkers te horen kwaken, krekels te horen kirren, geen dekking te vinden voor het onweer, het genot van de warmte van moeder zon en noem maar op.
Mahlers Lied von der Erde
Telkens wanneer ik vertel dat ik veel liever de kamermuziek van Mahler geniet dan zijn symfonieën, krijg ik grote ogen op mij gericht. En ik beken, van deze liedcyclus ben ik ook niet de grootste fan. Toch werd ik een paar keer dieper geraakt, ook al vond ik dat het voor de solisten soms net iets teveel ‘tuti’ van het orkest was bij de grootse passages. Daar heeft vooral de tenor het zwaar te verduren met een orkest dat meestal in een bak speelt. Soms werd hij bijna overstemd. Tot daar het enige licht mindere punt van deze avond want Sokolowski heeft een rijke, krachtige stem die geknipt is om zwaardere rollen – Wagner (hij zingt momenteel Parcifal in OBV) en deze Mahler bijvoorbeeld – te zingen. Zuiver, krachtig, knappe techniek en tekstbewust vertolkend. Kaiser heeft ook zo’n zuivere mezzo die zacht neerlegt en warmte uitstraalt. Het maakt van de intiemere Mahler soms bijna iets van fluweel voor het oor.
Solisten, orkest en dirigent hadden een degelijke interactie, je voelde dat hen deze Mahler ligt. Dat straalde allemaal af op het publiek dat een dubbele staande ovatie ten beste gaf. Een voor de uitvoering op zich en een voor de afscheidnemende dirigent. Voldaan kon iedereen, musici en publiek, huiswaarts keren, nagenietend van een bijzondere avond.