Clara Schumann en Fanny Mendelssohn genieten tegenwoordig steeds meer bekendheid, en terecht. Maar in Duitsland is het hun generatiegenote Emilie Mayer die intussen beschouwd wordt als de belangrijkste Duitse componiste van de 19de eeuw. Dat heeft te maken met haar omvangrijke oeuvre dat vooral orkestwerk omvat. Ook haar levensloop als bewust ongehuwde vrouw speelt mee. Emilie Mayer was zich dermate bewust van haar capaciteiten dat ze zich als eerste vrouw durfde uit te geven als ‘beroepscomponiste’. De Akademie für Alte Musik Berlin haalt haar eind oktober definitief uit de vergetelheid met een reeks van drie concerten in Berlijn. Een citytrip meer dan waard.
Emilie Mayer (1812-1883) bekleedde een uitzonderlijke positie in het 19de-eeuwse muzieklandschap. Als vrouw tussen haar mannelijke collega’s, maar ook ten aanzien van haar vrouwelijke tijdgenotes. Ze bleef bewust ongehuwd om niet het risico te lopen zich te moeten neerleggen bij een ondergeschikte rol als echtgenote en moeder. Zo kon ze zich volledig concentreren op haar muziekcarrière. En opmerkelijk voor een vrouw: haar omvangrijke oeuvre bestond voornamelijk uit orkestwerk.
Anders dan bijvoorbeeld Clara Schumann en Fanny Mendelssohn groeide Emilie – spreek uit: e-mí-lie-je – Mayer niet op in een kunstzinnig milieu. Haar vader was apotheker, net zoals een van haar broers. Een andere broer en haar schoonbroer waren artsen. Toch kreeg ze alle steun om haar muzikaal talent, dat al van jongs af aan tot uiting kwam, te ontwikkelen. Haar carrière kwam evenwel pas laat op gang. In 1840, dag op dag 26 jaar na de dood van Emilies moeder, benam haar vader zich van het leven. Dat was het moment waarop de toen 28-jarige Emilie besliste een ingrijpende wending aan haar leven te geven.
Zelfstandig bestaan
Ze besefte dat ze in Friedland, haar geboortestadje in de huidige Noordoost-Duitse deelstaat Mecklenburg-Voor-Pommeren, weinig toekomst had. Haar erfenis stelde haar in staat een zelfstandig bestaan uit te bouwen. Ze verhuisde naar Stettin, de huidige Poolse stad Szczecin. Daar ging ze les volgen bij Carl Loewe, vermaard componist, organist, pianist en zanger. Hoewel hij zijn twijfels had ten aanzien van componerende vrouwen, was hij onmiddellijk bereid Emilie Mayer als zijn leerlinge te aanvaarden. Bij hem verdiepte ze zich in het werk van Mozart, Beethoven en Haydn. Haar eerste twee symfonieën kregen al meteen een uitvoering in Stettin.
Vervolgens ging ze in Berlijn fuga en contrapunt studeren bij Adolphe Marx, een revolutionair die openlijk ijverde voor toegang van meisjes tot muziekonderricht. Hij was ook uitgever van de Berliner Allgemeine Musikalische Zeitung en muziekdirecteur aan de universiteit. Orkestratie en instrumentatie leerde Emilie Mayer ten slotte in Berlijn bij Wilhelm Wieprecht, directeur van de Pruisische militaire muziekkapel. Hij zou de première verzorgen van diverse werken van haar.
Ook in o.m. München, Leipzig, Wenen en zelfs Brussel werd haar werk uitgevoerd. Meestal moest ze die concerten zelf organiseren én instaan voor alle kosten, zoals het handmatig laten kopiëren van haar nog niet gepubliceerde partituren. In Berlijn kreeg ze wel het Königliche Schauspielhaus gratis ter beschikking.
Broodkruimels
Die gunst dankte ze aan haar goede connectie met het hof van Friedrich Wilhelm IV. Die vriendschappelijke band was een gevolg van een bijzondere hobby: ze kneedde met Semmelkrumen – broodkruimels of paneermeel – en met behulp van schaar en naalden kunstwerkjes. Een aldus gemaakte schaal schonk ze bv. aan koningin Elisabeth van Pruisen, die haar later in retour een gouden medaille zou schenken. In de collectie van het Grüne Gewölbe in Dresden zou zich nog steeds een dergelijk brood-kunstwerk van de componiste bevinden.
Unicum
Haar concerten werden steevast enthousiast aangekondigd door Ludwig Rellstab, befaamd criticus van de Vossische Zeitung, een door de politieke en culturele elite veelgelezen krant. In 1850 schreef Rellstab bv. volgende ronkende woorden: ‘Aanstaande zondagochtend zal de muziekwereld iets bijzonders te bieden hebben. Een dame, Dem.[oiselle] Emilie Mayer, zal een aantal van haar composities laten uitvoeren in de concertzaal van de koninklijke schouwburg (…) Zo’n concertprogramma, geheel tot leven gebracht door een vrouw, is, althans naar onze ervaring en kennis, een unicum in de wereldmuziekgeschiedenis.’
Het programma was beslist indrukwekkend: een ouverture voor orkest, een strijkkwartet, een lied voor tenor en een voor alt, vierstemmige gezangen, werk voor koor, een aria én haar derde symfonie, bijgenaamd Sinfonie militair, uitgevoerd door het vooraanstaande orkest Euterpe o.l.v. Wieprecht.
Ook de recensies waren lovend. De Neue Berliner Musikzeitung was onder de indruk: ‘Tot nu toe heeft de hand van een vrouw hooguit het lied overwonnen (…), maar een kwartet, laat staan een symfonie met alle vereiste kunst voor zinvoering en instrumentatie – dat is zeer uitzonderlijk. Waartoe vrouwelijke krachten, krachten van de tweede orde, in staat zijn – dat heeft Emilie Mayer bereikt en getoond.’
Beroepscomponiste
Ze was zich ook zeer bewust van haar eigen capaciteiten. Dat mag blijken uit het feit dat ze zich, wellicht als eerste vrouw in de geschiedenis, uitgaf als ‘beroepscomponiste’. Ten aanzien van haar uitgever Bote & Bock Verlag durfde ze hoffelijk maar vastberaden te onderhandelen over de drukkosten die ze moest betalen.
Voorts schrok ze er niet voor terug de grootste componisten van haar tijd te benaderen. Aan Franz Liszt vroeg ze een piano-arrangement te maken van haar strijkkwartet in re klein dat ze aan hem opgedragen had. Liszt weigerde echter omdat hij het ‘onmogelijk’ vond ‘haar onontbeerlijke klank en coloriet weer te geven op het droge klavier’. Hij prees haar benijdenswaardig muzikaal talent.
Zoveel uitvoeringen, zoveel lof, maar wanneer ze niet naar waarde geschat werd, ervaarde ze dat als bijzonder pijnlijk. Dat vernemen we uit een brief aan componist en musicoloog Wilhelm Tappert. Haar leermeester Carl Loewe had haar gevraagd naar haar curriculum toen hij aan zijn autobiografie werkte. Toen Loewe echter overleed en een andere auteur het werk afmaakte, moest ze vaststellen dat ze daarin helemaal niet voorkwam. Ze beklaagde zich daarover bij Tappert: ‘Zoals u wellicht weet, is zijn biografie onlangs gepubliceerd. Op zijn verzoek moest ik wat aantekeningen over mezelf insturen toen hij nog leefde, hoe lang ik bij hem studeerde, hoeveel werken ik publiceerde en daadwerkelijk schreef. Onbegrijpelijk, staatsraad Bitter in Posen, die de redactie overnam, heeft de passage over mij niet opgenomen, om welke reden weet ik niet, het heeft mij ten diepste gekwetst.’
Of hoe vrouwen zelfs al tijdens hun leven uit de geschiedenisboeken geweerd werden en bijgevolg zeer snel vergeten werden.
140 jaar
Zowat 140 jaar heeft het geduurd voor Emilie Mayer weer enige aandacht kreeg. De belangstelling kwam voorzichtig op gang in 2012, naar aanleiding van haar 200ste geboortedag. De Neubrandenburger Philharmonie o.l.v. Stefan Malzew voerde toen haar vierde symfonie uit. In 2019 bracht dat orkest, gevestigd in de 30 km van Friedland gelegen stad Neubrandenburg, die symfonie uit op een dubbel-cd, samen met nog ander knap werk zoals haar heerlijke pianoconcerto en een strijkkwartet (integraal op YouTube).
Voorts werd in Friedland op instigatie van een plaatselijk vrouwenkoor een straatje Emilie-Mayer-Weg gedoopt en kwam er een gedenktegel te midden van wat nu een grote, versteende Marktplatz is maar waar ooit de apotheek van Emilies vader gevestigd was. Ter bevordering van haar nalatenschap werd ook een Emilie Mayer Gesellschaft opgericht.
De Duitse pianiste Kyra Steckeweh nam ondertussen als eerste Mayers pianosonate in re klein op (cd Vita brevis ars longa). Samen met cineast Tim van Beveren dook ze in de archieven, wat resulteerde in de bekroonde documentaire Komponistinnen (2018, waarin ook portretten van Fanny Mendelssohn, Mel Bonis en Lili Boulanger). Door de verdere inzet van Tim van Beveren kreeg Emilie Mayer in 2021 bovendien een gedenksteen op het Dreifaltigkeitsfriedhof in Berlijn, op de plaats waar ze volgens de stadsarchieven mogelijk begraven kan zijn – overigens niet ver van de graven van Fanny en Felix Mendelssohn.
Geheim dagboek
Eindelijk valt er ook wat te lezen over Emilie Mayer – zij het voorlopig alleen in het Duits. Zich baserend op een niet meer te verkrijgen academische studie (Almut Runge-Woll, 2003) schreef de Duitse journaliste Barbara Beuys de lezenswaardige biografie Emilie Mayer: Europas größte Komponistin (2021). Het bronnenmateriaal is echter klein. Het bestaat voornamelijk uit een hele reeks aankondigingen en recensies in kranten en tijdschriften, maar over Mayers persoonlijke leven is weinig terug te vinden. Informatie uit eerste hand bieden slechts 21 originele brieven die bewaard worden in de Staatsbibliothek in Berlijn. Na haar dood werden nog wel twee portretten gepubliceerd, mogelijk meer gebaseerd op overgeleverde familieanekdotes dan op wetenschappelijk gefundeerde feiten.
En toch verscheen onlangs het ‘geheime dagboek’ van Emilie Mayer. Een fictief natuurlijk, geschreven door Gitta Martens, medeoprichtster van de Emilie Mayer Gesellschaft. Ze noemt het resultaat van al haar opzoekwerk bewust een roman, geen biografie of non-fictie. Het is immers niet te achterhalen hoe Emilie Mayer zich werkelijk staande heeft kunnen houden in een mannenwereld die niet zat te wachten op een componerende vrouw en al zeker niet op een ongehuwd gebleven vrouw die van dat componeren haar beroep maakte. Tegelijk bood dat gebrek aan overgeleverde egodocumenten Gitta Martens als ghostwriter veel ruimte om de leemtes op te vullen. Knap hoe ze er in Emilie Mayer, Componistin – Sinfonie eines Lebens in slaagt aanschouwelijk te maken hoe het geweest zou kúnnen zijn. Door de ogen van Emilie krijg je een omvattende kijk op de levensomstandigheden in haar tijd, de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, de moeilijkheden en vooroordelen waarmee vrouwen te maken hadden, hoe zij daar als zelfbewuste vrouw mee omging, enzovoort. Kortom, een roman die een ruim lezerspubliek zal weten te boeien en het dus een Nederlandse vertaling verdient. (Lees een recensie op de blog notities.vrouwaandepiano.be.)
Barokorkest
Het mag duidelijk zijn dat met dit boek en het toenemende aantal cd-opnames, vaak met Ersteinspielungen, van haar kamermuziek en orkestwerk, de aandacht in haar geboorteland in stijgende lijn gaat. Naar aanleiding van de 140ste verjaardag van de sterfdag van Emilie Mayer zette de Brandenburger Symphoniker in 2023 al een Emilie Mayer Retrospektive op. En eind deze maand is er het Emilie Mayer Festival door de eerbiedwaardige Akademie für Alte Musik Berlin onder leiding van Bernard Forck. Een unieke kans om kennis te maken met al haar orkestwerk – althans wat teruggevonden is, want ze heeft nog veel meer gecomponeerd. De drie concerten van het festival omvatten vijf symfonieën, vier ouvertures en het pianoconcerto met Alexander Melnikov als solist op de pianoforte.
Dat uitgerekend een orkest met focus op de barok en de Weense klassiek zich verdiept in een 19de-eeuwse componiste mag verbazen, maar de Akademie heeft er goede redenen voor, legde dramaturg en assistent-directeur Linus Bickmann me uit.
‘Het vroegste werk van Emilie Mayer wortelt sterk in de Weense klassiek. Voorts hebben we de jongste jaren al vaker uitstapjes gemaakt naar de 19de eeuw, want we kijken ook graag vooruit. Onze ervaring zetten we in om recht te doen aan het klankbeeld en de stijl van Emilie Mayer. Ten slotte houden we ons als Berlijns orkest graag bezig met componisten die hier actief geweest zijn. Emilie Mayer woonde lang in Berlijn, net in de periode dat veel van haar symfonieën en ouvertures tot stand gekomen zijn.’
Historische uitvoeringspraktijk
Kenmerkend voor de Akademie für Alte Musik Berlin is de historische uitvoeringspraktijk: ze willen zo veel mogelijk de oorspronkelijke bedoelingen van de componist/e benaderen, onder meer door op historische instrumenten of kopieën daarvan te spelen. Ze gaan ook terug naar het bronnenmateriaal. Daarom brengen ze op het festival enkel werk waarvan de eigen orkestpartituur van Emilie Mayer bewaard gebleven is. Dat is de reden waarom uitgerekend de vierde symfonie niet op het programma staat. ‘Daarvan is weliswaar in Mayers tijd een versie voor piano vierhandig gedrukt, maar de overgeleverde georkestreerde versie is waarschijnlijk een reconstructie die niet van haarzelf is.’
Het pianoconcerto staat wel op het programma, hoewel dat vermoedelijk in haar tijd geen openbare uitvoering gekend heeft. ‘Er zijn immers geen recensies over teruggevonden. Bovendien bevat de orkestpartituur geen gebruikssporen, terwijl de pianopartij wel veel aantekeningen bevat. Alleszins hebben we een nieuwe uitgave van haar nagelaten orkestwerken in voorbereiding.’
Bickmann vermoedt dat het de eerste keer is dat de Akademie für Alte Musik Berlin werk van een vrouw uitvoert, maar het orkest neemt zich voor om alvast Emilie Mayer vaker op het programma te zetten. Van de voorliggende concerten worden ook cd-opnames gemaakt. Om naar uit te kijken voor wie in de herfstvakantie niet in Berlijn geraakt.
Faust-ouverture: de wereld op zijn kop
Uit Mayers orkestwerk licht ik er nog graag één compositie uit: de Faust-Ouverture für großes Orchester op. 46 (1879), gecomponeerd toen ze al 67 was. Twee jaar voordien had Emilie Mayer tijdens een concert in Stettin naast het Adagio uit haar zevende symfonie ook Wagners Faust Ouverture geprogrammeerd. Het Faust-thema kende in die tijd veel bijval; ook Schumann, Berlioz en Liszt gingen ermee aan de slag. Dat ook Emilie Mayer als vrouw dat deed, leek wel een provocatie. Bij geen van haar vijf voorgaande ouvertures had ze een onderwerp gekozen, en nu koos ze toch wel voor een uitgesproken ‘mannelijk’ thema. Want de Übermensch die Goethe met dit personage in het leven riep, is met al zijn scheppingsdrang en titanische passies natuurlijk een man. Toch kreeg de componiste lof toegezwaaid. Het Musikalische Wochenblatt schreef: ‘De wereld staat op zijn kop! Onze jonge componisten leven zich uit in lyrische ontboezemingen, zingen over lente en liefde, terwijl de vrouwen (…) op zestienregelig partituurpapier hun muzikale reflecties schrijven over machtige en sublieme onderwerpen.’
Het werk veroverde snel de concertzalen tot in Praag en Wenen. Bij de uitgeverij Bote & Bock verscheen een versie voor piano vierhandig, waardoor het werk ook kon doordringen tot de woonkamers en salons. Slim bekeken. Furore Verlag, de Duitse uitgeverij die enkel werk van vrouwen uitgeeft, bracht de partituur opnieuw uit. Een tip voor de pianisten onder ons!
________________
• Emilie Mayer Festival door de Akademie für Alte Musik Berlin op 24 oktober, 28 oktober en 1 november in de Pierre Boulez Saal in Berlijn. Info en tickets: https://akamus.de/de/emilie.
• Gitta Martens: Emilie Mayer, Componistin – Sinfonie eines Lebens, Barton Verlag, 2025, 203 p.
• Barbara Beuys: Emilie Mayer: Europas größte Komponistin, Dittrich Verlag, 2021, 220 p.
• Dit artikel is ook verschenen op de blog van Vrouw aan de piano.