Elk jaar in mei / juni wordt de binnenkoer van de Landcommanderij Alden Biesen het trefpunt voor operaliefhebbers. Een majestueuze omkadering die zeker zorgt voor een toegevoegde waarde.
In deze editie ligt de focus op het operetterepertoire van de Oostenrijks-Hongaarse componist Franz Léhar.
Tijdens deze zomeropera editie wordt de binnenkoer van de Landcommanderij Alden Biesen omgedoopt tot Villa Léhar. Franz Léhar, de meest gevierde 20ste-eeuwse componist van het genre dat als de ‘Weense operette’ omschreven wordt, tilde de lichte muziek en de operette naar een hoger niveau. Zijn mooiste operettes schreef hij in zijn zomerhuis in Bad Ischl aan de rivier de Traun. Hij kocht de villa in 1910 en woonde er elk jaar tijdens de zomermaanden van 1912 tot zijn dood in 1948.
Alles heeft zijn tijd en hoogtepunt. Langzaam doofde de belangstelling voor operette uit. Jonge talenten roerden zich en namen het roer over met nieuwe muziek. Operette geraakte démodé.
Niettegenstaande het operettegenre heel wat mooie melodieën opleverde, worden operettes nog amper opgevoerd. De romantische en frivole liederen uit de vele operettes kleurden het leven van onze ouders en grootouders. Het verdient lof dat liederen die tot het collectieve geheugen van een iets ouder publiek behoren, weer aan bod komen.
Hoe een dubbeltje rollen kan
Een toeristische uitstap kan al eens tot ideeën leiden. Toen Piet Vansichen, artistiek directeur van Alden Biesen, een bezoek bracht aan Villa Léhar in Bad Ischl ontsproot bij hem het idee om deze villa als kapstok te gebruiken voor een nieuwe productie. Er werd een verhaallijn uitgeschreven waarin Léhars oeuvre ruim aan zijn trekken komt, maar ook tijdgenoten worden erbij betrokken én componisten die Léhar bewonderde. Passeren de revue: Strauss, Verdi, Dvořák, Offenbach, Puccini. Het decor is een soort replica van het rijke interieur van Villa Léhar, nu een museum, met een overdaad aan kunstvoorwerpen. Het publiek wordt ondergedompeld in zijn muzikale universum. De invalshoek: een gids die bezoekers door de villa leidt, rol voor Koen Crucke, en daarbij als een tranche de vie wat over de levenswandel van Léhar vertelt, valt wat magertjes uit. Muziek en zang zijn weelderig en vervoerend, maar de totaliteit vormt geen consistent geheel en mist enigszins body.
Solisten
De muzikale leiding werd toevertrouwd aan de Nederlandse dirigent en pianist Enrico Delamboye. Regie, decorconcept en lichtontwerp staan onder leiding van Bruno Van Heystraeten.
Koen Crucke is een muzikale duizendpoot, maar operette en opera behoren toch tot het geliefkoosde repertoire van deze tenor en oude rot in het vak. Terrein waar hij zich kiplekker voelt. Met zijn aanstekelijke dynamiek gidst hij het publiek doorheen de hoogtepunten uit Léhars oeuvre en zijn geliefde tenor Richard Tauber, zijn grote voorbeeld Strauss, zijn mentor Dvořák, enzovoorts. Je zou het kunnen opvatten als een sightseeingtour maar dan op auditief gebied.
Als sopranen werden de Nederlandse Barbara Haveman en de Antwerpse Lisa Mostin geëngageerd. Barbara Haveman maakt vooral indruk in de aria “Lied aan de maan” uit de opera Rusalka van Dvořák. Lisa Mostin specialiseerde zich in het virtuoze coloratuur-repertoire en geeft een staaltje van haar stemacrobatie ten beste als zingende mechanische pop in “Les oiseaux dans la charmille”, uit de opera Les Contes d’Hoffmann van Jacques Offenbach.
De tenor, Ewandro Stenzowski, Braziliaan met Pool/Italiaanse roots zingt het Tauber–lied bij uistek, “Dein ist mein ganzes Herz” uit Das Land des Lächelns van Léhar en ook “De miei bollenti spiriti” uit La Traviata van Verdi. Een aria die alle grote tenoren in hun repertoire hebben opgenomen. Ook hij maakt met zijn stem en interpretatie indruk. Bas, Piet Vansichen, zingt onder meer een lied uit ‘De Zigeunerbaron’ van Johann Strauss en ‘Vor meinen Vaterhaus’ van Robert Stolz. Bariton Koen Van Agtmael gaat mee op in het ensemble.
Als apotheose van Villa Léhar werd een medley gebracht van overbekende liederen uit Léhars’ rijke nalatenschap met een stemmendynamiek, veranderd van klankkleur, tonaliteit en tempo.
Villa Léhar brengt zowat de highlights uit het opera en operette repertoire uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Voor de liefhebbers een voorstelling met ‘must-see’ signatuur.
WAT: Zomeropera Villa Léhar
WIE: Bruno Van Heystraeten [regie], Enrico Delamboye [dirigent], Federico Santi [dirigent], Hilde Colaers [kostuums], Ingrid De Schrijver [rekwisieten]
STEMMEN: Barbara Haveman, Lisa Mostin, Koen Crucke, Koen van Agtmael, Ewandro Stenzowski, Piet Vansichen
WAAR: Landcommanderij Alden Biesen