Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Toppers veroveren Weense Musikverein

Vijf dagen Wenen verkennen en vier concertavonden in de Große Saal van het Musikverein: je zou zelfs met minder tevreden moeten zijn. Met een resem componisten op het programma als Bartók, Schumann, Mahler, Strauss, Dvorák, Verdi, Puccini én uitvoerders als Jonas Kaufmann, Diana Damrau, Helmut Deutsch, Vilde Frang… Het was niet niks, dat parcours uitgestippeld door de muziekreisorganisatie Cimarosa.

Violiste Vilde Frang met Schumann

Je kent natuurlijk die Musikvereinzaal van op TV met het jaarlijks uitgezonden Nieuwjaarsconcert, vol gouden glitter en glamour. Je bent blij dat je er nu er eens zelf ter plekke bij mag zijn zonder jaren op voorhand te moeten reserveren voor een zitje. Onder al die tv-spots lijkt de Musikverein opgepoetst en opgeblonken als nooit tevoren, maar als je er zelf binnenstapt zie je dat die zaal toch ook sleet vertoont. Ze is niet zo oogverblindend mooi als op het tv-scherm. Allure, dat wel, maar comfortabele stoelen, afgesleten parket, afbladderend verguldsel? Kan beter al blijft het een ervaring, zeker als je een violiste van formaat kan horen: de Noorse Vilde Frang.

Eerst speelde de Münchner Philharmoniker een bekende Bartók: zijn divertimento voor strijkorkest, in een versie met een vol orkest op scène. Meestal schuurt de muziek van deze componist verscheurend wrang. Dit is een divertimento en hier streelden de strijkers heel lieflijk. Alleen naar het einde toe wist de eerste violiste de dissonanten expressionistisch te verklanken. Nog veel vaardiger op dat instrument klonk daarna Vilde Frang in het vioolconcerto van Robert Schumann. Nochtans een werk dat je niet onmiddellijk op een Elisabethwedstrijd zal horen. Schumann schreef het op vraag van een bevriend violist en vond het zelf een gelegenheidswerk. De opdrachtgever zelf zag er een zekere vermoeidheid in van de componist. Het is overigens pas na zijn overlijden uitgevoerd. Inderdaad, het start nogal bombastisch en er zit weinig verrassing in tenzij op de momenten dat Vilde Frang soleert. Moeiteloos en ingetogen brengt ze met romantische schwung de talrijke speeltechnisch ingewikkelde passages virtuoos. Als slot konden we nog luisteren naar een beter bekende compositie van Schumann, zijn Lentesymfonie. Het is dirigent Pablo Heras-Casado, bij ons bekend van zijn samenwerking met het Brugse Anima Eterna, die dit alles vlekkeloos met de Münchner Philharmoniker uitvoert.

Uitzonderlijke “Liederabendmet Jonas Kaufmann en Diana Damrau

Onze tweede concertavond in het Musikverein was uitverkocht, zelfs met stoelen op het podium én staanplaatsen achteraan de zaal. Dàt kennen we bij ons nog niet. Het gaat dan ook om een gerenommeerd trio, naast ster van de avond Jonas Kaufmann ook zijn zangpartner sopraan Diana Damrau en dé liedbegeleider bij uitstek, pianist Helmut Deutsch. Het programma: Lieder von Richard Strauss und  Gustav Mahler. Niet van de minsten in het liedgenre en twee levenslange vrienden. Strauss schreef er meer dan150. Dat deed hij vooral in zijn jonge componistenjaren. Daarvan kregen we als eerste werk zijn opus 10/1 te horen, met het bekende liefdeslied Zueignung. Sopraan en tenor brachten om beurten andere liederen uit die cyclus en deden dat samen op scène. Het deed enigszins theatraal aan alsof ze van die cyclus een heel liefdesverhaal wilden maken, inclusief mimiek. Beiden hebben een prachtstem maar de uitstekende beheersing die ze hebben van hun stem leed onder die theatrale enscenering en hun soms té krachtige volume. Bij de interpretatie van de Strauss-liederen, en vooral bij passages die ze “leise” zongen, kwam de subtiliteit van hun stemvermogen echt tot zijn recht. Hij bvb. in Nachtgang en zij in Freundliche Vision. Na de pauze kwam Diana Damrau alleen het podium op met Mahler liederen en voelde zich precies meer op haar gemak zonder de dwingende aanwezigheid van de imposante Kaufmann. Ze zong een selectie uit de Des Knaben Wonderhorn cyclus. Bekender werk natuurlijk, melodisch rijker en rijper. Nadien weer Kaufmann met een paar van die schitterende Rückertliederen: Ich atmet’ einen linden Duft of Ich bin der Welt abhanden gekommen. Zo wil je Kaufmann horen, op zijn best! Nadien de twee opnieuw om beurten met een aantal Strauss liederen met Diana Damrau betoverend mooi in Morgen!.

Uiteraard een staande ovatie, een paar bisnummers (ze zongen als derde bis het Wiener Blut duet, wat wil je, we zijn in Wenen). En nóg een leuk moment: voor zijn uitmuntende prestatie kreeg de tachtigjarige Helmut Deutsch een oprechte kus van Diana Damrau.

 

Noord- en Zuid-Amerikaans getint concert

Ons muzikaal programma op de derde avond in het Musikverein kleurde Noord- én Zuid-Amerikaans. Met het Oostenrijkse Tonkünstler Orchester gedirigeerd door de Venezolaan Domingo Hindoyan, een orkest in vaste residentie bij het Musikverein. Ze spelen een symfonie van de Puerto Ricaan Roberto Sierra en we horen de Noord-Macedonische pianist Simon Trpceski in een concerto van de Argentijn Alberto Ginastera en luisteren tot slot dan ook naar die Nieuwe Amerikaanse Wereld gecomponeerd door Dvorák toen hij daar arriveerde.

Voor alle concerten kregen we dagelijks eerst een gedegen en vlotte inleiding in een typisch Weens koffiehuis door Klara-presentator en musicologe Nicole Van Opstal, muzikaal reisleidster van dienst met kwaliteit voorop!

Eerst, in première voor Oostenrijk, die symfonie van Roberto Sierra, de 6de. Want het moest, net zoals die 6de van Beethoven, een Pastorale worden. De natuur uit Beethovens jaren is ondertussen toch wel heel wat anders gaan klinken. In het eerste deel (Reflexion urbana) probeert deze Puerto Ricaanse componist eerst de lawaaierige stad te ontvluchten. Een uitgebreid slagwerkinstrumentarium, xylofoon marimba’s en bongo’s inbegrepen, helpt hem daarbij en hij duikt dan in het tweede deel (La noche) de stilte van de nacht in maar botst dan op een tropische orkaan die oplost in een finale vol Caraïbische muziek. Hoor ik hier Puerto Ricaanse klanken door die doen denken aan Bernsteins West side story? De zwier waarmee de Venezolaan Domingo Hindoyan zijn orkest leidt doet onwillekeurig denken aan die andere indrukwekkende landgenoot van hem, Gustavo Dudamel.

 

Tonkünstler Orchester o.l.v. Domingo Hindoyan en pianist Simon Trpceski

Met het “Concierto argentina” van Alberto Ginastera belanden we in Zuid-Amerika. Jazzy en ritmisch, soms wat dissonant, walst de schitterende pianist uit Noord-Macedonië Simon Trpceski fortissimo doorheen een liefelijk eenvoudig thema. Met een Adagietto poetica komen we in een rustiger mood en sluiten we af met slagvaardige loopjes en een zwaar georkestreerd Allegra. Het orkest speelt zeer gearticuleerd zowel in de stillere passages als bij de geweldige explosieve momenten. Dat alles in een toch erg herkenbaar Zuid-Amerikaans muzikaal idioom.
Kers op de taart van die avond was die negende van Dvorák. Het staat bekend als een meesterwerk. Alles is er al over gezegd. Het
Tonkünstler Orchester kan dit statuut alleen maar bevestigen en doet dat ook. Het maakte die reputatie van die Nieuwe Wereld Symfonie alleen nog volmaakter.

Il Fiamingo della Thiorba”: Philippe Vermeulen

Adriaan Lauwers, theorbe

We zijn natuurlijk niet enkel componisten tegengekomen maar ook al die andere bekende Wiener uit hun tijd: Klimt, Schiele, Wagner, Loos, Hofmann, Kokoschka, ook onze Breughel en Rubens én niet te vergeten Franz-Joseph I. Met hem kwam een einde aan die uitzonderlijke Weense periode maar hij liet er toch een werelderfgoed van gebouwen na. We bezochten dat fameuze Belvedère, het Leopold museum, Kunsthistorische Museum, het Sezession gebouw. Cimarosa Muziekreizen zorgde ervoor dat we twee Vlamingen konden ontmoeten voor een privé-concert. Het waren twee theorbespelers: een springlevende Adriaan Lauwers en de 17de eeuwse Philippe Vermeulen.

Die laatste was muzikant-luitspeler aan het hof van Albrecht en Isabelle in Brussel en trok in opdracht van hen op studiereis naar Rome om er dat “nieuwe” instrument, de chitarrone (basluit ofte theorbe) te leren. Over zijn avonturen vertelde kenner Adriaan Lauwers honderduit en speelde ook ter onzer vermaak een aantal werken van de Duits-Italiaanse componist Johannes Kapsberger wiens muziek onze Vlaming daar toen in Italië had leren kennen. Verrassend interessant.

Puccini en Verdi hun beider Requiem

Voor ons vierde en laatste concert in de Große Musikvereinssaal Wien twee operacomponisten met hun Requiem. Puccini schreef het zijne als hommage aan Verdi en Verdi schreef dat van hem ter nagedachtenis van Rossini. Puccini’s werk kregen we te horen in een bewerking voor strijkorkest, altviool en koor. Het duurt nauwelijks vijf minuten maar kan in die korte tijd toch heel wat stille emoties opwekken. Verdi’s Requiem is van een andere orde. Ook al begint het bijna stil, het koor, de strijkers én de solisten leiden het orkest in stijgende lijn met kopers en pauken naar een oorverdovende opening. Heftige en stevige partijen alom en een enorme bezetting. Alleen al het Dies Irae duurt 40 minuten. Een topwerk vol contrasten en bovenal een vocaal werk. Wat is de menselijke stem toch een prachtig instrument, wat is een koor toch een krachtig ensemble stemmen en wat zijn ze met het een orkest erbij toch een machtige samenklank. Een opera in liturgische gewaden was een kritiek. En ja, als je die zangers in kwartet hoort of in trio, in duet en solo dan klinkt dat ook als aria’s uit de opera. Met die nog altijd uitstekende bas van de legendarische Ferruccio Furlanetto (76 jaar!) geflankeerd door jonge solisten van de Weense Musik Universität, twee Zuidkoreanen, tenor Sehyun Kyung en sopraan Eunhye Grace Kwon en de Kroatische Anthea Barac. Dat alles onder de leiding van de Italiaan Roberto Zarpellon, stichter van dat Orchestra Lorenzo da Ponte met het Venice Monteverdi Choir. Snakken naar adem was het na deze uitvoering. Wie met dit muzikaal kunstwerk ten grave gedragen wordt, kan zeker in vrede rusten. Aan het slot van onze muzikale Wenen-reis passen perfect de laatste woorden uit het eerste lied van Richard Strauss dat we hoorden, uit Zueignung: Habe Dank.

Details:

Titel:

  • Toppers veroveren Weense Musikverein

Wie:

  • Münchner Philharmoniker o.l.v. Pablo Heras-Casado met violiste Vilde Frang; tenor Jonas Kaufmann, sopraan Diana Damrau en pianist Helmut Deutsch; Tonkünstler Orchester o.l.v. Domingo Hindoyan en pianist Simon Trpceski; Orchestra Lorenza Da Ponte, Venice Monteverdi Academy Choir o.l.v Roberto Zarpellon en solisten bas Ferruccio Furlanetto, tenor Sehyun Kyung, mezzosopraan Anthea Barac en sopraan Eunhye Grace Kwon.

Waar:

  • Große (Goldene) Musikvereinssaal Wien (Wenen, Oostenrijk)

Wanneer:

  • 3 april 2025

Foto credentials:

  • © Amar Mehmedinovic, © Julia Wesely, Imagno/Getty Images, Greetje Van Buggenhout

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –