De 27ste editie van TAZ startte woensdagavond in het Kursaal van Oostende. Dit festival kon niet mooier en toepasselijker beginnen. Toen de lichten doofden verscheen op een immens scherm een figuur met de voeten in de branding en in de rug de eindeloze zee. Achter die ene figuur ging nog een andere schuil. Speciaal voor TAZ creëerde Jotka Bauwens samen met haar mama Veerle De Poortere een teder en ontroerend intergenerationeel duet op Les Yeux de ma mère van de betreurde Arno, ereburger van Oostende. Terwijl ze op het scherm te zien waren dansten ze, gevangen in een spot, live mee. Het publiek werd naderhand uitgenodigd om iedere dag mee te komen dansen aan de trappen van het Kursaal.
Na de obligatoire toespraken door artistiek directeur Cindy Godefroi en programmator Dominique Collet die de thematiek toelichtten – Neem me mee over golven en generaties – de leiddraad doorheen het festival. Ze lieten zich inspireren door Danny Ronaldo, bekend van de circus Ronaldo familie die 7 generaties telt en Zindzi Tillot Owusu, een jonge theatermaker, intersectionele feministe en schrijfster. Beide zorgen voor een uitdagende onderstroom en drukken hun poëtische stempel op het festival. #TAZ24 omschrijven in enkele woorden: verrassend theater op unieke plekjes. Dit voorprogramma werd afgesloten met een a capella duet, twee stemmen die prachtig blenden in paradijslijke harmonie.
‘Ne Mobliez Mie’ Toneelhuis / FC Bergman
Kursaal, woensdag 31 juli
Deze voorstelling is een verlengstuk van een opdracht dat FC Bergman maakte voor het museum Kasteel van Gaasbeek. De voormalige eigenares markiezin Arconatie-Visconti was de inspiratiebron. Een knap werkstuk van het collectief.
In deze openingsvoorstelling schittert actrice Marie Vinck. Een woordeloos verhaal met een narratieve ambiguïteit en een wisselstroom tussen goed en kwaad. Anekdotisch opgebouwd vol grootse verbeelding. De film opent met sfeervolle beelden: Marie op een roeibootje in een zwaar harnas gehesen. Een hond houdt haar gezelschap. Ze tuurt over het water. Zet haar helm op en tuimelt in het water. In het zware harnas zinkt ze als een baksteen. Het dier speurt het wateroppervlak af. Blaft. Zoekt zijn baasje en springt haar uiteindelijk achterna.
Even later is ze een liefhebbende zorgzame moeder die haar kind onderstopt. Ze blijft flirten met de dood en verdrinkt zich in een badkuip. Ze komt terug als een harig monster dat zich over het kind buigt. Er is ook een pittige persiflage op de Vlaamse Mariadevotie. Het publiek komt niet om haar te eren of bescherming af te smeken. Het is een komen en gaan van vunzigaards. Op het laatst schiet iemand zich door de kop vis à vis met de madonna. Het suïcidale loopt als een rode draad door de film/voorstelling.
De tabloidpers krijgt een veeg uit de pan. Ze volgen een diva in haar wagen. Naast haar zit een aangeklede paspop die ze streelt en kust. Glitter naar de buitenkant toe maar in realiteit een beeld van tristesse en eenzaamheid. De auto gaat overkop. Dit zou verwijzen naar de fatale autocrash van lady Di. Ook die illusie wordt doorprikt. Als de actrice uit de auto kruipt blijkt het om een opname te gaan in een filmstudio.
Leguber is wanneer de camera inzoomt op een enorme vuilnisbelt en stilhoudt bij het gezicht van Marie Vinck. Haar ogen volgen angstig de enorme grijpkraan die dichter en dichter komt.
Tussendoor zien we een man die met een grote machine de aquariumruimte van de zoo kuist. Hij komt thuis in zijn armtierig appartementje en eet fishsticks. Kijkt televisie en trekt zijn masker af… en weer zit Marie Vinck eronder verborgen.
Ondertussen draait achter het projectiedoek een houten kubus. Kinderen klimmen erop. Een nieuwsgierige man gaat kijken wat erin zit. Niets. Toch blijkt er een vrouw in gevangen te zitten. Eerst zien we een hand door een gaatje verschijnen. Dan twee reikende armen. Tot ze een man in haar armen houdt die zich evenwel losrukt.
Naar het einde toe plooit de kubus open en roept beelden op van een ruimtetuig. Plooit weer dicht. Uit een deur verschijnt de actrice. Ze ontdoet zich van de dikke buik. Staat in haar ondergoed. Duikt vooraan de zaal in. Trekt schoenen en een jas aan. Bekijkt het publiek: ‘Wat willen jullie van mij?’. Gedecideerd stapt ze de zaal uit. Een camera volgt haar. Ze stapt doelbewust. Begint dan te rennen. Tot we haar zien op een torengebouw met haar trouwe gezel de hond. Ook hier springt ze de dieperik in. Als enig geluid weer het blaffen van de hond. Er zit ook mooie muziek onder de beelden gemonteerd waaronder Scarlatti’s lied ‘Dormi, o Fulmine di Guerra’. Beklijvend.
‘Thanks for Being Here’ , Ontroerend Goed
De Grote Post, donderdag 1 aug.
Dit was hun eerste creatie als huisartiest in de grote schouwburg van het NTG. Omschreven als een ode aan de mensen zonder wie er geen theater zou zijn: de toeschouwers. Het begrip ‘theater’ wordt ferm opgerekt. Arty-farty, om in het taalidioom te blijven, noem ik het en oervervelend. Ook hier weer veel filmmateriaal. Eerst zit je minutenlang te kijken naar beelden van mensen die in en uit De Grote Post lopen. Op de scène staat een camera. Plots worden de rollen omgekeerd. Wat een vondst! Het publiek kijkt niet naar de acteurs op de scène, maar de acteurs naar het publiek. Geen te verwachten patroon. Heel wat mensen voelen zich ongemakkelijk, verveeld. Wat blijkt? Het publiek werd al gefilmd bij het binnenkomen. Hun handelingen worden een beetje lacherig becommentarieerd. Het enige boeiende was het onderonsje tussen de drie protagonisten. Het geheel is vrij mager en kan de aandacht niet vasthouden. Een voorstelling met internationale ambitie. Voertaal: Engels. We zijn al zo’n kleine entiteit: wees fier op onze taal. Heel wat acteurs en gezelschappen trekken naar het buitenland en doen de moeite om hun werk te vertalen in het Engels, Frans, Duits… what ever! Houd het hier bij het Nederlands alstublieft zodat elke toeschouwer kan volgen.
‘L’Absolu’, Les Choses de rien
Scheepswerf I.D.P., donderdag 1 aug.
‘l’Absolu’ is een unieke voorstelling over de gehele lijn en werd ook geselecteerd voor het Theaterfestival. Het publiek neemt plaats in een immense silo en zit spiraalvormig opgesteld van hoog naar laag. Een poëtisch beeld om al die silhouetten in het donker te zien. Wat er gebeurt is moeilijk te omschrijven. Het houdt het midden tussen luchtakrobatie, sierlijk ballet en waaghalzerij. De performer zoekt constant de grenzen op van het mogelijke, de fysieke limieten. Met een uiterste focus en stalen zenuwen realiseert de performer zaken die je amper voor mogelijk houdt. Het is een marathon en uitputtingsslag. Afwisselend vertolkt door Boris Gibé, Piergiorgio Milano en Aimé Rauzier. Topatleten in een ontzagwekkende performance. De aparte soundscape zondert doorheen je lijf. Je zit op het puntje van je stoel en kijkt met beklemming en verwondering naar wat er gebeurt. Ook technisch is het een en al vernuft. ‘l’Absolu’ biedt beelden die op je netvlies blijven hangen. Meer wil ik niet prijsgeven. Ga het zien.
‘Lightparticles inc’ Gilles Pollak
De Peperbus, vrijdag 2 aug.
Een voorstelling over licht, met licht, door licht. Met slechts een koffer lampen wordt een hele verbeeldingswereld opgeroepne. Licht uit een gloeilamp, uit een tl-buis, een discobal, een lantaarnpaal… Door het spelen met licht wordt een glimp gegeven van de magie hoe theater tot stand komt.
‘Jan, mijn vriend’ (try-out) Bruno Vanden Broeck
0666, vrijdag 2 aug.
Rasverteller Bruno Vanden Broecke neemt het publiek mee naar zijn jeugd. ‘Jan, mijn vriend’ is een monoloog van Raven Ruëll, gebaseerd op het boek van Peter Pohl. Jan is zijn maatje, zijn onvoorwaardelijke vriend. Een jongen zonder houvast die alleen in het leven staat. Theater in zijn puurste vorm. Een verhaal met rafelige randjes. Een warm bad van taal. Een jongen die een geheim, een last meedraagt. Stilte is vaak een camouflage voor pijn en verdriet. Aangrijpend mooi.
Binnenkort, op 24 september, ziet Bruno Vanden Broeck Abraham. Om zijn 50ste verjaardag met stijl te vieren plant hij een krachttoer. Op 28 september gaat hij 5 van zijn monologen achter elkaar spelen in de Arenbergschouwburg in Antwerpen met eten erbij: Missie, Para, Socrates, Jan mijn vriend én Klink. Of zoals zijn grootmoeder zei: “Ne fermen boterham is beter dan een toastje.”