Het ene nieuwjaarsconcert is het andere niet. Geen walsen dus van Johann Strauss in de Muziekkapel Koningin Elisabeth, maar zowaar een strijksextet van een illustere naamgenoot. Het bleek het perfecte opmaatje voor twee van de meest iconische werken in het genre én bovendien een ideale gelegenheid om de superlatieven over het Rolston String Quartet live te ontdekken.
“La version des Rolston est une réussite complète, tant dans les moments mélancoliques ou poétiques que dans les aspects brillants.” En of de collega van Crescendo enthousiast was over de debuutopname van dit Canadese viertal! Die werd in 2019 gemaakt voor het Belgische label Fuga Libera, en dat in de concertzaal van de Muziekkapel Koningin Elisabeth waar het Rolston String Quartet vorig seizoen in residentie was. Het jonge kwartet kreeg daarbij versterking van Masters in residence Miguel da Silva en Gary Hoffman, zodat naast het populaire eerste strijkkwartet van Tchaikovsky (opus 11) ook diens -sextet (opus 70) op de cd een plaatsje kreeg. Met het ondertussen bewierookte resultaat tot gevolg …
Voor het nieuwjaarsconcert van de jarige Muziekkapel – broedplaats voor internationaal jong talent die dit seizoen tachtig kaarsjes uitblaast – keerden de auteurs van het album terug naar de prachtige Studio Haas-Teichen. Het prestigieuze programma was om van te snoepen, ideaal dus voor deze feestelijke gelegenheid. Naast ‘Souvenir de Florence’ van Tchaikovsky verscheen ook nog Schönbergs Verklärte Nacht op de pupiters: een heerlijk verklankte liefdeshistorie die een vroege mijlpaal betekende in ‘s mans carrière. Als opmaatje voor beide iconische strijksextetten dook ene Richard Strauss op. Deze bezetting leent zich immers tot een vertolking van de inleiding op de opera Capriccio, zijn meesterlijke laatste exploot in het genre (1942).
‘Konversationsstück für Musik’
Zoals de ondertitel van Capriccio meteen duidelijk maakt, is Strauss’ conversatiestuk een opmerkelijke oefening in zelfreflectie. Wat heeft in opera nu eigenlijk prioriteit: de muziek of de tekst? Het is een vraag die in de latere 18de eeuw opgeld deed, en waar de Duitse componist naar eigen zeggen een leven lang mee geworsteld heeft. Maar ook in zijn opus 85 weigert hij kant te kiezen. Het verhaal eindigt op een gelijke stand. Met Verklärte Nacht bekent Arnold Schönberg daarentegen wél kleur. Het gelijknamige gedicht van Richard Dehmel (1863-1920) is richtinggevend voor zowel vorm als inhoud van deze laatromatische parel (1899). Poëzie als inspiratie voor de toondichter: het klinkt eigenlijk zeer bekend in de oren. De liederen van Schubert, Mahler en wederom Strauss – om maar die drie te noemen – hebben er hun wereldfaam aan te danken. Toch was dit soort programmatorische kamermuziek eind 19de eeuw een nieuwigheid. Jawel, het strijksextet van Tchaikovsky bijvoorbeeld kent ook een buitenmuzikale referentie. Maar de Toscaanse zon vormde in 1890 niet meer dan het uitgangspunt, en schijnt enkel in de eerste tweede delen door. Het was uiteindelijk vooral Schönbergs avontuurlijke en dus helaas ook slecht begrepen toonspraak die destijds een modernistische omwenteling aankondigde.
Van die muzikale aardverschuiving is in het betoverende Capriccio van Strauss bijzonder weinig te merken. De gestileerde instrumentatie en weelderige harmonieën van deze drieledige ouverture zijn emblematisch voor onze 20ste-eeuwse ‘klassieker’. Voor de pauze vertolkte de jeugd de eerste altviool- en cellopartij. De generatiekloof kwam tijdens het concert overigens op amusante wijze tot uiting door de partituur: tablets die álle stemmen toonden voor het kwartet, enkel de eigen blaadjes voor de twee ouwere rotten in het vak. Maar tijdens het spelen, zat het zestal gelukkig wél op dezelfde golflengte. De balans was van bij aanvang goed, eerste viool Luri Lee fraseerde smaakvol en het geheel baadde algauw in een warme, lyrische gloed. Even transparant, maar tegelijk nog een stuk intenser, was het spannende middendeel. Hoffman zorgde voor het solide fundament, waarop de hoofdrolspelers snedig gestreken solo’s en gevatte dialogen met elkaar uitwisselden. Het tedere kopmotief duikt daarbij in verschillende registers opnieuw op. Nostalgie bepaalt het wezen van dit werk. Tot ook die elegant wegstierf.
“Simply irresistible”
Voor ‘Souvenir de Florence’ van Tchaikovsky lagen de verwachtingen uiteraard hoog. Kon het ensemble live brengen wat ze op plaat blijkbaar met verve had gerealiseerd? Het vertrouwen was in ieder geval groot. Er was de feeststemming eigen aan dit type concert. Een volle zaal haalt doorgaans het beste in musici naar boven. En de componist, die de originele versie van dit vierdelige spätwerk tijdens een verblijf in Italië neerpende, bleek in een opgewekte bui. Genoeg redenen dus om er stevig de beuk in te gooien. Onder de zowel kordate als krachtige leiding van de primaria werd het Allegro con spirito met veel inlevingsvermogen uitgevoerd. Van het passionele eerste thema tot het razendsnelle slot werd er zeer alert gestreken. Oog en oor was er daarbij ook voor de dynamische sprongen die de muziek voorschrijft. Iedereen die Firenze al eens bezocht, zal het beamen: ondanks de vele toeristen blijft de hoofdstad van de Renaissance verbluffen. Net als de tweede beweging van dit sextet. Is de koraalachtige, eensluidende start van het Adagio cantabile e con moto al indringend, wat dan te voelen bij het machtige homofone statement dat het publiek daarna meermaals overvalt … Verwondering? Ontzag misschien? Ongetwijfeld ontroering. Datgene kortom wat er gebeurt als de vrouw van je leven plots opduikt. Of als je op een avond als deze naar zo’n eendrachtig en expressief samenspel kan luisteren.
In de laatste twee delen van zijn Florentijnse strijksextet krijgt de bijwijlen zeemzoeterige herinnering van Tchaikovsky een opvallend ander, veel meer volks karakter. Het mysterieuze Allegretto moderato koppelt onheilspellende timbres aan een bijwijlen pittige ritmiek. Op de parterre wisten ze er wel raad mee. Het samenspel kwam nu geleidelijk aan helemaal los. Het cabareteske trio zorgde voor een vrolijk en vinnig contrast. De grens met goedkoop effectbejag wordt hier behoorlijk dun, als u het mij vraagt. Maar de springerige speelvreugde was er bepaald niet minder om, integendeel. Net als de aanstekelijk energie waarmee het oorspronkelijke thema opnieuw werd opgepikt, en die aan de toehoorders een vroegtijdig applaus ontlokte. Het zestal had duidelijk goed gedoseerd, want stak in de goedgemutste finale nóg een tandje bij. Het eens scherp geaccentueerde en dan weer heerlijk uitgesponnen Allegro vivace was een schot in de roos. “To us, the music of Pyotr Ilyich Tchaikovsky is simply irresistible […]”, zo omschrijft het Rolston String Quartet haar voorliefde voor de Rus. En die werd vanavond met veel overtuiging op de aanwezigen overgedragen.
Maneschijn zonder rozengeur
Liefde overwint alles. Dat is de hoopvolle boodschap die uit Verklärte Nacht spreekt. Maar het komt beslist niet vanzelf. Enig verlicht begrip is noodzakelijk … Zeker als blijkt dat de vrouw die je leerde kennen zwanger is van een andere man en door spijt wordt verteerd: Ich hab mich schwer an mir vergangen// ich glaubte nicht mehr an ein Glück // und hatte doch ein schwer Verlangen // nach Lebensfrucht, nach Mutterglück. In het gedicht van Dehmel is de maan dan wel prominent van de partij, toch is er van rozengeur aanvankelijk bitter weinig sprake. De ernst van de situatie wordt in de eerste helft van Schönbergs turbulente compositie uitermate treffend geëvoceerd. Zo klinkt dus iemand die zijn hart uitstort. Maar evengoed is er daarna ook troost en mildheid te horen, wanneer de man aan het woord komt. De hoofdrollen zijn weggelegd voor de eerste viool, altviool en cellist. Assertiviteit is daarbij een troef. Het was daarom een zegen dat da Silva en Hoffman deze rollen opnamen, en zodoende nadrukkelijker als sparringpartner op de voorgrond traden. Naast delicaat gearticuleerde duetten leverde die opstelling ook een buitengewoon kleurrijk klankbeeld op. Een half uur lang werd de spankracht knap vastgehouden, niettegenstaande de breukpunten die in het werk aanwezig zijn. De aanhef van het Sehr breit und langsam en het serene einde waren aldus momenten van pure magie.
Zwei Menschen gehn durch hohe, helle Nacht. Een mens zou voor minder met een warm gevoel huiswaarts keren. Alle sterren op deze magnifieke avond in Waterloo stonden gunstig. De voorbode van een nieuw jaar gevuld met vele van dit soort muzikale herinneringen? Hoe dan ook: bonne année en musique!
- WAT: Nieuwjaarsconcert in het kader van het 5de MuCH muziekseizoen 2019-2020, met op het programma strijksexttetten van Richard Strauss (1864-1949), Pyotr Ilyich Tchaikovsky (1840-1893) en Arnold Schönberg (1874-1951)
- WIE: Rolston String Quartet [Luri Lee en Emily Kruspe (viool), Hezekiah Leung (alviool) en Jonathan Lo (cello)], Miguel da Silva (altviool), Gary Hoffman (cello)
- WAAR: Studio Haas-Teichen, Muziekkapel Koningin Elisabeth, Waterloo
- WANNEER: dinsdag 14 januari 2020
- FOTO’S: © Bo Huang Photography | François Sechet | William Beaucardet
- ORGANISATIE: Muziekkapel Koningin Elisabeth