Op 12 november jl. werd het debuutalbum van de Nederlandse pianist Florian Verweij (26) in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw gepresenteerd. En wát voor een debuut, want Verweijs affiniteit met dit repertoire is net zo overrompelend als de proeve van technisch meesterschap dat hij in deze stukken aflegt.
Zo fascinerend als dit pianospel is, zo boeiend is ook het gekozen repertoire, want van de vier op dit album vertegenwoordigde componisten is voor de meesten van ons Jean Roger-Ducasse (1873-1954) toch wel de grote onbekende. In de meest letterlijke zin overigens, want ‘grote’ geldt zeker voor het hier door Verweij ontsloten oeuvre. De albumtitel is ontleend aan ‘Sonorités…’, het miniatuur van Ducasse op de derde track van deze cd.
Ducasse is met elf stukken vertegenwoordigd en in die zin vormen zij de kern van dit sublieme recital. En terecht, want hij mag dan als componist in vergetelheid zijn geraakt, hij schreef wel degelijk prachtige muziek, deze leerling van Gabriel Fauré en goede vriend van zowel Claude Debussy als Nadia Boulanger. Verweij: ‘Toen ik me voor dit album vastbeet in de Belle Époque sloeg het werk van Roger-Ducasse in als een bom. Hij componeerde intense en bedwelmende muziek met subtiele, veelkleurige harmonieën in een heel eigen stijl die zich niet gemakkelijk laat categoriseren; een unieke synthese van impressionisme, moderniteit en klassieke invloeden.’
Dat Verweij tevens koos voor werken van Lili Boulanger (de vroeg gestorven zus van Nadia), Fauré en César Franck is een voor de hand liggende en treffende keuze. Roger-Ducasse bezocht de pas 24-jarige, uiterst getalenteerde Lili nog op haar sterfbed. Ze liet slechts een piano-oeuvre na van nauwelijks twintig minuten, waaronder Thème et Variations dat volgens Verweij ‘voelt als een oneindige koortsdroom. Het herhalende thema, dat als een prisma in elke variatie wordt vervormd, werkt hypnotiserend. De donkere en voorzichtig moderne harmonieën geven een onthullend, maar aangrijpend gevoel. Dit stuk bewijst dat Boulangers componeercarrière heel gloedvol had kunnen zijn, als deze niet veel te jong beknot was.’
Francks Prélude, aria et final is een belangrijke repertoirestuk voor veel pianisten en dus ook voor Verweij: ‘De polyfonie, harmonie en sereniteit gaan in dit stuk door het dak. In de Aria voel je de ongrijpbaarheid van het hiernamaals. In de dialoog tussen de rechter- en linkerhand hoor je iets zoekends, alsof je een glimp van het bovenaardse kan waarnemen, maar niet kan bereiken. Het einde voelt alsof er even een engeltje op je schouder zit.’
De drie Romances sans paroles lijkt door Fauré bedoeld als verwijzing (of, zoals Verweij het stelt, een knipoog) naar Mendelssohns Lieder ohne Worte. Waar wat mij betreft ook naar de drie Romanzen op. 28 van Schumann. Dit is muziek waarin de lyriek het voor het zeggen heeft.
In het cd-boekje sluit Verweij zijn inleiding af met ‘Savourez les sonorités… de Paris!’ Daarvan is werkelijk geen woord overdreven, want dit is wat dit album garandeert: genieten van schitterende muziek, uitgevoerd door een ware meesterpianist. De facetrijke en sonore opname was in handen van Guido Tichelman en Pim van der Lee. De verhelderende ‘liner notes’ zijn van de hand van Loni en Florian Verweij.
‘Florian Verweij is a poet of the piano,’ aldus een uitspraak van Australische pianist, musicoloog en componist Leslie Howard (tevens de enige pianist die het volledige piano-oeuvre van Franz Liszt op cd heeft gezet). Dit debuutalbum bewijst het.