In januari 2020 besprak ik hier Philipp Glass – Musical Offering , een verzameling pianostukken uitgevoerd door de Nederlandse pianist en Glass-kenner Feico Deutekom.
Het is muziek die in ons land een vrij lange receptiegeschiedenis kent en teruggaat tot 1975, toen in juni het Philip Glass Ensemble uit New York voor het eerst zijn opwachting maakte in het Amsterdamse Concertgebouw in het kader van het Holland Festival. De precieze datum weet ik niet meer, maar wel dat ik erbij was en dat de zaal merendeels was gevuld met jonge mensen. Na afloop uitsluitend enthousiaste reacties over deze ‘minimal music’ in een mengeling van westerse en oosterse klanken, met hier en daar nog een snufje Amerikaanse jazz en – feitelijk eveneens ‘minimal’ – een vleugje Erik Satie. Een ware smeltkroes van stijlen die zich echter vrij gemakkelijk laat identificeren door het ontbreken van complexe gelaagdheid
In Deutekoms begeleidende brief klonk duidelijk het besef door dat de Etudes al meerdere malen waren opgenomen en uitgebracht en de lat in die zin bepaald hoog ligt. Zoals er ook de hoop uit sprak dat hij erin was geslaagd om een balans te vinden tussen de structuur en het mechanische karakter enerzijds, en de lyriek en de emotie van de langere lijnen anderzijds. Tussen wiskunde en poëzie, zogezegd.
Deutekom is in die opzet zeker geslaagd: u wacht zijn fascinerende verkenning van dit leeroeuvre, door een Glass-specialist op een perfect geïntoneerde en gestemde Steinway D, waarvan de klank schitterend werd vastgelegd door Jakko van der Heijden (hij bestiert in Middelburg het eigen Zefir-label).