De passietijd is alweer achter de rug, talloze orkesten, koren, solisten en dirigenten hebben zich de laatste maanden uitgesloofd om vooral de twee beroemdste passies, de Mattheüspassion en de Johannenpassion van Johann Sebastian Bach in te oefenen en uit te voeren, maar ook totaal onbekend werk kwam aan bod.
Op Goede Vrijdag zond Klara (de Vlaamse klassieke radiozender van de VRT) de Mattheüspassion van Bach uit. Het was een uitvoering onder leiding van Sigiswald Kuijken met La Petite Bande in een presentatie door Bart Stouten. Wie de passies van Bach ‘gewoon’ kent of (nog) niet kende en luisterde, heeft alvast (zeer) veel bijgeleerd.
Een zogenaamde ‘solistische’ uitvoering kent vele voor- en tegenstanders. Persoonlijk ben ik geen grote fan van de solistische uitvoering, maar ben niet perse tegen al volg ik eerder de stelling van Ton Koopman die voor orkest, solisten en koor gaat. Maar goed, ieder zijn meug en visie. Beide partijen hebben argumenten die sterk verdedigbaar zijn, eerder dan er afbreekbare zijn. Een gelukkig voorval dat iedereen de kans geeft te genieten of mee te werken (en dus ook te genieten) van / aan een uitvoering zoals hij/zij die het liefste heeft.
Zolang de overweldigende inhoud, die rijke teksten van beide passies maar tot hun recht komen. Dat is van ontzettend belang. Zeker de rol van de evangelist is niet te onderschatten. Als je een evangelist hebt die zijn tekst benadrukkend zingt, krijgt de passie een veel diepgaander inhoud en betekenis, dan verandert ze, dat het nu de Mattheüs of de Johannes is, van muzikale diepte. Ze gaat meer door merg en been dan een gewoon mooie muzikale uitvoering.
Johannespassion door Hildebrandt Consort
Zo kom ik tot de uitvoering van de Johannespassion door het Hildebrandt Consort onder leiding van Wouter Dekoninck. Ik luisterde in de Sint-Geertruikerk in Leuven. Een kerk in een omgeving die op zichzelf al inspireert met de resterende abdijgebouwen en dat fraai klein begijnhof – waar is de tijd dat het een krottenbuurt was?
Fout was het van mij om op de eerste rij te gaan zitten. Ik doe het zelden, zeg liever niet en de reden waarom werd me nog eens goed duidelijk. Je hoort het deel van de musici waar je pal voorzit veel sterker dan de anderen, de balans is dus niet in evenwicht en dat is niet de fout van de opstelling van de uitvoerders, maar de fout van aan de zijkant van de eerste rij te gaan zitten. Ja, ik maak ook fouten… Maar niet te fel geklaagd, ik hoorde alles, de instrumenten, de solisten, en vooral de evangelist. Hij deed wat moest. De tekst letterlijk vertolken, acteren, declameren en zeer zuiver zingend met grote nadrukken op de lettergrepen waar het vereist was om de dramatiek nog extra te beklemtonen. Wat een sterke rol kreeg het publiek te horen ! Ja, voor een tweede keer in een aantal jaren hoorde ik opnieuw een evangelist die wist waar de inhoud én de muziek elkaar vinden zoals maar zelden gebeurt. Het genie van Bach komt zo meer tot uiting.
Onthoud de naam van deze tenor: Lothar Blum. Hij gaf deze passie een zo ideale insteek dat ik me niet van de indruk kan ontdoen dat hij ook, onbewust, de muzikale lijn zo goed als volledig bepaalde. De solisten hielden zich ergens wat soberder dan we gewend zijn en ik vermoed dat dit net komt door de solistische bezetting waar de zangers zowel solist zijn als koorzanger. Hier komt mijn twijfel over dergelijke zetting toch nog even de bovenhand halen, excuseert u mij. Dit betekent echter totaal niet dat de uitvoering op vlak zus of zo niet muzikaal te rechtvaardigen was, wel in tegendeel. Ze was bij ogenblikken pakkend, verscherpte je inzicht in het werk van Bach, deed je bij wijlen mee lijden met wat Jezus overkomt. Een niet gelovige had zich zo kunnen bekeren. Misschien is het wel gebeurd, dat laat ik tussen beide. Bekeerd ben ik niet helemaal voor de solistische uitvoering, maar als ik zeg dat in één seconde niet genoten heb, lieg ik.
Dat die onbekende passie repertoire wordt !
Slechts weinigen onder u zullen al gehoord hebben van de Italiaanse componist Gaetano Veneziano (1655-1716). Ooit hoorde ik er wat van op de radio en ik denk op een of andere cd er een werkje van besproken te hebben, een aantal jaren geleden. Vraag me a.u.b. niet welke cd, ik weet het niet meer. En hoorde je al van Antonio Lola (1643-na 1715)? Ik ook niet, tot Leonardo Garcia Alarcon werk van beide componisten programmeerde en in hernieuwde wereldpremière bracht in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel.
Zoals gewoonlijk kon hij beroep doen op zijn jonge Millenium Orchestra – denk maar niet dat ik spijt heb dat Klassiek Centraal het een Gouden Label Debuut gaf, integendeel, ik ben nog meer overtuigd dat het de juiste keuze was – en het Choeur de Chambre de Namur met eigen solisten en als extra de sopranist (zeg beter dit dan contratenor of altus) Valer Sabadus, Fransisco Javier Manalich Raffo (tenor) en de bartion van ‘het huis’ Philippe Favette.
De grootste partij voor de solisten valt de evangelist te beurt, net zoals bij Bach, maar weet wel dat Bach geboren werd op het ogenblik dat de 20-jarige Gaetano Veneziano in Napels deze passie componeerde. De passie heeft ook niet het wat operakarakter zoals vele Duitse passies, deze van Bach inbegrepen. Ze is veel meer oratorium en minder uitgewerkt met breedvoerige aria’s.
Dirigent Alarcon vertelt ons, een uurtje voor het concert, nog meer over deze passie en de twee componisten op het programma. We vernemen dat de oudere Scarlatti solliciteerde voor dezelfde post als de jeugdige Veneziano die de post toegewezen kreeg. Het zorgde voor na-ijver en ook Scarlatti schreef een passie om te bewijzen wie nu wel de beste was. Maar helaas, Scarlatti kwam oubollig over, hing nog te dicht bij Monteverdi en dus erg vroege barok en wat late renaissance. De jonge Veneziano daarentegen was modern en dat bleek meer aan te spreken. Misschien was hij ook heel wat aantrekkelijker en speelde dat ook een rol, maar daar hebben we het raden naar.
Wat er ook van zij, Alarcon deed naar deze partituren geen onderzoek. Nochtans weten we dat hij graag met zijn neus in oude partituren zit om een en ander terug naar boven te halen, maar deze keer was het iemand anders die de partituren al ontstoft had, namelijk de Luikse musicoloog en klavecinist David Glückmann (zo goed als totaal onbekend in Vlaanderen). Hij sprak in 2014 via Facebook (zo gaat dat tegenwoordig wel meer) Leonardo Garcia Alarcon aan met de vraag of hij interesse had in een paar oudere barokwerken die hij in Napels had gevonden in een bibliotheek en daar al een paar honderd jaar en oneffen lagen te liggen, onaangeroerd. Alarcon bekeek wat pagina’s en wist meteen wat hij te doen had. Gütmann stelde de 200 pagina’s terug samen, ze zaten nogal slordig door elkaar, en Alarcon puurde ze verder mee uit. Eens alles terug mooi tot een kloppend geheel gemaakt, kon het instuderen beginnen.
Het zou niet alleen bij die passie blijven want van Antonio Nola kwam er een Stabat Mater tevoorschijn en het wilde lukken dat dit mooi aansloot op de passie. Een concertprogramma was meteen klaar. Alarcon fluistert me nog even in het oor dat Nola meer dan 2.000 werken componeerde en dat er tot op vandaag niet één van is opgenomen. Ook deze primeur zal hij op zijn naam schrijven want ja, het Stabat Mater van Nola en de passie van Veneziano komen op CD. De opnames worden gemaakt in Versailles.
Koor, orkest en solisten presteerden naar beste vermogen en dat best vermogen is top. Alleen lof en lof en ook lof kan ik uiten. Wat een mooie avond mocht ik genieten samen met mijn bejaarde moeder (die helaas diezelfde avond laat thuis nog viel, maar gelukkig geen breuk of wat anders opliep, ze stelt het intussen goed!). U moet weten, al heeft het op zich niets met het concert op zich te maken, dat mijn moeder al van toen ik kleuter was en Mozart, Beethoven en Wagner ontdekte, maar ook Händel, Haydn en Vivaldi, mijn luisterend oor was en me mijn hele leven lang aanmoedigde verder te doen met ‘de muziek’. Toen al, als klein ventje, becommentarieerde ik de muziek en de uitvoeringen waarom ze goed of niet goed genoeg waren. En zo is het nog steeds, alleen vertel ik het nu niet meer alleen aan haar…
Net zoals bij de uitvoering van de Johannenspassion viel nu ook de evangelist op door zijn niet te verbeteren interpretatie. Het verhaal was te volgen ondanks ik geen Latijn (de tekst is in het Latijn) ken. Valer Sabadus is echter meer dan een evangelist voor deze passie. Hij heeft een pracht van een stemkleur, zacht, vol, dragend, bekorend en hij koppelt dit aan een schitterende techniek en vooral aan een muzikaliteit die hem wereldberoemd maakt – zijn carrière is in galop – en hem een of de opvolger van Andreas Scholl zal maken. De stem is anders en toch moet je meteen aan die ontroering denken die Scholl altijd weer naar voor brengt. Sierlijk, stijlvol, elegant en geraffineerd. Zo kan je de zang van Sabadus omschrijven. Je moet (jaja, moet!) van mij zeker gaan luisteren als je de gelegenheid krijgt en laat me weten of ik foute raad gaf.
Twee nieuwe repertoirewerken van tot voor kort vergeten componisten. Ze staan terug op de affiche en ik vermoed zo stilletjes, gezien de meer dan 2.000 werken van Antonio Nola dat we van hem zeker nog heel wat meer van hem, en ook van Veneziano, in een vernieuwde wereldpremière gaan te horen krijgen. Kom je ook luisteren in dat geval?
- WAT: Johannespassion en Mattheüspassion van J.S. Bach, Passio del Venerdi Santo van Gaetano Veneziano, Stabat Mater van Antonio Nola
- WIE: dirigent Leonardo Garcia Alarcon, Valer Sabadus (sopranist in de rol van evangelist), Francisco Javier Manalich Raffo (tenor in de rol van Christus) en Philippe Favette (bariton in de rol van Pontius Pilatus), Choeur de Chambre de Namur en Millenium Orchestra
- WAAR & WANNEER: Johannespassion: Sint-Geertruikerk, Leuven, 24.3.2018 en Veneziano/Nola: Bozar, Henry Le Boeufzaal, Brussel, 28.3.2018
- FOTO’S: mt
- https://www.facebook.com/laurent.brunner.3/videos/418402051918221/