Dé Beethovenspecialist bij uitstek, en wel op wereldvlak daar algemeen voor erkend, is dirigent, professor, causeur en auteur Jan Caeyers. Al decennia lang vormt het leven en werk van Ludwig Van Beethoven de rode draad door het leven en werk van Jan Caeyers…
Na het door Covid-19 in het water gevallen jubeljaar 2020 waarin de 250ste verjaardag van de componist met 1/4de Vlaams-Brabantse wortels zou gevierd worden, ligt er nu het jaar 2027 in het verschiet. Dan herdenkt de wereld dat Beethoven 200 jaar geleden overleed. Caeyers bewijst echter dat Beethoven helemaal niet dood is…
‘Beethoven tour’
Met zijn orkest Le Concert Olympique en de pianist Kit Armstrong zette Jan Caeyers het project “Beethoven 27” op. Het is de bedoeling om in drie jaar tijd met een uitzonderlijk opzet heel Europa te laten genieten van Beethoven om uiteindelijk in 2027 Beethovens onsterfelijkheid te vieren en tegelijk Beethovens droom, een echt verenigd Europa (dat meer is dan de EU) meer dan ooit in de schijnwerpers te plaatsen. Anders gezegd: Europa vieren met Beethoven: 27 steden, 27 meesterwerken. Juist, 27 meesterwerken. De negen symfonieën, negen pianosonates en negen werken voor orkest en piano.
Elk concertprogramma volgt dezelfde structuur: een Beethoven-symfonie wordt gekoppeld aan een concertant werk en een klaviersonate of kamerstuk – een veelzeggende combinatie die de pianistische focus in Beethovens orkestmuziek benadrukt.
Aan het begin van elk programma zal de virtuoze pianist Kit Armstrong een prelude en fuga van Bach spelen in de toonsoort van het openingswerk, waarbij Beethovens innovatieve stijl wordt benadrukt met respect voor zijn wortels en het publiek wordt afgestemd op Beethovens mentaliteit.
Openingsconcert Beethoven27-reeks ‘1800: ‘Juvenile enthousiasme’
Zeer bewust koos Caeyers voor Mechelen om het openingsconcert te organiseren. Het is in Mechelen dat het muzikale verhaal van Beethoven start. Zijn grootvader groeide er op en was van zijn 6 jaar leerling aan de Koraalschool van de Sint-Romboutskathedraal. Het ventje was meer dan gewoon begaafd en dat bracht hem op zijn 20ste al in Bonn om er zijn leven lang te musiceren in dienst van de bisschop. Hij huwde er een plaatselijk schone en Beethovens vader zette het muzikale verder, al ‘verzoop’ hij het bijna letterlijk in massa’s alcohol. Kleinzoon Ludwig, die volgens de overlevering ook wel graag een glaasje wijn lustte, zou meer dan wie ook in de familie de muziek gaan dienen en de wereld veranderen, op zijn minst muzikaal.
Precies omdat Beethovens muzikale wortels in Mechelen te vinden zijn, wilde Jan Caeyers in Mechelen van start gaan. De Sint-Pieter en Sint-Pauluskerk liep bomvol op zondagavond 27 oktober (let op de datum, 27…). Caeyers zette in met een rijk gestoffeerd verhaal – hij had uren kunnen doorgaan – over het hele opzet en over zijn keuze voor de pianist, Kit Armstrong. Het publiek zou horen dat de keuze recht in de roos was.
Zoals alle concerten zullen starten met Bach, zette de pianist in met de prelude en fuga 21 van Das Wohltemperierte Klavier II, BWV 890. Het werd net zoals Caeyers het aankondigde: “een hygiënische oefening”. Een intieme streling, zeer tot té gebonden, opvallend mathematisch met onverwachte rubato. Een heel andere Bach dan het oor gewend is. Deze liep dan meteen zonder adempauze over in het tweede (in werkelijkheid het eerste) pianoconcerto van Beethoven.
Net zoals Beethoven speelde Kit Armstrong haast heel het concerto mee met het orkest. Dit maakte dat de piano soms overstemd werd door het orkest, al was dat ‘geen erg’ omdat de piano daar geen uitgeschreven partij heeft en eerder dienst doet als een soort basso continuo. In de solopartijen en melodieus leidende bewegingen klonk een heldere, soms extreem zachte, dan weer ontploffende pianist. In het eerste deel speelde Armstrong een eigen cadens, ooit zeer normaal, maar Beethoven schreef cadensen uit nadat hij het beu was geworden dat te veel pianisten niet in de zin van de componist de cadens, een improvisatie op het werk, konden spelen. Kit Armstrong doet het wel…
Na het concerto werd het genieten van Beethovens allicht mooiste sonate, de Pathetique. Hoor je daar in die zware bassen, soms zeer agressief, niet de storende tinnitus – “Das ewige Rauschen” – in? Beethoven leed al aan die hem onophoudelijk en steeds erger wordende tinnitus die hem belemmerde gesprekken te volgen, hoge tonen te horen en later amper nog iets behoorlijk te horen al werd hij nooit echt doof. De sonate werd zeer precies geïnterpreteerd, helder gearticuleerd, met grote bogen, vele kleuren, indrukwekkend.
De eerste symfonie werd in het algemeen een zeer stevige, energieke, luide opvoering in een redelijk hoog tempo. Voor de kerk waar werd gemusiceerd net teveel – deze kerk kan dit klankvolume en deze klankrijkdom niet echt aan. Helaas, in Mechelen is geen zaal waar symfonische muziek ten volle tot zijn recht komt. In een stad die wil groeien tot 120.000 inwoners is een ware klassieke concertzaal geen overdreven luxe, ook al liggen Antwerpen en Brussel met hun vele goede zalen op een half uur afstand…
Wie meer wil te weten komen over het hele project, de visie, de concerten, de bezieling, Beethoven surft best naar Beethoven27 (in het Engels). Kijk ook eens naar de Facebookpagina en word er fan.