Nikolai Rimsky-Korsakow is misschien wel het best bekend van het populaire “De vlucht van de hommel” en weinigen zullen er bij stilstaan dat het een fragment uit een van zijn fantasierijke opera’s is, Het sprookje van Tsar Saltan. Fijn dat de Muntschouwburg zowel deze opera als ook De gouden Haan in het repertoire heeft, maar de kans om De nacht voor Kerstmis te zien in de opera van Frankfurt wilden we niet laten voorbijgaan.
Marine-officier wordt componist
Nikolai Rimsky-Korsakov is in 1844 geboren in een oude maar verarmde adellijke familie. Hij was voorbestemd voor een loopbaan bij de marine. Hij krijgt dan ook een opleiding aan de kadettenschool in Sint-Petersburg en muziek is passionele vrijetijdsbesteding. Hij krijgt wel pianolessen en sluit zich in 1861 als jongste van de groep aan bij het “machtige hoopje”, waartoe Modest Moessorgski, Cesar Cui en Alexander Borodin behoren. Na de afsluiting van zijn marinestudies vaart hij zowat twee jaar lang de wereld rond. Op die reizen is hij gefascineerd door allerlei natuurfenomenen en kosmologische verschijnselen. Dit heeft zijn weerslag in zijn operaverhalen.
Sprookjesachtige fantasie en kleurenrijkdom zijn dan ook de twee hoofdkenmerken van zijn werk, of het nu om de symfonische suite Sheherazade of zijn vijftien opera’s gaat. In zijn opera-oeuvre vinden we historisch drama naast sprookje, toverspel naast legende en satire. Hij componeert geen opera die zich in het realistische alledaagse leven afspeelt met intieme emotionele gebeurtenissen, zoals Peter Tsjaikowsky in Eugen Onegin of Pique Dame. Geen passie, geen uitdiepen van psychologie, maar hij kiest voor een sprookjestoon, het fantastische, de natuurschildering en het mystieke.
De nacht voor Kerstmis, een fantastisch liefdesverhaal
De nacht voor Kerstmis gaat terug op verhalen van Nikolai Gogol die motieven van de Oekraïense folklore bevatten en gebeurtenissen uit het alledaagse leven in het dorp vermengen met fantastische elementen. Het verhaal speelt zich af op Kerstavond. In het Oekraïense dorp Dikanka is de smid Wakula smoorverliefd op Oksana, de dochter van een grootgrondbezitter. Ze wil enkel met hem huwen als hij haar de gouden schoentjes van de tsarina kan schenken. Vertwijfeld roept Wakula de hulp van de duivel in, die hem naar de hoofdstad helpt vliegen, maar natuurlijk ook valse bedoelingen heeft. Maar bij de tsarina aangekomen, schenkt ze hem haar mooiste paar schoentjes. Terug in Dikanka heeft Oksana spijt over haar strenge voorwaarde en beseft ze haar liefde voor Wakula. Nu staat niets het huwelijk nog in de weg.
Nikolai Rimsky-Korsakov verknoopt de christelijke kerstviering met voorchristelijke gebruiken van de winterzonnewende. Zo verschijnt achter de realiteit van het boerendorpsleven met zijn liederen en dansen een tweede archaïsche wereld. De Koljadaliederen van de winterzonnewende geven Rimsky-Korsakov de gelegenheid voor kleurrijke, vitale scènes. Natuurmagie, bezwering van het bovennatuurlijke en muzikale folklore – zoals in de dans van de sterren of de heksenrit zijn een typisch aspect van Rimsky-Korsakovs stijl, naast poëzie en drastische humor.
Chistoph Loy: eens te meer fantastisch regisseur.
Het is een kolfje naar de hand van regisseur Christoph Loy. Deze productie (in het Russisch) van Die Nacht vor Weihnachten in Frankfurt is eens te meer het bewijs dat Christoph Loy de geest van het werk dat hij op scène zet begrijpt en met waanzinnige inspiratie maar steeds met respect ensceneert! Het voordoek van de scène is voor de gelegenheid een kosmisch tafereel met hemellichamen en sterren. Loy verwijst zo naar de natuurfenomenen die Rimsky-Korsakov inspireren voor de kleurenrijkdom en het lichtspel die hij in zijn opera’s tot klank omzet. Het prikkelt de sprookjesachtige fantasie waarvan de voorstelling vol zit. De personages die in de muziek telkens een karakteristieke intonatie krijgen, beeldt Loy met de juiste diversiteit en fantasie uit, zoals de simpele Wakula en de complexe heks, het heerlijk aantrekkelijke meisje Oksana en de boosaardige duivel. En jawel de heks kan op haar bezem vliegen en samen met de duivel het luchtruim doorklieven. Aan acrobatie geen gebrek, wat een prestatie van de acteurs!
Tegelijk toont de enscenering dat Nikolai Rimsky-Korsakov allesbehalve een naïeve sprookjesverteller is, want ook boosaardigheid van de mensen komt aan de orde, bij voorbeeld als de rivale van Oksana Wakula bezweert dat hij nooit aan de schoentjes van de tsarina kan geraken om kans te maken op zijn bruid. In het tafereel waar de heks Solocha en de duivel een complot tegen Wakula uitwerken en keer op keer de gast die aankomt in een zak stoppen, buit Loy het verhaal ten volle uit tot spot, humor en satire. Even goed krijgt het happy end een heerlijke uitbeelding, grappig en ontroerend.
Meeslepende muzikaliteit
Deze productie was voor het eerst te zien in 2021in Frankfurt en werd toen door Opernwelt gelauwerd als “opvoering van het jaar”. Bij deze herneming krijgt de jonge dirigent Takeshi Moriuchi het dirigeerstokje in handen en hij maakt er met het orkest een muzikaal feest van. Elke scène krijgt zijn juiste orkestrale intonatie, van uitbundig tot sereen, van duivels tot hemels, met in de mooie liefdesbekentenis van Oksana het accent op de emotionele cello. De solopartijen zijn bezet door zangers uit het ensemble van Oper Frankfurt en het pleit ervoor wat een keuze aan talent daarin aanwezig is. De Poolse sopraan Monika Buczkowska-Ward zong met kristalheldere stem Oksana, Enkelejda Shkoza was een ijzingwekkende heks (Solocha), Georgy Wasiliev een aangrijpende Wakula. De volksscènes die Rimsky-Korsakov schildert met muzikale kleurenrijkdom zijn heerlijke koorpassages.
Laten we even de belangrijke musicoloog voor de Russische muziek Richard Taruskin aan het woord: “Rimsky-Korsakov is een componist die zich niet makkelijk laat verplanten. Maar voor wie hem met de gepaste openheid benadert, kan het de opwindendste en boeiendste muziek van de wereld zijn”. Daarbij doet Taruskin een oproep aan intendanten, dramaturgen en regisseurs zijn werk voor het voetlicht te brengen!