De charmante Nel Swerts stamt uit een muzikale familie. Op 5-jarige leeftijd begon ze piano te studeren. Later volgde zang. Ze maakte er haar beroep van. Haar leven ademt muziek.
Nog niet zo lang geleden zette ze haar schouders onder een nieuw maatschappelijk project dat vanuit Studio 100 en medeaandeelhouder Soudal vorm kreeg. Beiden sloegen de handen in elkaar om dit project in het opvangcentrum van Fedasil in Kapellen te steunen. Het kreeg de naam ON-TRACK. Het is zeker niet gemakkelijk om gewoon kind te zijn als je vluchteling bent en in een opvangcentrum woont. Het opvangcentrum had reeds een jongerenwerking ‘De Vos’ waar allerlei activiteiten voorzien worden voor kinderen, maar iets specifiek met muziek was er nog niet. Met dit project dient er niet alleen muziekonderricht gegeven te worden. Er moet ook begrip zijn voor de trauma’s en beproevingen van deze onfortuinlijke kinderen. Ze hebben extra tijd en aandacht nodig. Samen zingen creëert een gevoel van samenhorigheid en versterkt het zelfvertrouwen. Nel Swerts is de artistieke coach en vertelt een en al empathie en enthousiasme over haar koortje.
-U genoot een klassieke opleiding?
Ja, ik heb piano gestudeerd aan het conservatorium van Antwerpen.
-Hoe is men bij u terechtgekomen?
Hans Bourlon is bij mijn ouders een vriend des huizes. Hij begeleidde al een Somalische vluchteling en opperde het idee om in een opvangcentrum een koortje op te starten met minderjarigen. Dat sprak mij ook aan. Een idee concreet vorm laten krijgen vergt tijd en inzet. We hebben daar heel wat over gebrainstormd. Uiteindelijk zijn we naar het opvangcentrum van Fedasil in Kapellen gestapt en daar had men er wel oren naar.
-De kinderen kennen amper onze taal, hebben geen notie van muziek. Hoe pakt u dat aan?
Je begint er met veel enthousiasme aan, maar we hebben heel wat moeten bijsturen. Een jongenskoor was ons eerste idee maar van meet af aan was het een gemengd koortje. In de beginfase moet je hun vertrouwen winnen. Ze beheersen onze taal ook nog niet zo goed en iets overbrengen of duidelijk maken gaat langzaam. Je staat toch ook wel versteld hoe snel ze woorden oppikken en zich onze taal eigen maken.
-U moet geduld in overvloed hebben.
Dat wel. Ze komen ook uit heel andere culturen, hebben allemaal heel wat meegemaakt en torsen een rugzakje. Het gaat er niet aan toe zoals in en gewoon klaslokaal.
-Komt u ook niet in aanraking met culturen waar muziek uit den boze is!
Ja, inderdaad. Voor heel wat van die kinderen is het een veropenbaring. Anderzijds, er is ook een jongetje uit Kenia bij, hij is één en al ritme en kan bijzonder mooi zingen.
-Met hoeveel zijn ze?
Wij repeteren doorgaans met zo’n 15-tal kinderen.
-Uit welk repertoire put u. Liedjes van Kinderen voor Kinderen, K3?
Momenteel zijn we nummertjes van K3 aan het instuderen. Maar we putten inderdaad ook uit het repertoire van Kinderen voor Kinderen en ook liedjes van LikeMe vinden ze tof. Liedjes die ze op tv ook te zien krijgen. Maar ik leer hen ook van die oeroude kinderliedjes aan.
-U loodst hen op een ludieke manier binnen in de muzikale wereld en onze taal met eenvoudige en vrolijke liedjes.
Het moet eenvoudig zijn, niet te complex. Ze begrijpen wel veel maar de inhoud van de liedjes moet ik soms met handen en voeten uitleggen. Op een onbevangen en speelse manier krijgen ze een taalbad. We werken heel veel met rijmpjes.
-Zingen heeft ook een therapeutische impact.
Absoluut. In het begin moesten we eerst hun vertrouwen winnen, maar week na week merk ik wel dat ze losser en losser komen. Zich echt op hun gemak beginnen te voelen. Ik begin ook heel anders naar die kinderen te kijken. Je weet niet wat ze allemaal hebben meegemaakt op hun vluchtroute. Het is ook moeilijk in te schatten welke repercussies dat heeft gehad. Maar kinderen zijn flexibel. Staan open in het leven. Het zijn echte sponzen, zeer ontvankelijk voor al het nieuwe op hun pad. Jong als ze zijn, zijn ze ook enorm dankbaar. Alhoewel ze dat soms niet goed kunnen uiten. Ook omdat ze uit een cultuur komen die heel anders is dan de onze. Ze nemen me ondertussen meer in vertrouwen en komen me zaken vertellen die ze hebben meegemaakt of waar ze vragen rond hebben.
-Zingen activeert neurotransmitters en gelukshormonen: endorfine én oxytocine. Het zorgt voor plezier en minder stress.
Dat is waar. Het is soms moeilijk om hen in toom te houden. Maar van het moment dat ze muziek horen en kunnen meedoen worden ze veel rustiger. Onbewust verwerven ze een gezond stemgebruik, een goede zanghouding, een muzikaal gehoor, gevoel voor ritme en metrum.
-Zingen activeert ook een samenhorigheidsgevoel.
Het is heel merkwaardig. Vroeger speelden ze meer alleen of met twee. Het koortje klit nu buiten het zingen ook aan elkaar. Ze voetballen samen, doen spelletjes samen. Mooi om te zien. Er groeit verbondenheid. Ze delen een speciale genegenheid.
-In het koor verwerven de kinderen heel wat vaardigheden die ook integratie bevorderen.
Absoluut. Ze voelen zich niet langer geïsoleerd omdat ze de taal niet machtig zijn en amper iets verstaan. Die barrière geraken ze stilaan over. We hebben al twee uitstappen gedaan, naar Nachtwacht in de Stadsschouwburg en De Grote Sinterklaasshow in het Sportpaleis geweest. Ze keken hun oogjes uit. Zongen hier en daar zelfs mee. Het is fantastisch om die stralende gezichtjes te zien. Vorige week was er een persmoment met een fotoshoot. Enkele kinderen werden zelfs geïnterviewd. Zo in het middelpunt van de belangstelling staan vonden ze reuze.
-Het is een pilootproject in Kapellen. Men zou dit graag uitbreiden naar andere opvangcentra.
Dat is wel de bedoeling, maar het hele traject staat nog in de kinderschoenen. We zien hoe het in Kapellen loopt en proberen het dan verder te ontwikkelen en te implementeren in andere opvangcentra.
-Eén opmerking: een project om Nederlands te leren met een Engelse titel ‘ON-TRACK’!? Dat is toch enigszins duaal! Met ‘Op het goede spoor’ is toch niets mis?
Dat kan ik niet ontkennen. Het concept is er eigenlijk gekomen door ‘Spotz-On’, zij zitten onder de vleugels van Studio 100 en hebben een showkoor. Vandaar de keuze van ON-TRACK.