Het was een opmerkelijke belevenis om een gemengd koor te zien en horen zingen in een slotklooster en dan nog in het Brugse ‘Engels Klooster’ waar ons aller Guido Gezelle nog geestelijk directeur was en waar er zelfs een relikwie van Thomas More bewaard wordt.
Misschien nóg merkwaardiger: op het doksaal mochten de kanunnikessen – de orde die er nog altijd verblijft – meeluisteren. “Mater” was dan ook de titel van het concert, uitgevoerd door het Ensemble Bladelin en geleid door befaamd traversospeler en koordirigent Patrick Beuckels. Hij vertelt hoe het allemaal begon “… met het idee om iets te doen met dat begrip van ‘Mater’. Het is een alomvattend woord dat ook staat voor abdis, moeder, Maria, muze, feministe… . Toch ben ik maar doorgeefluik. We moesten dus nog op zoek naar een verhaal om dat idee te vertalen in woord en klank. Muziek waar de vrouw centraal staat, is overvloedig te vinden. Maar voor dat verhaal zorgde een creatief koorlid”.
Mieke De Baene schreef een poëtische en pakkende tekst en woordkunstenares Christa Scherpereel ensceneerde en sprak beeldend. Muziek kwam vooral van bekende en minder bekende hedendaagse componisten, alles in één ononderbroken geheel, anderhalf uur lang, zonder applaus maar wel eindigend met een daverende ovatie. De rode draad doorheen zeven vrouwenverhalen werd, letterlijk, een beschermende mantel. Een kleed dat troost en verwarmt, prachtig en kunstig geweven door handig koorlid Katrien Steeman. In het verhaal is die mantel eeuwen geleden geweven door een Ida en nadien door de tijden heen gedragen, vooral ook bij rampspoed en oorlogen, door vele andere vrouwen op vele andere plekken tot het gewaad eindigde als lijkwade voor een Palestijns kind, bezweken onder de bombardementen in Gaza.
Starten deed het Ensemble Bladelin met een lied van de Canadese koorspecialist Mark Sirret, “O earth, loving mother” , een serene ode aan Nature en Nurture. Een eerste Ave Maria, we zijn meimaand, van de Russische componist Vlaimir Vavilov, klonk gearrangeerd als een hedendaagse popsong. Volgde het klassieke Salve Regina van Franz Liszt. Twee Maria-liederen van Benjamin Britten, a capella pareltjes voor het goed geoefende koor. Die Hymn to the Virgin schreef Britten toen hij net 16 was en het andere kwam uit zijn A ceremony of Carols. Wondermooi stemmenwerk. Het liefelijke geluid van John Taverner (al maakte hij ook indrukwekkend luide composities) moest er zeker bij: Mother of God, here I stand. Van zijn Britse leeftijdsgenoot John Rutter hoorden we per strofe afwisselend de mannen en vrouwen van het koor dialogeren met mekaar in Of a rose, a lovely rose uit zijn Magnificat nr.2.
Een ander Ave Maria op het programma was van de Duitser Franz Biebl, die voornamelijk koormuziek schreef. Het klonk als een echt ‘Wees Gegroet’, met een herhaalde gregoriaanse inzet, per strofe overvloeiend in mooie polyfonie. Nog twee Ave ‘s: een krachtig lied maar toch heel verstaanbaar en welluidend gebracht van de diepgelovige Anton Bruckner en ook eentje van natuurbewonderaar Edward Grieg.

Patrick Beuckels en Christa Scherpereel
Kan je prachtiger een kooroptreden afsluiten dan met een werk van de gevierde hedendaagse Britse componist Karl Jenkins? Eind vorig jaar wijdde het Ensemble Bladelin nog een heel concert aan hem die wereldwijd bekend werd met zijn Benedictus uit zijn hoopvolle Mass for peace. Het bewees nogmaals dat het Ensemble Bladelin meesterlijk een zeer divers muzikaal repertoire perfect kan, beheerst onder de zachte, weidse, bijwijlen vinnige gebaren van de dirigent.