Impressies van de docureeks op VRT Canvas en het concert in Bozar
Tussen 10 januari en 7 februari ’24 keek half Vlaanderen naar de vijfdelige documentaire Maestro Degand op VRT Canvas. Met verwondering en bewondering zagen we hoe acteur Stefaan Degand op één jaar tijd leert dirigeren, met als apotheose de uitvoering van de Vierde van Brahms met het NOB, het Nationaal Orkest van België.
De vijfenveertigjarige acteur is bekend van op de planken en op het scherm. Velen kennen hem van o.a. de serie Eigen Kweek. In de eerste aflevering zien we hoe al sinds zijn kinderjaren een grote droom koestert: de Vierde van Brahms dirigeren. Dat deed hij thuis ook al, als knaapje klom hij op de salontafel en stond hij in gedachten voor het orkest. Niet als spel, maar bloedernstig, niemand mocht hem daarbij storen. De melancholische Vierde, die Brahms schreef in de herfst van zijn leven, heeft Degand heel zijn verdere leven begeleidt, “de soundtrack van mijn leven”.
Acteurs en dirigenten
Wat hebben acteurs met dirigenten gemeen? Beide communiceren niet alleen met hun stem, ook met hun gezicht en hun lichaam. Mimiek en gestiek zijn voor beiden essentieel.
Daar heeft een acteur al een streepje voor op de doorsnee man of vrouw. Mocht je aan de kijker vorig jaar hebben gezegd dat Stefaan Degand een symfonisch orkest ging dirigeren, dan zouden velen raar hebben opgekeken. Op het tv-scherm is Degand immers vaak een wat bokkige, norse man die je niet direct sierlijk en lenig ziet zwieren met zijn armen voor een orkest. Hij loopt ook een beetje raar, altijd iets voorovergebogen, zodat hij je altijd met zijn voorhoofd lijkt aan te kijken. Hij lijkt zich soms meer met zijn schouders dan met zijn benen voort te bewegen. Zijn licht gebogen lichaam lijkt de voorbode van een bultenaar. Degand dirigent?
Degand heeft anderzijds wel een muzikale achtergrond. Zijn vader speelde klarinet in de harmonie en de jonge Stefaan speelde er trombone. Hij kan dus noten lezen, naast acteren kan hij ook behoorlijk zingen. In de eerste afleveringen van de docureeks leert Degand stap voor stap de knepen van het vak. Hij wordt daarin gecoacht door verschillende vakmensen. Pascale Van Os in de eerste fase, later komt Antony Hermus, chefdirigent van het NOB, erbij. Vooraleer een complexe partituur als Brahms te dirigeren voor een groot orkest, leert hij enkele werken uit de klassieke periode analyseren en dirigeren. Met het Leuvens universitair orkest oefent hij de vijfentwintigste symfonie van Mozart. We zien hoe hij beginnersfouten maakt en hoe hij met het stokje langzaamaan toch iets uit het orkest kan halen. Hij dirigeert niet alleen, hij luistert en observeert ook dirigenten en volgt ook het NOB, dat zijn lijfstuk speelt met dirigent Michael Schönwandt.
“We zijn mee met zijn expressie”, vertellen orkestleden in de docuserie. “Er komt veel kracht en authenticiteit van hem uit, dat is de reden dat het orkest voor hem wil spelen. Ze voelen zijn passie maar ook een groot technisch tekort. “Je hebt talent”, moedigt hoboïst Bram Nolf van het NOB hem aan… “nog een vijftiental jaar oefenen en je bent een echte dirigent“. Als leek is het formidabel dat je dit hebt bereikt”, prijst hij Degand.
De apotheose
Na een jaar is het moment gekomen, het hoogtepunt van het project, wanneer Stefaan Degand op 27 januari voor het NOB staat in de Henri Leboeufzaal van Bozar. Zijn Vierde van Brahms staat na de pauze geprogrammeerd. Voor de pauze is er een soort opwarming voor het publiek, dat die avond breder is dan het traditionele Bozarpubliek. De zaal zit bomvol. Presentator Sander De Keere, bekend van radio Klara, leidt het publiek in in de kunst en het vakmanschap van het dirigeren. Eerst speelt het orkest de ouverture van Carmen, zonder dirigent. Hoe kan dat nu, zie je sommigen denken. Zonder dirigent! Die is dus niet nodig… De vraag sinds wanneer, hoe en waarom er een dirigent voor het orkest staat wordt beantwoord met enkele werken van Lully en Johann Strauss. Chefdirigent Antony Hermus toont het publiek hoe de dirigent de tempi, de klank en de dynamiek kan manipuleren.
In de pauze denkt iedereen aan Stefaan en hoe die in zijn loge met zijn gierende zenuwen moet omgaan. In de wandelgangen sta ik wat te noteren in mijn notitieboekje. Een vrouw spreekt me aan. Ze is beroemd, het is Kristien Hemmerechts. We babbelen wat over de cultus die rond grote dirigenten zoals Karajan is gegroeid. Wat zal Degand ervan bakken, denken we allebei. “Ik vond het fijn om even met u te praten”, rond ik af, zonder haar naam erbij te zeggen. Ik weet niet of ze wist dat ik wist wie ze was. In de laatste aflevering wordt Degand ook gefilmd in de laatste minuten voor hij opgaat. Hopelijk wordt het Maestro Degand en geen Maestro Génant, grapt hij. Hij kent het podium als acteur, maar dit heeft hij nog nooit gedaan, voor een nokvolle concertzaal dirigeren.
Alles loopt gesmeerd, hij maakt mooie frasen. Ik zit helemaal links vooraan en zie zijn mimiek wanneer hij naar de eerste violen kijkt. In het eerste deel loopt hij op een bepaald moment een fractie achter. Het orkest volgt maar speelt desgevallend ook op automatische piloot. Wie dirigeert wie, denk ik een moment. Het gebeurt nog enkele keren in het laatste deel. Weinigen zullen het hebben gehoord, geen groot accident, zoals een kunstschaatser die na een pirouette een seconde zijn evenwicht verliest. Maar er zijn ook heerlijke passages, waar hij orkest en publiek raakt, waar je de expressie van dirigent Degand duidelijk aanvoelt. Na het daverende applaus zien we in de serie een lachende Pascale Van Os. “Supergoed gedaan”, vindt ze.
Surrealistisch
In de zaal maak ik achteraf nog een praatje met enkele orkestleden. De reacties zijn positief, en soms ook wel wat laconiek. Op één jaar kan men het niet leren. Een celliste reageerde opgelucht: “Hij heeft alles gedaan wat hij heeft geleerd, bravo!” Een violiste zei dat je ook in een jaar geen chirurg kan worden, en je wilt ook niet geopereerd worden door iemand die er maar een jaar over heeft gedaan.
In de trein naar huis zit ik tegenover een trombonist van het orkest. Een lange kale man met een groene bril en blanke handen. In zijn zwarte kist zit zijn trombone, hetzelfde instrument waarop Stefaan Degand blies in de harmonie met zijn vader. Hij bevestigt wat ik had opgemerkt, enkele keren was er een decalage tussen orkest en dirigent, maar alles bij elkaar heeft hij het prima gedaan. De kale man lijkt op Herr Seele, de surrealistische grapjas en kunstenaar. Een leuk coda van deze surrealistische avond.
In kringen van musici is dit project gestuit op heel wat kritiek en ongeloof. Toch heeft Stefaan Degand een bewonderenswaardige prestatie neergezet. Hij heeft het fantastisch gedaan! En vooral: dit was een ongeziene promotie voor Brahms, voor het NOB en voor de klassieke muziek.
- WAT: Maestro Degand – TV docureeks en concert – 4de symfonie Mahler
- WIE: Stefan Degand (acteur), Belgian National Orchestra, VRT / Canvas
- WAAR & WANNEER: concert 27 januari 2024, Bozar, Brussel
- FOTO’S: ©VRT / Canvas, portretfoto © Kurt Van der Elst