L’Aurore is Carolin Widmann’s zevende opname voor de New Series en haar eerste solo viool schijf voor het label, waarin ze met elan en verbeelding een karakteristieke brede waaier van composities verkent. In dit fascinerende recital wil Widmann het expressieve potentieel van de viool documenteren in een programma dat wordt afgesloten met een stralende vertolking van Johann Sebastian Bachs Partita in D klein.
De kern van het album wordt gevormd door enkele belangrijke ontdekkingen, niet in het minst in de zelden gespeelde Fantaisie Concertante van de Roemeense componist George Enescu uit 1932: “Hoe kun je iets noteren dat zo vrij klinkt, zo visionair?” overdenkt Widmann in een interview met Max Nyffeler in het cd-boekje. “De melodie ontvouwt zich als het ware improvisatorisch: het stuk voelt aan als een vegend melisma.” Gedurende het ononderbroken kwartier dat de Fantaisie Concertante duurt, worden spanning en intensiteit gehandhaafd.
Enescu liet zich, net als Bartók voor hem, inspireren door het volksmuziekerfgoed van zijn vaderland en bracht de kleuren en energieën ervan in zijn veelgelaagde muziek. Widmann ziet en onderstreept ook een kruisverband tussen Enescu en de Belgische componist Eugène Ysaÿe, wiens Sonate nr. 5 uit 1923 in het tweede deel een wervelende “Danse rustique” omhelst.
Tussen de veeleisende stukken van Enescu en Ysaÿe staan de aforistische Three Miniatures van de Britse componist George Benjamin: “Er is geen noot te veel. Zijn muziek is als een weefsel dat heel fijn geweven is, en de drie stukken zijn ook op een subtiele manier met elkaar verweven.” Deze korte karakterschetsen werden in 2001 en 2002 geschreven en respectievelijk opgedragen aan violist Jagdish Mistry, aan muziekuitgever Sally Cavender en aan nieuwe muziekmecenas Klaus Lauer, op wiens Badenweiller Muziekdagen de cyclus in première ging.
L’Aurore bevat ook twee passages van Hildegard von Bingen’s 12e eeuwse antifoon Spiritus sanctus vivificans vita, waarbij Widmann het gregoriaans vertaalt naar het idioom van de viool, zonder het idee van de ademhaling uit het oog te verliezen. “Wij komen voort uit de stem. Dat is de oorsprong van onze muzikale traditie. Tijdens de opname ontdekten we dat ik de antifoon elke keer anders speel. Daarom verschijnt het twee keer, als een soort ritueel.”
Het album sluit af met Bachs Partita in D mineur. “Bach is degene die alles bij elkaar houdt. Het was een grote zorg van mij om deze Partita eindelijk op te nemen. Ik heb ermee gewacht en er jaren aan gewerkt. Nu vond ik de tijd rijp en heb ik genoeg ervaring met het stuk. Misschien speel ik het over vijf jaar weer anders, maar in zijn huidige vorm is het een spiegel van mijn huidige leven en artistieke ervaringen…”
Carolin Widmann, geboren in München in 1976, studeerde bij Igor Ozim in Keulen, Michèle Auclair in Boston en David Takeno in Londen. Ze maakte haar ECM-debuut in 2008 met een Gramophone Award-genomineerde opname van de Schumann vioolsonates, begeleid door Dénes Várjon. Ze volgde met Phantasy of Spring, een recital met muziek van Feldman, Zimmermann, Schönberg en Xenakis, dat ook alom geprezen werd om zijn idiomatische begrip van veeleisend materiaal, en droeg bij aan Erkki-Sven Tüür’s Strata album, dat de première opname van de Noësis voor viool, klarinet en orkest van de Estse componist bevatte.
In 2012 kwam een inzichtelijke Schubert-opname uit, de eerste documentatie van de muzikale alliantie tussen Carolin Widmann en Alexander Lonquich, die in een stroomversnelling was geraakt sinds ze in 2008 in Salzburg voor het eerst samen Messiaen speelden. ECM bracht in 2013 haar opname uit 2009 uit van Morton Feldmans Viool en orkest, een werk voor groot orkest dat niettemin berust op de subtielste gebaren om zijn impact te maken.
Widmanns samenwerking met het Chamber Orchestra of Europe leidde tot de opname van de vioolconcerten van Felix Mendelssohn Bartholdy en Robert Schumann, opnieuw met zeer lovende kritieken in de pers.
Widmann trad als soliste op met het Gewandhausorchester Leipzig, het Orchestre National de France (Parijs), het Orchestra di Santa Cecilia (Rome), het Tonhalle Orchester Zürich, RSO Wenen, het BBC Symphony Orchestra London, London Philharmonic Orchestra en het China Philharmonic in Beijing, en werkte samen met dirigenten als Riccardo Chailly, Sir Roger Norrington, Silvain Cambreling, Vladimir Jurowski, Emanuel Krivine, Peter Eötvös en Heinz Holliger. In 2013 werd Carolin Widmann uitgeroepen tot Artiest van het Jaar op de International Classical Music Awards.
*Als u een aankoop doet via bovenstaande link krijgen wij een kleine vergoeding. Zo kunnen we u blijven voorzien van recensies en artikelen. Door iets via onze link te kopen, steun je ons in het schrijven van nieuwe artikelen. Producten worden voor jou nooit duurder als je gebruikmaakt van onze links.