Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

Landesjugendorchester Sachsen-Anhalt betovert met ambitieus zomerconcert

Op zaterdag 9 augustus gaf het Landesjugendorchester Sachsen-Anhalt (LJO) een indrukwekkend concert in Quedlinburg, een stad in de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt, bekend om haar middeleeuwse charme en karakteristieke vakwerkhuizen. De stad, die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat, vormt jaarlijks het decor voor de “Quedlinburger Musiksommer”, dit jaar al voor de 45ste keer.

Het festival, georganiseerd door de Evangelische Kirchengemeinde Quedlinburg, biedt luisteraars unieke muzikale ervaringen op bijzondere locaties, waarbij zowel het oog als het oor worden geprikkeld.

Verwachting en werkelijkheid: historische charme versus moderne zaal

Toch werd die verwachting ditmaal niet volledig ingelost. Ondanks de suggestieve afbeelding in de festivalbrochure vond het concert uiteindelijk plaats in de strakke, moderne congreszaal van het Palais Salfeldt. Ik was niet de enige die op een andere locatie had gerekend: ook een van de sprekers verwees in zijn toespraak naar een historische zaal die meer tot de verbeelding sprak. De gekozen ruimte bleek akoestisch ongeschikt gebleken voor het laatromantische repertoire van de avond. Bovendien maakten de hitte en het gebrek aan ventilatie de omstandigheden bijzonder onaangenaam. Tijdens de stilste passages drong het geruis van de ventilatie hoorbaar door, wat het luistergenot aanzienlijk verstoorde.

Enkele toehoorders verlieten voortijdig de zaal; anderen probeerden zich met een waaier verkoeling toe te wuiven. De sfeer deed nauwelijks recht aan de belofte van historische grandeur die het festival opriep. Het gebrek aan ambiance maakte het des te pijnlijker dat de muziek – hoewel briljant uitgevoerd – niet volledig tot haar recht kon komen.

Een orkest dat boven de zaal uitstijgt

Juist daarom verdient het LJO des te meer lof voor de manier waarop het zich onder deze omstandigheden wist te handhaven. Het orkest, bestaande uit ongeveer zeventig jonge talenten van dertien tot drieëntwintig jaar uit de deelstaat Saksen-Anhalt, maakte zijn reputatie als broedplaats voor de volgende generatie klassieke musici meer dan waar. De tien intensieve repetitiedagen onder leiding van hun ervaren chef-dirigent Michael Wendeberg, bijgestaan door musici van de Staatskapelle Halle, wierpen duidelijk hun vruchten af. Het ambitieuze programma omvatte werken van Smetana en Bruckner, die niet alleen technische precisie vereisen, maar ook een diep muzikaal begrip.

Smetana’s frisse opener

De avond opende met Smetana’s Z českých luhů a hájů (Uit Boheems wouden en velden) uit de cyclus Má vlast (Mijn Vaderland), dat het orkest met levendigheid en vurige energie tot leven bracht. De frisheid van de uitvoering riep beelden op van het Tsjechische landschap. Het orkest wist de Boheemse lyriek en levendigheid overtuigend over te brengen en deed mij persoonlijk terugdenken aan de wandeling die ik eerder die dag maakte op de Hexentanzplatz bij Thale.

Bruckners Vierde: gelaagde grandeur

Daarna volgde Bruckners Vierde Symfonie, de “Romantische”. Wendeberg koos voor de klassieke tweede versie van 1878/80 en bouwde zijn interpretatie zorgvuldig en geleidelijk op. Zijn aanpak – hoorbaar beïnvloed door zijn leermeester Toshiyuki Kamioka – verenigde verstilling met krachtige erupties, waarbij hij het orkest tot het uiterste dreef.

De eerste beweging riep bij mij herinneringen op aan een moment eerder die ochtend: vanuit de bus zag ik de Schlossberg langzaam in de verte opdoemen met zijn kasteel en kloosterkerk. Net zo ontvouwde zich deze muziek – als een plant die behoedzaam ontluikt, in een spanningsveld tussen controle en intensiteit. In het Andante zochten de strijkers aanvankelijk naar balans, maar vonden gaandeweg hun gezamenlijke toon. Tegen het einde, in de koraalmelodie van de coda, ontstond een warme eenheid in het ensemble. De gekozen tempi lieten de muziek hier ademen.

Het geliefde Scherzo, met zijn speelse jachtmotieven, bracht merkbaar leven in het publiek, ondanks de drukkende hitte. Maar het was vooral de finale die diepe indruk maakte: Wendeberg bouwde die met grote beheersing op naar een imposante climax. In plaats van snelle contrastwerking koos hij voor een lange spanningsboog. Hij gaf de harmonieën de ruimte om zich volledig te ontplooien, met een verzadigde, gelaagde klank die organisch groeide naar een slotakkoord dat nog lang nagalmde in de ruimte. Even was het stil in de zaal – het publiek leek het moment te willen laten bezinken, voordat het applaus losbarstte.

Bij deze uitvoering moest ik denken aan het begrip “prismaïsme”, dat ik eerder die dag ontdekte in het fascinerende Lyonel Feininger Museum. Feininger bouwde zijn schilderijen op uit transparante, in elkaar grijpende kleurvlakken – prisma’s van licht, waarin elk onderdeel bijdraagt aan het geheel. Op vergelijkbare wijze construeerde Wendeberg zijn interpretatie: geen reeks losse momenten, maar een gelaagde opbouw van klankblokken die elkaar verhelderen en versterken. Elk muzikaal ‘prisma’ werd afzonderlijk belicht en kreeg zijn eigen kleur, maar pas in samenhang openbaarde zich het volledige beeld – rijk, veelvormig, overweldigend.

Als bisnummer volgde Locus iste, door het orkest gezongen. Een weldadige verstilling na het symfonische klankgeweld. Tegelijk maakte dit stuk pijnlijk duidelijk hoe prachtig dit ensemble tot zijn recht zou zijn gekomen in een historische kerk met passende akoestiek.

Wanneer jeugd zich opent in klank

Toch blijft het grootste applaus terecht en oprecht voor de jonge musici, die boven zichzelf uitstegen. Dankzij de vakbekwame leiding van Wendeberg en de inspirerende samenwerking met hun coaches van de Staatskapelle Halle gaven ze niet minder dan het beste van zichzelf. De ontroering na afloop – zichtbaar in de uitbundige reacties van het publiek – was daar het treffende bewijs van.

Eén muzikant wil ik in het bijzonder vermelden: de solohoornist. Ik heb concerten van topensembles bijgewoond waar de beroemde openingssolo uit Bruckners Vierde symfonie uitmondde in een fiasco. Hier echter klonk de solo trefzeker – vol controle, klankrijkdom en emotie. Een prestatie van formaat.

Als muziek zich loszingt van de muren

Wat het concert in Quedlinburg bovenal liet zien, is hoe krachtig muziek kan zijn. Het LJO bewees dat inzet, talent en hechte muzikale samenwerking in staat zijn de beperkingen van de omgeving te overstijgen. Het jonge orkest wist een programma van grote artistieke waarde tot leven te brengen, met momenten van diepe ontroering en bezieling.

Het optreden was daarmee niet alleen een belofte voor de toekomst van deze jonge musici, maar ook een krachtig pleidooi voor het serieus nemen van concertomstandigheden. Als die twee elementen samenkomen – talent en een waardige context – dan kan muziek haar volledige transformerende kracht tonen. En dat is uiteindelijk waar festivals als de “Quedlinburger Musiksommer” voor bedoeld zijn. Want kunst is geen luxe, maar een noodzaak, zoals Feininger het ooit treffend verwoordde.

Details:

Titel:

  • Landesjugendorchester Sachsen-Anhalt betovert met ambitieus zomerconcert

Wie:

  • Landesjugendorchester Sachsen-Anhalt (LJO), dirigent Michael Wendeberg

Waar:

  • Congreszaal Palais Salfeldt, Quedlinburg (Duitsland)

Wanneer:

  • 8 augustus 2025

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –