Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

  • Kleine jongens worden groots

Kleine jongens worden groots

**** Zoals harmonium en piano in de Parijse salons van de late 19de eeuw een unieke match vormden, zo hoort melancholie bij de (muzikale) condition humaine. Het inspireerde Bart Rodyns en Nicolas Callot tot een bijzonder boeiende opname, eentje voor zowel de vroege als de late uurtjes. En alles daartussen. Want het oeuvre van César Franck, soms in uitgekiende arrangementen, geeft inderdaad veel om blijvend van te genieten.    

Noten vervliegen, lossen op in tijd en ruimte, en zijn daarom per definitie melancholisch. Het is dus geen toeval dat er in de muziek o zo vaak naar dit humeur wordt teruggegrepen. De pianist Jan Swerts maakte er in 2013 een stemmige anatomie over (Universal). Midden vorige maand verscheen bij Harmonia Mundi het album Melancholia van Les Cris de Paris, met daarop motetten en madrigalen van rond de 17de eeuwwissel onzes Heren. En … pour passer la mélancolie verdiepte klavecinist Andreas Staier zich enkele jaren terug in danssuites van Froberger, Couperin en andere barokke componisten. Bleef de klassieke temperamentenleer nog tot in de 19de eeuw begeesteren, dan viel deze simpele vierdeling definitief ten prooi aan het heersende positivisme. Maar ach, het is ondertussen herfst, en dan mag er bij een vaal vallend blad al eens gemijmerd worden.

Toch is de zwartgalligheid waarin Nicolas Callot en Bart Rodyns de luisteraar onderdompelen oneindig veel kleurrijker dan de titel van hun cd aanvankelijk doet vermoeden. Het harmonium, de vedette van de laat-19de-eeuwse Parijse salons, zit daar voor veel tussen. Omdat het instrument een alleskunner is dat, dixit Rodyns, “de eindfase in de eeuwige zoektocht naar expressiviteit” inluidt. En hoewel Mélancolie met verve aantoont dat deze eindgame nog lang niet is ingezet, is er van deze enthousiaste bewering zeker wat aan. Want welk ander klavierinstrument combineert de eeuwige toon van een orgel met het dromerige legato van een strijkinstrument … Kan zowel letterlijk als figuurlijk verschillende registers beroeren. En, ligt ook ongewoon goed in het oor als … accordeon. Het is net deze verbluffende veelzijdigheid die het duo Callot-Rodyns de mogelijkheid biedt om in het oeuvre van César Franck te grasduinen en werken naar boven te spitten die oorspronkelijk voor de combinatie viool-piano werden gedacht. Zo passeren het eerste deel van de populaire vioolsonate (Allegretto ben moderato) en het bekoorlijke Andantino Quietoso de revue (1843). Maar dé openingstrack is natuurlijk Mélancolie. En meteen spelen beide protagonisten op even prikkelende als uitgebalanceerde manier voortdurend haasje-over. Kleine jongens worden groots?

Koninginnenstuk

Rodyns bespeelde voor deze opname zijn Harmonium d’Art van Mustel – “de absolute Rolls Royce van de harmoniums …” Callot koos voor een hamerklavier van Erard met als bouwjaar 1867. Voor de combinatie van beide schreef Franck omstreeks 1860 de prachtige Prélude, Fugue et Variation (FWV 30), dat als enige ‘originele’ werk op deze cd meteen ook het koninginnenstuk vormt. De prelude is van het soort heerlijke hartstocht die niet stuk te krijgen is: zacht en zoetgevooisd uitgesmeerd door de ‘klavierist’, maar tegelijk zowel subtiel als gedecideerd geritmeerd door de toetsenist. Onverwacht wordt de tactiele versmelting aan timbres met het nodige gewicht afgebroken (Lento). Het gevaar bestaat inderdaad dat men zich door zo veel harmonische gloed in slaap laat wiegen. Toch start al snel de fuga – synoniem van verwevenheid eigenlijk, zeker als de timing zo goed zit als bij deze heren – waarna het schitterende thema allesbehalve a tempo terugkeert. Met hun haastige, altijd wervelende climax plegen de muzikanten een halve karaktermoord. Een zwaar gemoed maakt uiteindelijk plaats voor speelse drift.

Ook in het Andantino Quietoso (FWV 5), een andere persoonlijke favoriet, valt veel moois te beluisteren. De ernstige aanhef is voor een genuanceerde Callot, die er nadien gevat de drive inhoudt. In wat volgt komen ook de fraai aangehouden, zoemend-zangerige kwaliteiten van het harmonium uitzonderlijk goed tot hun recht. Beide instrumentalisten staan behoorlijk op hun (maat)strepen wanneer het moet, zeker wanneer ze de dialoog met elkaar aangaan. Callot initieert daarbij niet zelden het drama, terwijl Rodyns als apaiserende moderator optreedt. De frivoliteit en dynamische opbouw van het stuk varen er wel bij. Wat nog enigszins bedachtzaam begon, eindigt zo in uitbundigheid. Ternauwernood. Vergelijkbare spanningsboogjes worden ook in het Allegretto ben moderato en het Andantino (in g-mineur, en oorspronkelijk een compositie voor orgel) getrokken. Toch is het overheersende gevoel in deze stukken er zowaar een van naïeve zorgeloosheid. Jawel, het is bij momenten zalig zwelgen in al die melodieuze weelde.

Eindgeneriek – knipoog

Mélancolie is dus lang niet alleen een serieuze of bedrukte bedoening geworden, eerder integendeel. Zo kan de allesbehalve lukraak gekozen opeenvolging van de nummers de liefhebber van rijke klanken alleen maar verblijden én bij de les houden. Zo worden uit het eerste volume van L’Organiste (FWV 41) de eerste zes deeltjes paarsgewijs gepresenteerd. Voor Rodyns het sein om alle registers van zijn harmonium aan te spreken en de samenklanken op delicate wijze verder in te kleuren. Maar eens zo meldenswaardig is dat het puntige vijfde stukje ook op de Erard werd opgenomen (Poco lento). Voeg daar nog een vliedende polonaise (Allegretto), een fijn gearticuleerde trage dans én een indringend lied van Schubert (Des Mädchens Klage) voor én tussen, en het resultaat boeit zonder meer van begin tot eind. Het laatste woord is voor het Panis Angelicus, dat Franck eigenlijk voor tenor, orgel, harp en cello concipieerde. Nu is het dus echt wel tijd om zich te bezinnen. Maar dan wel smaakvol, … en niet zonder een knipoog. Want deze eindgeneriek hoort in wezen bij de voorlaatste strofe in de liturgie. Ga daarom heen en vermenigvuldig u, Nicolas Callot en Bart Rodyns: er ligt nog veel Chopin, Saint-Saëns en ander lekkers op de plank dat jullie aandacht vraagt.

PS: begin 20st eeuw, zo vertelt Callot in het inlegboekje, werd het harmonium het slachtoffer van “een nieuwe zakelijkheid”. Welnu, in die geest kan u Mélancolie ook op plaat aanschaffen. Een hippe optie, voor een kleine meerprijs, waar u de cd gewoon bijkrijgt én op een groter formaat van het knappe artwork kan genieten.


  • WAT: Mélancolie | César Franck (1822-1892) | Werken voor piano solo, harmonium solo en arrangementen voor een combinatie van beide, aangevuld met de Prélude, Fugue et Variation (FWV 30), origineel voor deze combinatie geconcipieerd.
  • WIE: Nicolas Callot (Piano Erard) & Bart Rodyns (Harmonium d’Art Mustel)
  • UITGAVE: Enigma Records (ER1801) – cd OF cd + plaat
  • ARTWORK: Eva Cardon (Ephameron).
  • BEELDMATERIAAL: © Christa Dyck & Kris Hellemans

Details:

Titel:

  • Kleine jongens worden groots

Blijf op de hoogte

Elke donderdag sturen we een nieuwbrief met de meest recente berichten op onze website

– advertentie –

© 2024 klassiek-Centraal.be - Alle rechten voorbehouden.