Zoek
Sluit dit zoekvak.

Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

ContrArco Consort neemt ons mee naar de vergeten wereld van de de Spaanse Renaissance. Dit doen ze door op één specifiek muzikaal genre te focussen: het villancico. Gedurende de 15e en 16e eeuw was het een van de populairste genres op het Iberische schiereiland. Aan alle hoven in Spanje en Portugal klonken deze liederen met volkse wortels.

Een villancico is inhoudelijk vergelijkbaar met een motet en muzikaal met een frottola maar maakt gebruik van een Spaanse tekst. De 15e en de 16e eeuw waren bijzonder spannend voor dit Spaanse genre aangezien het allerlei veranderingen onderging. Dit is ook te horen in de muziek van Juan del Encina (1468-1529). Hij componeerde zowel in de oude als nieuwe stijl. In de oude stijl zijn ze drie- of vierstemmig en kennen ze volkse invloeden. Zijn villancico in de nieuwe stijl zijn eenstemmige en werden gebruikelijk door vihuela de mano begeleid. Op die manier klinken ze als Spaanse frottola of luitliederen. In de uitvoering door het ContrArco Consort wordt de begeleiding door een viola-ensemble ingevuld.

De tekst van een villancico verwijst vaak naar Kerst. Daarom werden deze wereldlijke liederen soms gezongen tijdens kerstvieringen. Encina kiest echter voor andere onderwerkpen waardoor zijn villancico van de regel afwijken. Zijn gekozen poëzie is vaak over de liefde. De onbereikbare en pijnlijke liefde in Más vale trocar [track 17] doet daarmee wat denken aan een lied van een troubadours of trouvère. Maar deze gelijkenis is eerder uitzonderlijk. Fata la parte [track 06] waarin een man zijn vrouw dood omdat hij haar met een ander in bed vond, is volledig anders van stijl. Het refrein is somber en sleurend terwijl de strofes snel en bijna opgefokt zijn.

Daarnaast is dit de uitvoering waarin het volkse element door ContrArco Consort het meeste in de verf wordt gezet. Het einde klinkt bijna als een drinklied met geklap en gelach. Dit is best ironisch is er wel degelijk ook een drinklied op de cd gezongen wordt. Opnieuw leeft zanger Baltazar Zúñiga zich volledig in maar toch klinkt Hoy comamos y bevamos [track 12] braver dan Fata la parte.

Ondanks dat Encina atypische teksten koor, verwerkte Encina religieuze elementen in enkele van zijn liederen. Het cantate ¿Qu’es de ti, desconsolado? [track 09] is hier een voorbeeld van. Met deze tekst bezingt de zanger de bevrijding van de nobele stad Granada. Encina schrijft koning Ferdinands overwinning toe aan Gods plan. Er zit dus wel een greintje religie in, al is het wel nog steeds mijlen ver van een kerstlied verwijdert.

Op muzikaal vlak is deze cantate zeer vooruitstrevend. De gebruikte stijl wijkt af van die van de dominerende Franco-Vlaamse school. Encina legt de nadruk op melodische expressiviteit in combinatie met lineaire harmonie om het veroveringsverhaal volledig terug tot leven te brengen.

Deze expressiviteit weet Zúñiga als een constante op de cd steeds naar voren te brengen. Afhankelijk van de betekenis van de tekst klink de Mexicaan de ene keer speels en de andere keer dramatisch, de ene keer maakt hij gebruik van zijn normale zangstem terwijl hij op andere momenten bijna zijn spreekstem gebruikt. Zijn gezongen affecties worden smaakvol begeleid door de verschillende viola. Met de partituur als leidraad creëert ContrArco Consort een homoritmische ondersteunen met ruimte voor improvisaties. Deze cd was een zeer welkome ontdekking van wat de Spaanse renaissance te bieden heeft.



4/5

https://www.youtube.com/watch?v=C3wj1hoFV9ohttps://www.youtube.com/watch?v=J-_zHnFSIcM

© Klassiek Centraal – build & hosted door Kyzoe.be

Join Us

Subscribe Our Newsletter

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.Consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo. ex ullamcorper bibendum. Vestibulum in mattis nisl.