Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

Klassiek Centraal

GUK en GSO spelen het Requiem van Mozart en Süssmayr!

Het Requiem van Mozart en, in zekere zin, ook van zijn leerling Franz Xaver Süssmayr spreekt al eeuwenlang tot de verbeelding van menig muziekliefhebber. Hoe groot de reputatie van dit werk ook mag zijn, even groot is de onduidelijkheid over wat nu precies het aandeel van Süssmayr was en in hoeverre hij Mozarts oorspronkelijke ideeën heeft gevolgd. Eén ding is zeker: met haar emotionele geladenheid, vernuftige polyfonie, prachtige melodieën en dramatische contrasten blijft het een van de grote pijlers van het 18e-eeuwse classicisme.

Het enthousiasme moet dan ook zeer groot zijn geweest bij zowel het Gents Universitair Koor (GUK) als het Ghent Symphony Orchestra (GSO) onder leiding van dirigenten Joris Derder en Siewald Degraeve. In een concertreeks van drie opeenvolgende avonden in de Christus Koningkerk te Gent brachten zij dit magische werk in een programma waarin ook drie andere composities ten gehore werden gebracht.

Het eerste werk van de avond was het prachtige en bekende motet Abendlied, ook wel Bleib bei uns, van Josef Gabriel Rheinberger, een Liechtensteins-Beierse componist uit de 19e eeuw, die zich toelegde op liturgische muziek. Het Abendlied is een werk dat in al haar eenvoud en essentie door merg en been gaat; het werd dan ook even muisstil in de zaal na het laatste akkoord. Nadat het publiek had kunnen kennismaken met de prachtige vocale klankkleuren van het koor, was het tijd voor iets puur instrumentaals.

📷 Mirco Photo – www.mircophoto.com

“Cyparissus” is een werk voor cello solo en orkest, gecomponeerd en gedirigeerd door Siewald Degraeve. In deze meeslepende passacaglia vertolkt Wouter D’Haese de cellosolo, omhuld door de schitterende harmonieën van het GSO. Oorspronkelijk geschreven voor strijkkwintet, verklankt dit stuk de Grieks-Romeinse mythe van Cyparissus, een jonge jager die per ongeluk zijn geliefde hert doodt en vervolgens Apollo smeekt hem in eeuwige rouw te hullen. De sfeer van deze meesterlijke compositie wordt gaandeweg intenser—pathetischer, somberder en steeds dringender—naarmate de muziek haar dramatische hoogtepunt nadert. De klaagzang van de cello mondt uiteindelijk uit in een eindeloze stroom van treurnis, gesymboliseerd door de herhalende patronen van de passacaglia. Degraeve, D’Haese en het GSO leggen in deze uitvoering hun hart en ziel, wat resulteert in een vertolking van pure muzikale maturiteit en een verfijnde gevoeligheid voor de toonkunst.

Logischerwijze was het volgende werk van de avond een gezamenlijke uitvoering van het GUK en GSO. Met “When Music Sounds”, een compositie van Nicolas De Cock op tekst van Walter de la Mare, brachten zij een feestelijke en betoverende ode aan de muziek. Dit werk, gecomponeerd ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan van het GUK, draagt dan ook de eer om de officiële GUK-hymne te zijn.

En dan het moment suprême van de avond: het Requiem, in al haar glorie. Onder leiding van Joris Derder doen het orkest en koor hun intrede met het tijdloze Introitus. Dit deel, waarvan Mozart trouwens de inleiding gedeeltelijk afsnoepte van Michael Haydn, zet de toon voor de rest van het werk. De contrasten zijn uitgesproken, de rollen verdeeld, toch smelt alles samen tot één helder en harmonieus geheel, zoals we dat van de componist gewend zijn.
Daarop volgde het Kyrie, met die bijzondere dubbelfuga—een veeleisend stuk, vooral voor de stemmen in het hoge register, en dat was merkbaar. Toch bracht het GUK hier een indrukwekkende uitvoering, al mag gezegd worden dat het koor qua volume soms iets te prominent boven het orkest uitstak.
Pure dramatiek klonk in het Dies Irae, met het dreigende koper en de vurige dialogen tussen orkest en koor. Wat een machtig stuk is het toch. De andere delen van de Sequenz zijn het Tuba Mirum, Rex Tremendae, Recordare, Confutatis en het Lacrimosa. In het Tuba Mirum en Recordare kwamen de solisten Noa Vanden Broucke (sopraan), Ano Machavariani (mezzosopraan), Vahe Harutyunyan (tenor) en Alexander Van Goethem (bariton) aanbod met een uitstekend gebalanceerd samenspel.
Het meest contrasterende deel van het Requiem is ongetwijfeld het Confutatis. Wie ooit de film Amadeus (1984) heeft gezien, herinnert zich wellicht de historisch inaccurate maar aangrijpende scène waarin Salieri—Mozarts collega—op diens sterfbed de eerste maten van dit deel neerpent. Vooral de intrede van de sopranen en de alten op de tekst Voca me cum benedictis zorgt voor een kippenvelmomentje, niet anders op deze avond. Ook het Lacrimosa, een aangrijpend deel in twaalf-achtstenmaat met adembenemende harmonieën, klonk bij velen vertrouwd in de oren. Dit deel eindigt met een grootse plagale cadens en een hoopvolle Picardische terts op het slotakkoord—episch werk, episch gebracht door het GUK en GSO!

Ook in de overige delen, Domine Jesu, Hostias, Sanctus, Benedictus, Agnus Dei en Lux Aeterna schitteren de solisten, het GUK en het GSO. Het blijft uitkijken naar wat ze in hun volgende concertreeksen zullen brengen.

Hieronder kunt u een aparte opname beluisteren van S. Degraeve’s Cyparissus met Wouter D’Haese op cello ondersteund door het GSO:

 

Details:

Titel:

  • GUK en GSO spelen het Requiem van Mozart en Süssmayr!

Wie:

  • GUK (Gents Universiteir Koor) en GSO (Ghent Symphony Orchestra)

Waar:

  • Christus Koningkerk, Gent

Wanneer:

  • 8 mei 2025