De Griekse oudheid en Romeinse geschiedenis zijn uitgelezen materiaal voor opera. Laat nu uitgerekend de drie grote operahuizen van ons land met die thematiek uitpakken. De Munt presenteerde een algemeen bewonderde creatie, Cassandre van Bernard Foccroule en zowel Opera Ballet Vlaanderen als Opéra Royal de Wallonie openen met een opera seria van Wolfgang Amadeus Mozart. In het ene operahuis zijn laatste, in het andere een van de vroegere opere serie, beide opdrachtwerken van een vorst.
Het verhaal
Koning Idomeneo van Kreta belooft Neptunus dat hij – als hij gespaard blijft van schipbreuk – de eerste mens die hij bij het ontschepen ontmoet, zal offeren. Het noodlot wil dat het zijn zoon Idamante is. Idamante houdt van de Trojaanse prinses Ilia, maar Elettra wil hem voor zich winnen. Idomeneo probeert het wrede orakel te ontwijken door zijn zoon met Elettra weg te sturen. Maar er komt een nieuwe ramp over Kreta in de vorm van een zeemonster. Uiteindelijk biedt Ilia zich als offer aan. Haar onzelfzuchtige liefde stemt de goden tot mildheid. De gerechtigheid triomfeert, meteen een vast thema in Mozarts opera’s tot zijn late opera seria La Clemenza di Tito.
Rechtlijnige regie
De Opéra Royal de Wallonie presenteert een productie in regie van Jean-Louis Grinda, die van 1996 tot 2007 algemeen en artistiek directeur was van de Opéra Royal de Wallonie. Grinda kiest voor een uitgepuurde enscenering in een sober decor. Het fotografische en versluierde decor tijdens de ouverture waarbij ook La Voce al op het toneel te zien is, verraden dat Grinda aandacht heeft voor het bovennatuurlijke in het verhaal en de interferentie ervan met de persoonlijke emoties van de personages. De ontmoeting tussen vader en zoon aan het begin van de opera is ontroerend: de focus op de spanning tussen vader en zoon is gelegd en Grinda bouwt de hele voorstelling van scène tot scène op de evolutie van de relaties tussen de vier hoofdpersonages. Duidelijk en rechtlijnig.
De zee als centraal element
Het decor is opgebouwd uit grote witte vlakken. De personages bewegen zich daartussen. De achtergrond wordt gevormd door een scènebreed licht gebogen videobeeld van de zee. Behalve esthetisch mooi, speelt het ook inhoudelijk een rol: soms rustig golvend, dan weer wild, nu eens in zacht-lichte tinten, dan beangstigend grijs. De zee deint als het ware mee op de nu eens lyrische (en liefdevolle) passages tussen Idomeneo en Ilia, dan op de angst of dreiging van het lot, of de passie en furie van Elettra. Als laatste laag van het decor zijn er vierkante vlakken, waarin een oog tussen de vlakken prangt: het lot blijft toezien, het orakel is dreigend. In het laatste bedrijf is een gehavend gezicht te zien: Idomeneo is uiteindelijk de geofferde. De goden wijken voor menselijke tragiek, maar pas als de liefde tussen Idamante en Ilia gezegevierd heeft. Het decor is effectief in de voorstelling betrokken en helpt de verstrengeling duidelijk te maken tussen de spectaculaire elementen in het verhaal en persoonlijke gevoelens. Werkt deze geometrische opstelling van het decor goed bij de confrontaties tussen individuele karakters, dan zit het toch wat in de weg voor het koor, dat zijn passages evenwel indrukwekkend zong. Ook de fantasiefiguren met bizarre koppen en rieken zijn wel wat vergezocht als het monsterlijke. En met de nogal lijfelijke uitbeelding van het offer op het einde vergaloppeert Grinda zich duidelijk richting het ridicule. Jammer.
Muzikale karakterisering
Mozart kon voor de creatie van deze opera beschikken over het uitstekende orkest van Mannheim. Het bood hem de mogelijkheid voor een tot dan toe in zijn werk ongehoorde instrumentale rijkdom. Denken we maar aan de gedempte strijkers en de delicate houtblazers in de emotionele aria van Ilia Se il padre perdei in het tweede bedrijf of de evocatieve instrumentatie van de letterlijk stormachtige aria van Idomeneo Fuor del mar. Fabio Biondi kon hier als violist en oprichter van het ensemble Europa Galante bewijzen dat hij een meester is het dirigeren van deze delicate Mozartpartituur. Hij stuurde het orkest van de Opéra Royal de Wallonie vanaf de stormachtige ouverture flexibel doorheen de wisselende passages al hadden we bij de strijkers soms een iets meer fluwelige klank gewenst.
De zangers leefden zich totaal in hun personage in en waren uitstekend gekozen. De eerste aria van Maria Grazia Schiavo (Ilia) Padre, germani, addio had een wat scherpe klank maar in de scène met Idamante in het tweede bedrijf (met de hoger genoemde aria) en zeker in de prachtige aria Zeffiretti lusinghieri zong ze met kwetsbare licht lyrische sopraan. Annalisa Stroppa was een overtuigende Idamante, een krachtige en expressieve mezzo met zeer wendbare stem. Idomeneo werd met gevoel en met fluwelige stem vertolkt door tenor Ian Koziara. Arbace was een uitstekende Riccardo della Sciucca en de (vijfde) laureaat van de recente Koningin Elisabethwedstrijd, Inho Jeong kon terecht op luid applaus rekenen voor zijn korte optreden als La Voce. De hoogste toppen haalde evenwel Nino Machaidze als Elettra. Ze bewees dat ze een fantastische zangeres is, met door merg en been gaand timbre, stralende hoogte, grenzeloze adembeheersing, mateloze virtuositeit en bovendien een persoonlijkheid om passie en haat uit te drukken zonder enige reserve. Ze palmde van bij haar eerste verschijning in felrode jurk Tutte nel cor vi sento de zaal compleet in en kreeg op het einde uiteraard terecht een oorverdovend applaus. De ensemblestukken die Mozart voor deze opera schreef, hadden dank zij deze goede vertolkers een mooie homogene samenklank.
Een voorstelling die de nuances van droefheid, wanhoop, liefde en jaloezie in Mozarts opera in regie, zang en orkest mooi tot zijn recht bracht.
WAT: Wolfgang Amadeus Mozart, Idomeneo
WIE: Fabio Biondi, dirigent; Jean-Louis Grinda, regisseur
Met : Ian Koziara, Maria Grazia Schiavo, Annalisa Stroppa, Nino Machaidze, Riccardo della Sciucca, Inho Jeong
WAAR: Opéra Royal de Wallonie – Liège
WANNEER : zondag 24-9-2023
Nog te zien 26 en 28 september