Al op Palmzondag naar een muzikaal Passieverhaal gaan luisteren? Jawel, je kon het horen bij AMUZ in Antwerpen, première in ons land mét Il Gardellino en niet dat van Mattheus of Johannes. Het ging om een Passionsoratorium, een reconstructie van partituren die lange tijd in de coulissen van het verzamelwerk van Johann Sebastian Bach, in de “Anhang” van de “BWV” ofte Bach Werke Verzeichnis zijn blijven hangen.

Alexander Grychtolik
Musicologen en muzikanten vragen zich nog altijd af of het gaat om stukken die Bach onafgewerkt liet liggen of enkel aan hem zijn toegeschreven. Eén van hen is muziekwetenschapper en klavecinist Alexander Grychtolik. Hij vond en onderzocht in een bundel van Bach librettist en poëet Picander teksten voor een “Passionsoratorium”. Het is bekend dat Bach in 1725 werkte aan een passieverhaal voor Goede Vrijdag maar het blijft onduidelijk of hij het ook voltooide. Op basis van al die tekstuele en muzikale gegevens reconstrueerde Grychtolik dit oratorium. Zelf noemt hij het een “artistiek experiment”. Met een toespeling op Bachs liefde voor de getallensymboliek bestaat dit verhaal uit 33 delen, het Christus getal van zijn leeftijd.
Vanaf die eerste noot zit je in dat passie idioom van Bach. Met de woorden van het koraal is dat als volgt:”O mens, beween je zonden waarvan Christus je zal verlossen”. Geplukt uit die bundel van Bachs tekstschrijver Picander en hier allemaal knap en poëtisch vertaald in het programmaboekje. Nadien volgt als recitatief een eerste stukje evangelieverhaal en een aria met tenor/evangelist Hans-Jörg Mammel. Bij veel van die aria’s in deze passie reconstructie hoort een dialoog met één of meerdere een instrumenten, telkens ondersteund door een langoureuze basso continuo.
Prachtig bijvoorbeeld is de zeer melodieuze Petrus aria met bas Jonathan Sell, in duo met dwarsfluit en hobo. Eerst samen vereend en naast mekaar Jan De Winne en Marcel Ponseele, stichters van het barokorkest Il Gardellino“. Die eerste keer is de melodische lijn meer klagend, de tweede keer was het een toon hoger op een obo d’amore en moest bozer klinken. Het probleem is, als je die aria twee keer moet spelen is dat fysiek niet te doen en gaf ik die tweede keer aan mijn collega” zegt Ponseele. Het was een hoogtepunt in deze passie. Maar dat was ook zo bij al die aria’s met altus William Shelton, bariton Tiemo Wang, sopraan Maria Jana Pieters telkens in dialoog met de violiste, met de blokfluiten, fagot, hobo’s…
Hoe is die samenwerking tot stand gekomen? Jan De Winne: “Het was Alexander Grychtolik die ons uitnodigde om eens naar zijn reconstructie te komen luisteren en hij belde ons later op en zei dat hij zijn project graag met Il Gardellino wou doen. We hebben ja gezegd en zijn er nu al lang mee bezig. Hij heeft dat project afgewerkt in de covid-periode en in 2023 was de creatie in Frankfurt. Er is natuurlijk wel discussie over zo’n reconstructie maar elk Bachfestival wil dat ondertussen nu wel eens horen…”. Marcel Ponseele voegt er grappend aan toe: “Dat zou mijn eerste vraag zijn als ik Bach zie: klopt dat nu wel?”.
Als dit Passionsoratorium eindigt met de wondermooie koorpartij “Wir setzen uns bei deinem Grabe nieder” kan je alleen maar denken: “die reconstructie is écht Bach”. Heerlijk, als je die term kan gebruiken bij een passieverhaal. Het klinkt even indrukwekkend en ontroerend als de voltooide passies van Johann Sebastian Bach.
Nog te beluisteren op KLARA, ingeleid door Nicole Van Opstal, nu Goede Vrijdag 18 april in het programma Klara Classic om 20 uur en later ook op VRT MAX.