Een Duits-Bulgaarse Belg, een Russisch-Koerdische Zweedse en een geniale Georgiër.
Belofte Becker
Raphael Becker, jonge Vlaamse pianist met Duitse en Bulgaarse roots, speelde op 18 oktober een recital in de AMUZ concertkerk in hartje Antwerpen. Als kind van musici groeide hij op met klassieke muziek, als slagwerker en als pianist.
Ik volg de man al jaren en hoor welke progressie hij heeft gemaakt, gevormd en gekneed door zijn leermeester Sergei Edelmann aan het Antwerpse conservatorium. Hij vertolkt Beethovens Appasionata-sonate en de eerste Rapsodie van Brahms met de ernst en de degelijkheid van zijn Duitse vader, cellist Hans-Ludwig Becker. Liszt en Bartók speelt hij dan weer met de Balkanflair van zijn moeder, de pianiste Elisaveta Vassileva. Hij wordt de laatste jaren trouwens begeleid door de Bulgaarse Plamena Mangova.
Op het podium staat geen gewone vleugel. Het is de rechtsnarige piano, waarbij de snaren niet gekruisd maar recht naast elkaar lopen. Dat geeft een zachtere, helderder klank zonder het panache van een concertvleugel. Het is oorspronkelijk gebouwd door Chris Maene voor maestro Daniel Barenboim en wordt sinds een tiental jaar in Ruiselede gebouwd voor gegadigden in de hele wereld. Becker haalt zowel de meest subtiele als een brullende klank uit de vleugel. Wat een klankrijkdom! Hopelijk horen we in de toekomst meer van deze beloftevolle jonge pianist.
Gigant Gigashvili
Aan de pas vierentwintigjarige Georgische pianist Georgi Gigashvili zijn eigenlijk niet veel woorden te besteden. Iedere melomaan moet naar deze sublieme pianist luisteren. Ik kan superlatieven uit de kast halen: meesterlijk, fenomenaal, pianogigant, maar in plaats daarvan moet je je oren gewoon overgeven aan deze tovenaar van het klavier. Op 27 november speelde hij een recital in de Gentse Miryzaal. Scarlatti als amuse-gueule, daarna de eerste sonate van Schumann, na de pauze een “postlude” van de Georgische componist Bardanashvili en tot slot haalt hij het grote geschut boven met de zevende sonate van Prokofiev.
Na een tweede prijs op het Arthur Rubinstein-concours in Tel-Aviv in 2023, waar hij ook de publieksprijs won, is hij New Generaton Artist 2023-2025 van de BBC, was dit jaar fellow bij het Beethovenfest Bonn en nog veel en veel meer. Het typeert hem dat hij bij elke wedstrijd waaraan hij heeft deelgenomen, hij telkens de publieksprijs wint. Al in april 2019, amper achttien, kwam hij in het vizier van Nelson Freire en Martha Argerich. Sindsdien is hij protégé van Argerich, en dat wil wat zeggen in de pianowereld.
Zijn mimiek gaat mee met de muziek. Na de vrolijke Scarlatti bukt hij en kruipt hij bijna weg onder de piano nog voor hij aan de sonate van Schumann begint. Hij speelt de sonate als een geniale geesteszieke, die Schumann was. Na de pauze buldert en hamert hij erop los in Prokofievs zevende sonate. Oorlog op de piano, nooit heb ik iemand zo’n overweldigende klank uit een vleugel weten halen. Alsof we in de staalfabrieken van Mariupol zitten…
Na een minutenlang applaus komt hij terug voor een bis. Geen kort stuk zoals gebruikelijke bisnummers, neen, hij speelt de hele vierde ballade van Chopin, ruim tien minuten lang. Wat een belevenis, dit vergeet ik nooit!
“Het moet een onhandige jongen zijn”, merkt mijn collega op met wie ik naar het concert ben gegaan. “Hoe weet jij dat nu”, sla ik haar opmerking af. Thuis na het concert zoek ik Gigashvili op YouTube. Ik vind een lang interview met hem. Lang, mede omdat hij traag spreekt en stottert. Onhandig gestotter…, mijn collega had gelijk. Hoe komt het dat vrouwen die dingen toch altijd sneller opmerken dan mannen ?
Sonnambula Suran
Als prille dertiger is de Zweedse pianiste Lana Suran de oudste van de drie. Als één van de toonaangevende Scandinavische pianisten heeft ze al veel internationale ervaring en werd in de muziekpers geprezen om haar spel. Alhoewel, “Scandinavisch” kan enigszins misleidend zijn. Als kind van een Koerdische vader en een Russische moeder heeft ze het Russische repertoire wellicht met de moedermelk meegekregen. Vanavond staat Rachmaninov op het programma, zijn bewerking van het salonstuk Liebesleid van Fritz Kreisler en het vroege werk Moments Musicaux, dat minder vaak wordt gespeeld dan zijn ander solowerk. Daarnaast ook de vierde ballade van Chopin en beginnen doet ze zoals vele pianorecitals met vier sonates van Domenico Scarlatti. Vier contrasterende sonates, waarmee ze meteen ook haar kleurenpalet etaleert.
Lana Suran is een pianiste die haar tijd neemt. Zo duurt het een lange minuut vooraleer ze de eerste noot aanzet. Bij de stemmingswisseling op het einde van de vierde ballade van Chopin neemt ze ook bijzonder veel pauze. Dat brengt rust en concentratie, zowel voor het publiek als voor haarzelf. Ze speelt stevig, oerdegelijk maar zonder de schwung van Gigashvili. Soms mist het tempo en de dynamiek wat vaart. Ze speelt soms wat zwaar op de hand. Heel af en toe klinken er enkele subtiele vederlichte akkoorden, maar toch.
Lana Suran heeft niet de mimiek van een showtype. Enkel op het einde, wanneer ze het applaudisserende publiek nog een keer komt groeten, verschijnt een zweem van een glimlach op haar gezicht. Tijdens het hele recital bleef ze aan het klavier zitten zonder even van het podium te gaan. In tegenstelling tot Gigashvili valt weinig enthousiasme te bespeuren in haar doen en laten. Dat kan natuurlijk een indruk zijn. Ze kan een moeilijke dag hebben. Ondanks het ritmische handgeklap verlaat ze op het einde het podium zonder bis. Wellicht was ze ontgoocheld met slechts een vijftigtal luisteraars. Niet meer dan er voor Gigashvili waren. Hallo Miry, waarom worden deze schitterende recitals niet beter gepromoot ?
Soms kan je een pianist aanvoelen nog voor hij de eerste noot speelt. “Hij komt op als een winnaar”, zei Katelijne Boon nog voor Lukáš Vondráček zijn recital begon tijdens de halve finale van de Elisabethwedstrijd in 2016. Profetische woorden, want hij won. Voor ze voorzichtig opkwam gluurde Lana Suran even de zaal in, wellicht om te zien hoeveel, of eerder hoe weinig publiek er was. Lana Suran kwam niet op als een winnares, maar eerder dromerig, aarzelend, bijna slaapwandelend. Ze kwam op als … la Sonnambula.