Er wordt wel eens gezegd dat strijkkwartet de moeilijkste vorm van kamermuziek is. De twee violisten, altviool en cello moeten een harmonisch geheel vormen, de individuele strijkers moeten perfect op elkaar zijn ingespeeld. Grote strijkkwartetten uit de twintigste eeuw hadden elk hun eigen sound. Amadeus quartet, Alban Berg Quartet, Guarneri Quartet, het Hongaarse Takácskwartet, het Quartetto Italiano of het Quatuor Mosaïques, elk had een eigen imago en klank. Soms bestaat een kwartet decennia lang onder dezelfde naam maar wisselen de musici. Soms blijven het de oorspronkelijke musici die hun hele leven in hetzelfde kwartet spelen.
Stempel gedrukt
In 1976 besloten de jonge violisten Eugene Drucker en Philip Setzer in New York op zoek te gaan naar een cellist en altviool. Ze vonden snel hun kwartetmaten David Finckel (cello) en Lawrence Dutton (altviool). Ze noemden hun strijkkwartet naar Ralph Waldo Emerson, één van de belangrijkste Amerikaanse dichters en denkers van de negentiende eeuw. De twee violisten wisselden elkaar van in het begin af als eerste en tweede viool, dat was ongezien en komt ook vandaag niet vaak voor. Eigenlijk wilden ze beiden de middenstem van de tweede viool spelen, dus was afwisselend de eerste spelen voor beiden eigenlijk tweede keuze…
Drucker en Setzer waren beiden leerlingen van de legendarische Oscar Schumsky en waren in 1976 trouwens allebei finalist van de Elisabethwedstrijd. In meer dan veertig jaar hebben ze een wereldfaam opgebouwd. Bekroond met negen grammy’s en vele andere prijzen golden ze als de excellentie in de wereld van het strijkkwartet. Na 47 jaar kwartetspel gaven ze op 22 oktober 2023 het laatste concert in het Lincoln center in New York. Drucker en Setzer hebben met het Emerson Quartet hun stempel gezet op een halve eeuw geschiedenis van het kwartetspel.
Luna De Mol en het Fibonacci kwartet
Ikzelf heb het Emerson altijd als een soort ideaal beschouwd, wanneer ik een strijkkwartet beluister. Ook in Vlaanderen duiken er jonge nieuwe kwartetten op. Violiste Luna De Mol is een jong supertalent die samen met drie jonge strijkers het Fibonacci Quartet heeft opgericht. Samen vormt ze met een Tsjech, een Welshman en een Schot het kwartet en studeren ze aan de Escuela Superior de Musica Reina Sofia in Madrid bij Guenter Pichler, voormalig violist van het Alban Berg Kwartet. Daarnaast worden ze ook door Marc Danel van het Danelkwartet gecoacht. Ze kaapten al verschillende prestigieuze prijzen weg. Alhoewel het nog studenten zijn, worden ze beschouwd als een van Europa’s toonaangevende jonge strijkkwartetten.
Waarom Fibonacci ? Wie kent de cijferreeks van Fibonacci ? De rij van Fibonacci (de gulden snede), is een perfect voorbeeld van de relatie tussen wiskunde en kunst in zowel natuurlijke als door de mens ontwikkelde fenomenen. Ook de vorm van de viool is erop gebaseerd. Dit genie staat naast Leonardo Da Vinci en Michelangelo. Voor een mislukte wiskundige als ikzelf vind ik de naam van dit kwartet bijzonder inventief.
Der Sturm und das Mädchen
Op het concert van Arte Amanti op 18 februari in de Sint-Jacobskerk in Kemzeke spelen ze het vierde kwartet van Béla Bartók en “der Tod und das Mädchen” van Schubert. Bartóks vierde kwartet is een monster, het is alsof er een heidense storm door de kerk waait, een wervelwind van onbehouwen brokken geniale muzikale frasen, geïnspireerd op oude Hongaarse volksmelodieën. Eerste violist Kryštof Kohout heeft zijn wortels ook in Midden-Europa en dat horen we. Hij speelt zijn ziel uit zijn lijf. Na dit kwartet laten ze het publiek stomverbaasd achter. Nog studenten, maar wat een verbluffende, meesterlijke vertolking. Wat een expressie! Wat een lef, want een kwartet van Bartók is altijd een grote uitdaging, vooral qua ritmiek en polyritmiek!
Na een korte pauze komen ze opnieuw op voor Schubert “der Tod und das Mädchen”. En wat zien we, niet meer de Tsjech, maar Mädchen Luna De Mol speelt nu de eerste viool. Ze alterneren, net als het Emerson Quartet! Dit veertiende kwartet van Schubert is van het moeilijkste en meest delicate ooit voor strijkkwartet gecomponeerd. Als Luna dit maar overleeft, denk ik. Een andere eerste viool geeft ook een andere klankkleur en profiel aan het kwartet. Luna en haar maten brengen het er schitterend van af. Superlatieven te weinig. Volmaakt zoals bij het Emerson was het niet, maar de gloed, het enthousiasme en de dynamiek waren verbluffend. Een concert waarbij je weggeblazen wordt. Een concert waar een mens gelukkig van wordt.
Desguin kwartet
De dag erna speelt een ander jong en veelbelovend kwartet in de Gentse Miryzaal. Het Desguin kwartet werd in 2017 aan het Antwerpse conservatorium opgericht, vandaar de naam. Ook zij werden gecoacht door het Alban Berg en het Danel kwartet. Op het programma staat Haydn op.20 nr.4, het Amerikaanse kwartet van Dvořak en een werk van Arian Sadrayi, een componist die levend en wel in de zaal zit.
Dit Haydnkwartet heeft niet het spittante en pittige van zijn latere kwartetten, het is meer melodieus, rustiger, muziek om te overpeinzen. Heel degelijk kwartetspel van het Desguin. Hier geen alternerende violisten, zoals bij Emerson of Fibonacci. Maar door zijn dynamiek en mimiek speelt tweede viool Ludovic Bataille zich nog meer in de kijker dan de eerste violist. Hij leidt ook de werken in met een vlotte babbel. Ook de componist komt zelf even op het podium om zijn werk “… and the last is being eaten by the ants” toe te lichten. In dit statische, serene werk komt het Desguinkwartet het best uit de verf. Het alombekende Amerikaanse kwartet van Dvořak mist dan weer wat vuur en avontuur. Zeker na de ervaring gisteren met het Fibonacci. Anderzijds heb ik geen enkele onzuiverheid qua intonatie gehoord bij deze geroutineerde musici. Zoals Beethoven al zei valt een onzuivere noot in het niet bij een overtuigende uitvoering. Daarom ben ik meer gecharmeerd en overtuigd door het Fibonacci in mijn kwartettweedaagse.