Je kent wellicht de zomerse middagconcerten in het Brussels Conservatorium en de Zavelkerk van het Festival Midis Minimes. Maar op nog geen boogscheut daar vandaan is er óók, van dinsdag tot vrijdag een middagconcert, een heel interessant en misschien minder bekend zomerfestival: het Musicorum Festival. Die concerten gaan door in een zaal met ingang aan het plechtstatige Paleis van Karel van Lotharingen op het Museumplein, in het hypermoderne “Auditorium 490 Philippe Roberts-Jones” van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Met zijn 360 zitplaatsen zat dat op die warme augustusmiddag behoorlijk vol. Ze kwamen luisteren naar een duo met een ongewone bezetting. Dat waren Bernard Woltèche, cellist en op fagot en blokfluit, Jérémie Papasergio. Allebei professionele muzikanten en docenten. En het kleine ensemble van die twee vrienden draagt de naam “Les Amis de Clematis”
Het zijn meer dan volwaardige baroksolisten. En dat was te merken aan hun programma. De opening was voor een sonate voor twee basinstrumenten van Joseph Bodin de Boismortier, en dat waren hier fagot en cello. Bodin de Boismortier was een populaire en uiterst productieve Franse barokcomponist die zonder sponsors rijkelijk kon leven van zijn werk. De twee muzikanten speelden vlot en vrolijk met afwisselend de cello en de fagot aan het woord. Luisterend naar dat heerlijke gesprek denk ik bijna automatisch: hoe swingend kan barokmuziek toch klinken. Nadien hoorden we twee opwekkende en bekend in de oren klinkend werkstukjes, want gebaseerd op wijsjes van tijdgenoot Jean-Philippe Rameau, “Les gentils airs Tambourine et Les Sauvages” in een versie voor onze twee instrumentalisten. Helemaal virtuoos volgde dan die populaire “Folia”, ditmaal deze die Arcangelo Corelli schreef op 1 januari 1700. Het is een thema waarvan niemand eigenlijk nog weet vanwaar die melodie komt. De fagot werd hier gewisseld voor de blokfluit. Wat een beheersing van dit prachtige instrument, met telkens die prachtige tweespraak met de cello. Verstilling kwam er toen cellist Bernard Woltèche een paar deeltjes bracht uit de Suite nr. 3 van Johann Sebastian Bach. En als slot kwam er één van de weinige sonates die expliciet geschreven zijn voor die twee instrumenten samen. Het komt van Mozart die het maakte toen hij 19 was. Een leuk, jong en humoristische compositie. Zeer geslaagd optreden van een minder bekend ensemble op een minder bekend Brussels middagfestival, op een minder bekende plek. Een aanrader om eens uit te proberen. Het is bovendien gratis toegankelijk, je betaalt wel 5 € voor een programma en je mag ook een gift doen.
Dit wil ik ook nog meegeven. In het najaar zal cellist en docent Bernard Woltèche met zijn ensemble van het Collegium Musicum een uitvoering brengen van Purcells Dido en Aeneas in het Brussels Conservatorium. De regie is in handen van Sigrid T’Hooft, dé specialiste van authentieke uitvoeringen die eigen waren aan de tijd van hun ontstaan. Ondergewaardeerd in eigen land, maar internationaal geroemd. Nog een aanrader.