Onder het Koningsplein, in de overblijfselen van het voormalige Coudenbergpaleis te Brussel vond afgelopen zondag het laatste concert van de reeks ‘Coudenberg Sound Box Fest’ plaats. Afgelopen maand kon er wekelijks genoten worden van duoconcerten onder de grond in het thema van consortmuziek.
Na de afdaling via de trappen voelde je als bezoeker direct de onheilspellende sfeer van de donkere ondergrondse gangen. Er was een een klein podium opgesteld en er waren stoeltjes klaargezet in de oude ‘Isabellastraat’. Tezamen met bijpassende verlichting bevond het publiek zich toch in een knusse setting tussen de ruïnes van het vroegere paleis.
Artistiek directeur Matteo Gemolo heette het publiek welkom en gaf enthousiast uitleg over het festivalthema consortmuziek. Een term die voor het eerst gebruikt werd in het 16de en 17de eeuwse Engeland, om een instrumentaal ensemble aan te duiden. Ofwel samengesteld uit dezelfde instrumentfamilie (whole consort) of uit verschillende families (broken consort).
Voor deze avond had Gemolo het Ictus duo en het Della Donne Consort geselecteerd. Het Ictus duo combineerde viola da gamba en cello, een tegenstrijdigheid van oud en nieuw, waarmee zij barokke en hedendaagse invloeden vermengden. Ook blokfluitensemble Della Donne Consort ging op zoek naar innovatieve benaderingen van oude muziektradities, door hedendaagse interpretaties van thema’s uit de oude muziek.
Het Ictus duo startte, met Eva Reiter op viola da gamba en Geert de Bièvre op cello. Hun programma was vormgegeven rondom werken van Monsieur de Sainte Colombe. Hij was één van de meest begaafde viola da gamba spelers en wordt onder andere genoemd als degene die een zevende snaar aan het instrument toevoegde, waardoor de toonomvang vergrootte. Om zijn composities heen voerde het Ictus duo hedendaagse composities uit en eigen werk, waarvan de moderne klanken bijpassend om de 16de eeuwse werken heen vloeiden.
De omstandigheden onder de grond waren een uitdaging, door de koude en vochtige omgeving waren de musici gedwongen regelmatig bij te stemmen. Het eigen werk van Eva Reiter, was met momenten heel fragiel, met vegende, tikkende en piepende geluiden. Dit vloeide organisch over in de werken van Monsieur de Sainte Colombe. Zelf raakte ik de weg kwijt in de volgorde van het programma en was behoorlijk in de war of we nu naar 16de eeuwse muziek of hedendaagse composities aan het luisteren waren. Dat was misschien ook wel de bedoeling. De achtergrond geluiden van de stad Brussel, zoals de denderende metro of een voorbij rijdende ambulance, paste zich in de muziek. Waarbij je als luisteraar pas wat later besefte, ‘o wacht, dit zijn geluiden van buitenaf’.
Het Delle Donne Consort presenteerde een programma met muziek uit het 16de eeuwse Napolitaanse villanella genre. Een destijds populair genre, met eenvoudige, makkelijk te begrijpen teksten over pastorale thema’s. De van origine vocale muziek werd door het Della Donne Consort bewerkt voor blokfluitensemble. Met werken van Adriaan Willaert, Cipriano de Rore en Orlando di Lasso vertelden de blokfluitisten het verhaal over een ‘toxische polyfonische liefdestragedie’ tussen twee personen. Alle thema’s kwamen voorbij, van aantrekkingskracht tot zware afwijzing, en de verscheidene emoties die daarbij komen kijken.
Het ensemble had een prachtige podiumprésence, het enthousiasme spatte er vanaf. Ook was het mooi te zien hoe de blokfluitisten op elkaar waren ingespeeld. In hun samenspel hadden ze regelmatig oogcontact of zochten ze contact door middel van lichaamsbewegingen of hoofdgebaren. Ook zetten ze de muzikale thema’s kracht bij door kleine theatrale elementen toe te voegen aan hun performance. Hiermee trokken ze het publiek mee in het verhaal en stalen ze werkelijk de show.
Beide ensembles gaven een korte introductie vooraf aan hun optreden. Wat extra achtergrondinformatie over de instrumenten en de geselecteerde werken tussendoor zou interessant zijn. Als leuke bijkomstigheid was er de mogelijkheid om tijdens de pauze, onder het genot van een warm drankje, het ondergrondse paleis te ontdekken. Al met al een indrukwekkende avond, waarin het publiek werd meegetrokken in de 16de eeuwse sferen met een moderne twist!