In theater- en concertmiddens een programma vastleggen én de vertolkers is langetermijnplanning, een jaar of meer zelfs. Voor ruim negentig procent vallen alle schakeltjes in elkaar. Maar soms gebeuren er onverwachte zaken en moet er snel geschakeld worden. Voor ‘Ciao, bella Italia’ stond naast gastvrouw Lissa Meyvis de Italiaanse sopraan en fluitiste Elisa Soster aangekondigd en achter de piano Lester Van Loock. Noch de een, noch de ander kon acte de présence geven.
Lissa Meyvis zong vorig jaar bij Opera Ballet Vlaanderen de rol van Jano in de opera Jenůfa van Leoš Janáček in een regie van Robert Carson. Daar liep ze hoogstwaarschijnlijk de fenomenale bariton Alberto Martines en pianist Mario Maiguel tegen het lijf. Het werd een aangename en overrompelende kennismaking. Beide heren werden door het publiek in de armen gesloten. Het werd een internationaal onderonsje Alberto Martines met Spaanse roots en Mario Maiguel met Columbiaanse. Het heerlijk lenteweertje deed de mensen opfleuren maar ook in het theatercafé van het Fakkeltheater brachten deze onverwachte gasten met hun zuiders temperament warmte en positieve vibes. Er werd niet uitsluitend voor Italiaanse muziek gekozen. De setlist werd wat ruimer opengetrokken. Een veeleisend repertoire maar ze gingen er met souplesse en vakmanschap doorheen. Zingen en zingen is twee. Het kan puur technisch maar laat iedereen vrij onberoerd. Het kan ook met techniek én inleving en daar bereikten deze drie musici het publiek mee en zorgden voor ontroering en euforie.
Met ‘Cinque, dieci, venti’ uit le Nozze di Figaro werd dit liederenrecital geopend.
Meteen in het begin van het eerste bedrijf van de opera is Figaro de kamer aan het opmeten waar hij met zijn lief, het dienstertje Suzanna, na hun huwelijk, gaat wonen. Samen met haar zingt hij het prachtige duet rond het resultaat van zijn opmetingen: ‘Cinque, dieci, venti’. De vertolkers voegen er nog wat ludieke elementen aan toe en de speelse toon is meteen gezet.
‘Come paride vezzoso’ uit L’elisir d’amore van Geatano Donizetti
Bariton Alberto Martinez aan zet. Wat een prachtige, flexibele stem en stage performance heeft deze man. Op een attente manier maakt hij Adina het hof. Bewegend met een sierlijkheid en de fierheid van een don.
‘In uomini in soldati’ In deze aria uit de opera buffa van Wolfgang Amadeus Mozart laat Lissa Meyvis haar breed palet aan stemkleuren horen en vertolkt ze met haar sprankelende ogen de slinkse wijsheden in Desperina’s aria.
Dan volgt een instrumentaal werk ‘Passione’ van Ernesto Tagliaferri door Mario Maiguel. Hij is co-rerepetitor bij Opera Ballet Vlaanderen. Hij speelt een Napolitaans lied. Een pianist met een sterke en forse aanslag. De melodie werd gecomponeerd door Ernesto Tagliaferri.
Uit het Italian Songboek komt het duet ‘Caro mio ben’ van Tommaso Giordani. Het is een van de bekendste van de ‘Arie antiche’ (oude aria’s) uit de achttiende eeuw. De vertolkers putten alle mogelijkheden uit.
Omdat het zaterdag 8 maart internationale Vrouwendag was werden enkele sterke vrouwenrollen uit de operaliteratuur belicht: heroïsche en hartstochtelijke vrouwen. Vrouwelijke solidariteit en kracht in deze moeilijke tijden. Lissa Meyvis vertolkt ‘Quando me’n vo’ uit de opera La Bohème van Giacomo Puccini. De pianobegeleiding zorgt met raffinement voor een sfeervolle omkadering die de emoties aanscherpt.
Na de pauze steelt Alberto Martinez de show met de wereldberoemde cavatina ‘Largo al Factotum’ uit de Barbier van Sevilla van Gioachino Rossini. Hij klimt op tafels. Zorgt voor zout en peper met zijn speelse inleving. Een vuurbal die door de ruimte schiet. Hij bespeelt de ruimte én het publiek met spelplezier en swung.
Lissa Meyvis speelt dan weer de ingenu in ‘Je suis encore tout étourdie’ uit de opera Manon van Jules Massenet, een van de grote sopraanpartijen die Manon zijn toebedeeld. Het zestienjarige meisje Manon wordt naar een klooster gestuurd omdat de familie zich zorgen maakt over de pleziertjes van het meisje. Op weg naar het klooster weet ze echter te ontsnappen en slaat op de vlucht met haar minnaar.
Het tweetal brengt vervolgens uit Don Gioavanni van Mozart drie liederen: ‘Deh vieni alla finestra, ‘La ci darem la mano’ en ‘Vedrai Carino’, waaronder het mooie verleidingsduet. Bariton Alberto Martinez kan in het laatste lied al zijn troeven bovenhalen met een mooie aanvulling op zijn dwarsfluit.
Daarmee start hij ook de prachtige klassieker uit zijn vaderland Spanje ‘Malageunia Salerosa’ van Pedro Galindo Galarza. Met dit prachtige lied waarmee een man aan een vrouw zegt hoe mooi ze is en hoe graag hij haar man zou willen zijn, maar dat hij begrijpt dat ze hem afwijst omdat hij arm is, pakt hij het publiek compleet in. De lang aangehouden klanken met kopstem zijn dan ook indrukwekkend en beroeren.
Pianist Mario Maiguel is dan weer aan de beurt met de pittige ‘Mazurka de las sombrillas’ van Federico Moreno Torroba.
‘Lissa Meyvis brengt het ingetogen ‘Alfonsina y el mar’ van de betreurde Mercedes Sosa. Het lied geschreven door Félix Luna en Ariel Ramirez is gebaseerd op de zelfmoord van de feministische dichteres Alfonsina Storni en werd wereldwijd populair door de versie die Mercedes Sosa in 1969 vertolkte op het album Mujeres Argentinas.
Alberto Martinez zorgt weer voor een hoogtepunt met de vertolking van de Spaanse klassieker ‘Granada’ gecomponeerd door de Mexicaanse componist Agustin Lara, die later naar Spanje verkaste. Spaans temperament en attitude en zijn fantastische stem zorgen voor kippenvelmomenten
Als point finale brengen Lissa Meyvis en Alberto Martinez nog het mooie ‘What a Wonderfull World’ dat door trompettist en zanger Louis Armstrong, met zijn gegroefde stemgeluid, wereldberoemd werd.
Het publiek was aangenaam verrast en laaiend enthousiast met de nieuw geïntroduceerde charmante en talentrijke artiesten. Dat smaakt zeker naar meer…