De muziek van Caroline Ridderstolpe bleef bijna 200 jaar vrijwel onbekend totdat Anna Paradiso deze herontdekte als onderdeel van haar onderzoek naar 19e-eeuwse Zweedse salonmuziek. Ridderstolpe werd geboren in Berlijn en kreeg een uitgebreide muzikale opleiding met zang, instrumentaal spel en compositie. Na haar huwelijk met een lid van de Zweedse aristocratie vestigde ze zich in Zweden, bezocht de salons van het koninklijk hof en ging om met de beste musici, schrijvers en schilders van haar tijd.
Ridderstolpe componeerde voornamelijk liederen en stukken voor piano solo, die behoren tot het genre van de salonmuziek, die geenszins middelmatig is, zoals soms wordt beweerd, maar eerder een grotere nabijheid tot de luisteraar mogelijk maakt. Ridderstorpe’s liederen zijn vaak gebaseerd op gedichten van Zweedse schrijvers en zijn een perfecte combinatie van tekst en muziek. Volgens Anna Paradiso heeft de muziek van Caroline Ridderstolpe een soort droefheid en diepte die als “modern” kan worden omschreven en doet denken aan de liederen van Beethoven, Schubert en de Schumanns.