“Zoals de waardige en vaardige schilder alle dingen die in de natuur zijn geschapen imiteert door de variatie van kleuren, zo kan men ook de expressie van de menselijke stem imiteren op een blaas- of strijkinstrument”. Dit concept, dat al in 1535 werd uitgelegd door Silvestro Ganassi in zijn opera intitulata La Fontegara, inspireerde Concerto Scirocco om de grootst mogelijke expressie te zoeken in de interpretatie van instrumentale muziek uit de 16e en 17e eeuw. Hand in hand met de ontwikkeling van het instrumentale repertoire werd retoriek de schakel tussen instrument en stem, tussen imitatie en werkelijkheid.
Waar woorden ontbraken, gebruikten componisten en instrumentalisten retoriek om het publiek te inspireren, net zoals de zangers dat deden In deze vijfde opname concentreert Concerto Scirocco zich op een vroegbarokke anthologie van stukken en “schildert in noten” een reeks muzikale portretten vol contrasten: het pulserende ritme van de strijd in de symfonie “A gran battaglia”, de verleidelijke zeemeerminnen in Marco Uccellini’s Aria sopra “Questabella Sirena” of de operaspanning in de Sonata a tre van Francesco Cavalli.