Voor mij is dit album zowel een persoonlijk verhaal als een muzikale vertelling over een van de (piano)componisten die mij het meest fascineren: Frédéric Chopin. Ik heb een dozijn werken geselecteerd, twaalf van zijn juweeltjes, die verschillende fasen van zijn leven vertegenwoordigen en die elk een speciale betekenis voor mij hebben. Ik open dit album met de Eerste Impromptu, het eerste werk dat Chopin me vroeg te leren als jonge tiener. Het album sluit af met het eerste stuk van Chopin dat ik als peuter hoorde: mijn moeder speelde de Wals, Opus 64 Nr. 1, vaak thuis op onze donkerbruine geribbelde piano. Mijn moeder, die me vanaf het moment dat ik als klein meisje voor het eerst achter de piano ging zitten tot aan mijn laatste concert voor haar vroegtijdige dood in april vorig jaar altijd heel goed heeft begeleid en gesteund.