Water op zich is geurloos, maar als er regen op uitgedroogde grond valt, ruikt het aards en fris. Australische onderzoekers bedachten hun eigen naam voor deze zomergeur: Petrichor. David Orlowski vernoemde er zijn gelijknamige album naar. De bekende klarinettist is een van de weinige mensen met een synesthetische waarneming en op zijn album Petrichor vertaalt hij een grote verscheidenheid aan geuren in muziek. Orlowsky vermoedt dat de grenzen vloeiend zijn: “Het is zeker geen toeval dat we het over geuren, klankkleuren en tinten hebben. Kleuren, geluiden en geuren gaan veel verder dan wat in woorden kan worden beschreven.”
Naast het gelijknamige Petrichor noemt de geluidskunstenaar bijvoorbeeld de afzonderlijke tracks Limão, Marrakesh, Magnolia en Lisboa. Orlowsky lijkt hele scènes te vangen wanneer hij de geuren muzikaal traceert: “Lisboa doet me denken aan een bepaalde plek in Lissabon waar ik vaak zat. Er was een bakkerij en een visrestaurant en het aroma veranderde afhankelijk van de windrichting.” Twee jazzmuzikanten, Daniel Stelter op gitaar en Tommy Baldu op drums, vergezelden de klarinettist, die beroemd werd door zijn klezmermuziek, op zijn muzikale en olfactorische ontdekkingsreis. De drie ontmoetten elkaar op een jazzfestival. Orlowsky legt uit: “Het klikte meteen en toen begonnen we spontaan samen aan een korte tournee langs Duitse jazzclubs. De concerten waren erg speels en bij elke soundcheck ontstonden er nieuwe ideeën voor songs.” Net als Petrichor.